dinsdag 31 juli 2018

Zomervakantie 1978 - 1980 Oostenrijk Karinthie

Na vijf jaar Zwitserland vonden mijn ouders het tijd voor iets anders. Misschien speelde ook mee dat Zwitserland wel een erg duur vakantieonderkomen was geworden.Ik zal het nog eens vragen aan mijn moeder, maar ik vrees dat ze dat niet meer weet.
Ons reisgezelschap was inmiddels uitgebreid met kennissen met kinderen van onze leeftijd die we al kenden vanaf de kleuterschool. Dat was dus wel leuk. We gingen dus op stap met drie gezinnen.

Een camping werd uitgezocht in Karintie. In Hermagor. Maar daar aangekomen bleek het toch niet je van het. De Alpenkreuzers werden weer ingeklapt en ondanks het slechte weer werd er verkast naar een camping verderop. Een terrascamping op 800 meter hoogte in het schilderachtige dal van de rivier de Gail.
Kleinschalig met zwembad, wat het natuurlijk niet haalde bij het prachtige zwembad in Aigle. Voor ons kon het ook alleen maar tegenvallen.

De camping werd gerund door een echte Oostenrijker met kniebroek en hoedje. Herr Schultz...Samen met zijn vrouw of moeder, dat weet ik niet meer. Deze vrouw kreeg van ons al snel de bijnaam ‘ De Majoor’ aangezien ze met een haast militaire precisie waakte over de voorgeschreven Mittagsruhe van twaalf tot half twee. Zelfs het zwembad was dan dicht en wij moesten ons anders vermaken.

De camping beschikte over een blokhut met daarin tafels en stoelen, een voetbaltafel en een kast met spelletjes. En... een reusachtige open haard. Nou die bleek ook wel nodig. In die hut hebben we heel uurtjes doorgebracht. Kaarten en en andere spelletjes doen met de ook hier toch wel opgedane vriendenschare. Want het regende hier veel. Erg veel. Zelf zoveel dat het zwembad soms gewoon leeg werd gepompt. En zoveel dat het water in mijn bijzettent meende te moeten stromen zodat alles dreef.  Daar bracht de open haard dan uitkomst. Het leek wel een zigeunerkamp met al die lijntjes met wasgoed.


zaterdag 28 juli 2018

Aigle - slot

Nog een klein stukje over de vakanties naar Aigle. We gingen altijd drie weken, langer kon niet in verband met mijn vaders werk, en ik nam me dan ook heilig voor om later in het onderwijs te gaan werken, dan kon je in ieder geval een week of vier en misschien wel vijf op stap zomers.

Een vast uitstapje in die vakanties was een bezoek aan de wijnmarkt in Vevey, een stadje aan het schitterende meer van Geneven, Lac Leman. We reden dan naar het dichtsbijzijnde plaatsje aan het meer vanuit Aigle, dat was Saint Gingolph, en daar namen we de boot naar Vevey. Een werkelijk schitterende vaartocht. De schepen die af en aan voeren waren van het type radarboot. Mooie witte sierlijke schepen en ze boden een prachtig zicht op de steden langs het meer: Montreux met het schilderachtige kasteel Cillon in het water, de grote stad Lausanne en tenslotte Vevey. Een stadje aan het meer waar Charlie Chaplin had verkozen te gaan wonen en waar hij ook is overleden. Een standbeeldje valt nog te bewonderen.

De vaartocht was voor mij altijd een hoogtepunt. Het zal wel een duur grapje zijn geweest denk ik, maar in die jaren was dat voor mij geen issue gelukkig.

De boot meerde tenslotte aan bij de halte Vevey-Marche en daar ging je dan aan wal. Er was een soort boulevard met een aangrenzend parkje en vandaaruit liep je dan het centrum in. Daar was dan de markt. En voor de volwassenen, later heb ik het zelf ook een keer mee mogen maken, was er de mogelijkheid om wijn te proeven. Je kocht een glaasje en dat kon je naar hartelust laten vullen met de lokale wijnen. Natuurlijk was dit folkloristisch van opzet. Er liepen boeren rond in klederdracht en je kon natuurlijk de wijn die je het beste beviel in literflessen kopen.
Uiteraard werd er te veel en te vaak en te diep in de die bijna gratis wijnglaasjes gekeken...

