woensdag 24 juli 2019

Dag 7 - Reis naar Pamukkale

Het woordje ‘Kale’ betekent kasteel in het Turks. We vervolgden onze reis richting Pamukkale. Voor de zekerheid had ik een hotelletje geboekt. Trivago is echt een super hulpmiddel. Niet eens duur: 38 euro inclusief zwembad.

Het was niet zo heel ver rijden. In Turkije heb je naast de snelwegen een uitgebreid net aan autowegen. Dit zijn vier-baans wegen, maar met gelijkvloerse kruisingen. De maximum snelheid is 110 km. Maar op punten waar een kruising is mag je opeens 70 en daarna 50, daarna weer 70 en daarna weer 110. Dat gebeurt om de haverklap. Gelukkig is er geen Bulgaarse of Servische controle-cultuur, maar toch. Langs de weg is om de 5 kilometer, en soms vaker een benzine-station. Onbekende oliemaatschappijen zoals Apet, Turkpet en dergelijke. Maar ook veel Shell en BP. De diesel is duurder dan de E5 Euro95. Rond de 1,05 euro. Bij alle tankstations is een mini-market en toiletgroep. Piesen langs de kant van de weg is niet nodig. En verder staan er in de bermen heel veel, echt heel veel kraampjes met producten uit de streek waar de doorheen rijdt. Zo reden we gisteren door een meloenenstreek. De gele gallia-meloen wordt daar kilometers lang tentoongesteld. Het zag echt geel van de meloenen.

 Een plaatselijke boer slaat dan vier palen in de grond, spant er een zeil overheen, zet er een kraam onder en bedelft deze onder de meloenen. ‘Kavun’ heten ze. Vaak staat er een overjarige Renault 12 naast. Een Hartman stoeltje en maar wachten op klanten. En dat kilometers na elkaar.
Na verloop van tijd kwamen er Karpuz bij. De groene watermeloenen.

Als de handel op is, of het seizoen is voorbij, dan zie je overal resten van dergelijke kramen. Wachten op een volgend jaar denk ik.

Bij veel kraampjes kun je ook terecht voor koffie, thee en andere verfrissingen. Er staat dan een koelkast en een eenvoudig terras met parasols doet dan de rest. Het verkeer raast langs je heen dus echt geweldig is het niet. Wij maken daar ook geen gebruik van. We scoren vaak wat water en versnaperingen bij een tankstation en rijden weer verder. Vaak is het zo heet dat Mert en Ebru de auto niet eens uitkomen.

En zo maken we de kilometers. Ik vind het heerlijk. Er is zoveel te zien. Je moet alert zijn. Opeens kan er een tractor op de rijbaan rijden, of een brommer met twee mensen erop. Gisteren zag ik een soort bestelbus met open laadbak uit de late jaren 60 of zo iets. Oma zat in een rolstoel in het midden, eromheen een koppel kleine kinderen en nog wat vrouwen. Zo’n auto gaat niet hard. Een tractor ook niet. En ook niet de voorwereldlijke Zastava’s en dergelijke.

Mert en Ebru zitten achterin, ieder aan een kant, gescheiden door een muur van tassen en kussens. Dat is ook nodig, want soms.... Verder zijn ze voorzien van allerlei digitale troep en daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt. Ik heb een koffer vol laders en dergelijke achterin staan.

Over Pamukkale zou dit blog gaan... Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...