Aigle, Zwitserland. Mooie vakanties. In een prachtige omgeving. Het nadeel was toch wel de onbestendigheid van het klimaat. Als je drie weken op vakantie ging zat er minimaal een week slecht weer bij. Ook in latere jaren heb ik dat meegemaakt. Vandaar dat mijn huidige vakantievoorkeuren toch wat zuidelijker zijn gelegen.

donderdag 26 juli 2018

Aigle deel 2

Zoals ik eerder schreef gingen we dus in 1973 voor het eerst naar Aigle. Steeds met familie. Een oom en tante en een, daarna twee en nog weer later drie nichtjes. We reden ook altijd samen.
Doordat we er vijf jaar geweest zijn ontmoette je ook elk jaar weer dezelfde mensen. Er stonden veel Nederlanders op de camping en zo ontstond een groepje vakantievrienden en -vriendinnen. Gedurende het jaar schreven we wel eens, maar het hoogtepunt was toch elk jaar de vakantie.

De laatste jaren gingen de hormonen ook meedoen. Zomaar ongevraagd opeens gebeurt dat en mijn eerste vakantieliefdes beleefde ik hier. Ik denk dat ik alle brieven die we eenmaal in Nederland terug schreven nog wel ergens heb.

We hadden het dus leuk. Leuk genoeg voor mijn ouders om er vijf keer naar toe te gaan. De zesde keer zat er echter niet meer in. Toen moesten we naar Oostenrijk. Ook bergen, maar het haalde het niet bij Aigle.

Ik vraag me af of deze camping ook nu nog zo attractief zou zijn voor bijvoorbeeld mijn eigen kinderen. Een disco was er niet. Ook geen animatieteam en geen bingoavonden. Rond het zwembad gebeurde ‘s avonds wel van alles. We hebben het tenslotte over de jaren zeventig... Maar ik denk dat ik daar nog net te jong voor was. Wij hingen overdag bij het zwembad, ‘s avonds gingen we van de camping af, maar ik weet echt niet meer wat we dan uitspookten. Er was een riviertje waar we wel eens rondhingen geloof ik. En verder gingen we overdag veel op stap. In de prachtige omgeving was zoveel te beleven. Ook al zag je het elk jaar voor de zoveelste keer.

Namen van toen: Piet uit Eindhoven en zijn zuster waarvan ik de naam ben vergeten, Herbert en Irjan uit Arnhem of Ede, Marlous en Nicole uit Arnhem, Erna uit Alblasserdam met haar ‘ broertie’ , Luc uit Oosterbeek, en natuurlijk Edwin en Bianca uit Enschede.

En dan vergeet ik er vast een paar.


Zomervakantie 1973-1977 Zwitserland - Aigle 1

Eigenlijk hebben deze vijf zomervakanties op rij de meeste indruk op mij gemaakt en ik kan me ook nog heel veel herinneren.

In 1973 gingen we voor de eerste keer naar camping Les Glariers in Aigle. Een stadje temidden van de wijngaarden niet zo gek ver van het schitterende meer van Geneve.
De camping was niet groot, er waren primitieve saniaire voorzieningen en er was een winkeltje annex receptie voor de baquettes en de ijsjes. Je had een schitterend uitzicht op de bergen. Ik zie de hellingen met wijngaarden nog zo voor me.

Het mooiste van die camping was dat het was gelegen naast het gemeentelijke zwembad waar wij dan als campinggasten gratis in mochten. Een zwembad zoals een zwembad hoort te zijn. Blauw, koel en kraakhelder water met een duikplank. Een niervormig peuterbassin en groene ligweides. Bovendien een kantine voor ijsjes, drankjes en er stonden twee voetbaltafels. Minder was dat je verplicht een badmuts op moest. Maar dat deed je gewoon.

Er stond een juke-box waar een muntje van een halve Franc het plaatje van je keuze draaide en dat klonk dan via de luidsprekers op het dak over het hele terrein. 100 Keer per dag hoorde je Joe Dassin met de toenmalige
tophit “l’ete indien”... Om Aigle te herbeleven zet ik even dat plaatje op en echt alles komt weer boven.

Bij het zwembad verkochten ze de allerlekkerste frietjes. Echte Franse friet in een vierkant kartonnen bakje. Twee bakjes waren genoeg voor ons gezin. Mijn moeder maakte er sla bij en iets van vlees denk ik. Om het op te halen was ik altijd de klos. “ Deux pommes frites s’il vous plait. Sans sel...” Want anders waren ze niet te eten zo zout. En duur was het niet. Een Franc per bakje geloof ik.

IJsjes mochten we altijd wel eten. Lekkere ijsjes. Anders dan thuis, andere namen. Niet met een houten stokje, maar met een elke keer anders gekleurd plastic exemplaar. We spaarden ze. Geen idee waarom maar dat doen kinderen.

Ook bijzonder was als we op een terrasje neerstreken. Zwitserland, het land van de chocolade natuurlijk. We bestelden dan ‘Ovolmatine’. Instantchocoladepoeder wat je op moest lossen in een kop hete melk. Heerlijk. Laatst zag ik het nog ergens staan, maar niet in Nederland.

Ook lekker was appelsap: ‘ Jus de pommes’. In Zwitserland zat daar prik in. Sinas heette Sinalco en natuurlijk was er Coca-Cola. Ik ben nog nooit ergens geweest waar ze dat niet hadden.
Als we gingen wandelen had mijn moeder een buisje met limonade bruistabletten. Tablet in een beker en dan de beker even onder een openbare waterfontein die je in elk dorpje wel tegenkwam. De smaak was vooral zuur, maar het hielp wel tegen de dorst.

Tot zover maar even.





woensdag 25 juli 2018

Zomervakantie 1972

Dit was een vakantiejaar met een donker randje. We gingen niet zo ver weg. Mijn grootvader van vaders kant was ernstig ziek en mijn ouders besloten om in de buurt te blijven en op die manier snel ter plekke te kunnen zijn.

Een kampeervakantie naar Drente was het gevolg. In Meppen, vakantiepark en camping De Bronzen Emmer. Ook die camping bestaat nog. Het was een mooie camping. Met zwembad en in een mooie omgeving. We stonden met familie op een groot veld. En ook hier ontstond rampspoed. Want na een paar hete weken barstte er een enorm onweer los gevolgd door langurige regenval. En het grote veld was niet gedraineerd zodat er een soort binnenmeer onstond op het veld. Voor ons als kinderen geweldig natuurlijk, voor mijn moeder minder. Ze heeft het er nog wel eens over.

Voor de rest heeft het  allemaal niet zo veel indruk gemaakt. En mijn ouders hielden het ook wel voor gezien, want het volgende jaar gingen we weer verder weg.

Ik was negen jaar en ging na de vakantie naar de vierde klas, nu groep zes.

dinsdag 24 juli 2018

Zomervakantie 1971 - Zwitserland Sierre

Het kamperen was mijn ouders blijkbaar goed bevallen, want een jaar later waren we klaar voor het echte werk. Een echte buitenlandvakantie naar Zwitserland dit keer.

Voor ons nieuw. Mijn ouders waren wel wat gewend, maar ook voor hun was het een onderneming natuurlijk. Met een gezin een twee-daagse reis maken naar de plaats van bestemming. Achteraf heb ik er wel bewondering voor, ook omdat mijn vader niet echt avontuurlijk was aangelegd en mijn moeder toch altijd wat zenuwachtig was als het allemaal wat spannender werd.

Ik weet nog dat achter de voorstoelen van de DAF een zelfgemaakte zak was opgehangen met allerlei vakjes en verborgen schatten. Nu koop je dat soort tassen bij elke autoshop, maar mijn moeder maakte dat zelf. En elk uur was er een cadeautje voor ons. Een pakje tweedehands strips van de markt, een spelletje met een balletje die in een gaatje moest, kleurpotloden enz. Een geniaal systeem, want we kregen het alleen als we geen ruzie maakten. Mijn zus en ik...

We overnachtten in een hotel ergens in Zuid Duitsland. Zo hard gingen we natuurlijk niet met de DAF. 110 was wel het maximale denk ik en misschien wel minder. En zo sliep ik dus voor het eerst in mijn leven in een hotel. Op een familiekamer met mijn ouders en zusje in het grote bed en ikzelf op een uitgeklapt bedje ernaast.

De volgende dag zag ik voor het eerst in mijn leven bergen. Ik weet niet wat ik me er van voor had gesteld, maar ik vond het helemaal geweldig. En ook dat je er met de auto dwars door heen ging: tunnels. En het spannendste moest nog komen, want we gingen met een autotrein van Brig naar Kandersteg. En toen waren we er ook bijna.

De camping was prachtig. Hij bestaat nog. Er was een zwem-meertje en er was een snelstromend bergbeekje. Mijn ouders en familie, want we waren met een hele kluit mensen, bewaarden de geknoopte boodschappentasjes uit de supermarkt en deden deze vol met blikjes bier en flessen wijn. En hingen dat in het stromende water. Koelkast inbegrepen dus. Helaas verdween de complete familievoorraad toen er een enorme stortbui losbarstte en het rustige beekje veranderde in een woeste stroom. Als je op vakantie gaat naar de Alpen heb je altijd wel een keer slecht weer.
Mijn zusje en ik sliepen ook voor het eerst in een bijzet-tent.

 We stonden in het Rhonedal. En achter de camping stroomde de rivier de Rhône. Woest en schuimend. Angstaanjagend vond ik. Mijn vader verbood ons ook om hier zelf naar toe te gaan. Veels te gevaarlijk..

En voor de rest leerde ik hier bergwandelen. Ik kreeg echte bergschoenen en we gingen met een bergtreintje naar Zermatt en we bewonderden de Matterhorn. . We liepen over de gletchers in de eeuwige sneeuw, bezochten stuwmeren, zwommen in bergmeertjes vol met forellen en wandelden in prachtige bergdorpjes met als enig geluid het gebengel van de koeienbellen. Ik hoor het nog nu ik dit zit te typen.

Zwitserland: prachtig land in de Alpen. In latere jaren zijn we er heel vaak geweest en ik zou als ik mijn hart zou volgen er morgen zo weer naar toe rijden.
Voor de sfeer, de bergen en natuurlijk de koeien met die prachtige bellen om hun nek.


maandag 23 juli 2018

Zomervakantie 1970 - Limburg Sevenum

Dat is wel even graven. Hier begint eigenlijk de kampeercarierre van mijn ouders. Althans met eigen spullen. Op een dag kregen mijn zusje en ik de mededeling dat we gingen kamperen. En ik weet nog dat we met het gezin een tent met toebehoren gingen kopen. Een blauwe bungalowtent. Bij sportzaak het Hoen in Enschede. Ook kochten we vier slaapzakken. Twee blauwe en twee groene. Een tweepersoonsluchtbed en twee enkele luchtbedden. Een blauw luchtbedpompje, een wit gasstelletje met een blauwe gasfles. Een klaptafel, twee tuinstoelen en twee visserskrukjes. Vier borden van Mepal, een oranje, een groene, een rode en een paarse. Met dito campingbestek. Mijn zusje en ik gingen vervolgens jaren ruzie maken wie van het paarse setje mocht eten. Maar dat wisten we toen nog niet.

En ongetwijfeld is er meer gekocht. Toch een hele uitgave voor mijn ouders. Toen. Ze waren ook niet de enigen, want Nederland ging kamperen. Al mijn vriendjes en vriendinnetjes en neefjes en nichtjes deden het. Welvaartstijging heette dat.

Op het dak van de auto kwam een 'imperiaal'. Het woord zat niet in mijn woordenschat als zeven-jarige. Maar je leert elke dag bij. Ook toen al dus. Net als het woord Jerry-can. Een geel plastic ding waar water in moest zei mijn vader. Want een kraan in de tent hadden we niet blijkbaar. Voor mij was het een groot avontuur. De avond voor vertrek kregen mijn zusje en ik van een kennis allebei een zaklantaren. Gloednieuw en glimmend. Met batterijen. "Voor als het donker is 's nachts en je eruit moet om te plassen" zei mijn moeder.

En toen vertrokken we. Met kennissen. Naar Limburg, Sevenum. Twee Dafjes achter elkaar. Van de camping weet ik niet meer zoveel. Wel dat het warm was en dat er een soort recreatieplas bij de camping was. En daar kon je dus zwemmen. En met zand spelen. Ook kon je er pony rijden. Dat weet ik omdat er nog een zwartwitfoto van is. Mijn zusje op een pony, begeleid door een pony-meisje.
Ook stond er een groepje jongeren op het veldje naast ons. Die hadden de hele dag een transistorradio knetterhard aanstaan. Tot ergernis van mijn moeder, die als Amsterdamse niet schuwde om haar beklag te gaan doen.

De rest van deze vakantie is in nevelen gehuld. Behalve dat ik graag een zakmes wilde hebben. Die verkochten ze in het campingwinkeltje. Maar dat mocht niet van mijn vader.

Na de vakantie ging ik naar de tweede klas. Nu groep 4.

Vakantieblog

Ik ben wel weer van plan om deze vakantie een blog bij te gaan houden. We gaan dit jaar met de caravan op stap naar Kroatië. Jammer genoeg duurt het nog twee weken voor we gaan. En aangezien ik weer in de Blog-flow moet komen ga ik proberen om al mijn vakanties vast te leggen. Zoveel meegemaakt, zo veel bestemmingen in zo veel jaren. Ik ga het echt doen. Voor later. Voor het nageslacht. Voor de historici. Voor de annalen van de familie. Voor... Ja ook voor mezelf.

Eigenlijk is op vakantie gaan mijn grootste hobby. Altijd geweest. En volgens F. is mijn geheugen hierover ook niet normaal. We zullen zien of dat klopt. Voor nu begint de zomervakantie 2018 met een hittegolf en een dreigend droogte-record. Ook goed om vast te leggen. Onze voortuin is herfstig. Te laat begonnen met sproeien. Sinds 1976 is het niet zo droog geweest. Toen was ik 13 en zwom met mijn klasgenoten in Bad Boekelo. Waarover later nog wel eens meer.
Mert heeft het spelletje Patience ontdekt. Hij is nu 12 en gaat na de vakantie naar de middelbare school, hetgeen hem soms aanvliegt. Gelukkig duurt dat nog zes weken. Een nieuwe fiets en een agenda heeft hij al. Nu de rest nog

Dochter Ebru is 14 en heeft de overgang naar 4 HAVO met glans doorstaan. Een eindlijst zonder onvoldoendes.
Dochter Anouk is uithuizig. Studeert in Maastricht en heeft de overgang naar haar derde studiejaar ternauwernood doorstaan. Ze gaat nu stage lopen voor haar opleiding Spaans en Engels op een van de Canarische eilanden. Lucky her...

Maandag 23 juli 2018. Zomer. Warm. Droog. Vakantie. Laat maar komen.




Zomer 1977 - Limlollies



We schrijven 1977. Ik weet het: dat is inmiddels 41 jaar geleden. En ik was toen 14 jaar oud. En had een vriendinnetje. En niet zoveel geld. Van mijn ouders kreeg ik elke week vijf gulden. Vrij te besteden. Voor een vakantiebaantje was ik nog te jong en een krantenwijk werd door mijn moeder afgeraden. "Ach jongen dan moet je elke dag om half zes je bed uit voor een paar rotcenten".

Maar toen kreeg ik dus een vriendinnetje. En het was zomer, vrijdagmiddag met zon en we hadden zin in een ijsje. En hier gaat het blog aansluiten op het vorige. Softijsjes waren er wel en schepijsjes ook. IJs is immers van alle tijden. Maar wij kochten een rood gekleurd waterijsje. Een Limlollie. Het bewuste ijsje kochten we bij Jamin en kostte slechts 50 centen. Ik weet nog dat we ze zo lekker vonden dat we er twee kochten.

We aten ze op in een parkje wat inmiddels is verdwenen. Het heeft plaats gemaakt voor huizenbouw. En daar.. woon ik nu.

Hahaha waar een associatie met een simpel waterijsje allemaal niet naar boven kan halen. Want naast het feit dat het bewuste bankje in het park op de plek stond waar ik nu dit blogje zit te schrijven, veel zal het niet schelen in elk geval, houdt me nog meer de vraag bezig waar we die ijsjes hebben gekocht. Jamin was in de stad en naar mijn weten was een Limlollie een typisch Jaminproduct. Ik neem niet aan dat we vanuit de stad op onze groene degelijke Batavussen zonder versnelling naar het bewuste parkje zijn gefietst. Of ik moet er naast zitten en hebben we ze in het snoepwinkeltje uit het vorige blogje gehaald. Maar dan waren het geen Limlollies. En ik weet echt zeker dat enz enz...


Ik moet en zal de waarheid achterhalen. Ik heb het bewuste vriendinnetje al een appje gestuurd. Misschien dat zij het nog weet. Waarvan ik dan acte zal geven...

Op het plaatje de Limlollies. Veel andere afbeeldingen zijn er niet te vinden.

Bron: https://www.myhappykitchen.nl/nostalgie/nostalgie-en-eten-duizenden1dag/
______
Update: Er was dus een Jamin in het nabijgelegen winkelcentrum. Nu valt alles op zijn plaats en kan ik weer rustig slapen.

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...