zondag 19 oktober 2014

Sneek, Workum, Leeuwarden, Bolsward en Lemmer

Afgelopen maandag, dinsdag en woensdag zijn we met mijn zus en zwager en met mijn beide ouders een paar dagen op stap geweest. In kleine setting, dus zonder kinderen. Mijn vader heeft Alzheimer en hij en mijn moeder wilden graag nog eens op stap met de kinderen.

Aanvankelijk zouden we naar Leiden gaan, maar dit werd ter elfder ure gewijzigd in Friesland. De provincie waar de roots van mijn vader liggen. In 1929 geboren, in 1947 vertrokken naar Amsterdam. We boekten een herfstarrangement bij Van der Valk in Sneek en vertrokken afgelopen maandag rond de klok van elf. Onderweg dronken we koffie in een desolaat wegrestaurant in Zalk, ja van Klazien, en om twee uur checkten we in. Drie mooie hotelkamers voorzien van alle luxe. Het arrangement was inclusief diner en ontbijt.

Na installatie en het uitleggen van alle knoppen en cardsleutels aan mijn ouders vertrokken we voor een bezoekje aan Sneek. Aangezien beide oudjes wat minder goed ter been zijn geworden had zwager C. gezorgd voor twee rolstoelen en dat voldeed uitstekend. Sneek is een alleraardigst stadje en een van de Friese elf steden. Mijn vader ging als jongetje met zijn moeder wel eens naar Sneek om kleren te kopen bij C&A (toen al) en hij wist dit nog precies te vinden. De nabijgelegen boekwinkel waar hij dan aansluitend een boek mocht uitzoeken kon hij echter niet meer vinden. Wellicht verdwenen.

Sneek
Het avondeten was prima en na een goede nacht vertrokken we dinsdag naar het Jopie Huisman Museum in Workum. Leuk. Maar ik was er al eens eerder geweest en toen was het Jopie Huisman Museum nog gehuisvest in een oud krakend pandje, en dat paste toch beter bij zijn schilderijen van oude lorren en lompen. Nu was het een rolstoelvriendelijk, subsidiabel expositiegebouw met allerlei aanpalende activiteiten die naar mijn smaak toch wel wat afbreuk deden aan waar Jopie Huisman voor stond.

Even pauze

Mobiele brigade
Nog even rondwandelen en vervolgens naar Leeuwarden. Daar goot het van de regen en dan is de lol er snel af. Met twee rolstoelen winkeltje in winkeltje uit bleek niet echt een succes, dus dan maar de kroeg in. Mijn vader wilde ijs. Tja. Hij is gek op zoetigheid. Tussen de buien door naar de scheve toren van Oldenhove en van daaruit wilden we eigenlijk wel naar het hotel om ons in de hotelbar maar te gaan vermaken. Maar toen bedacht mijn vader dat hij naar het Zaailand wilde. Daar had 'Kneppelfreed' plaats gevonden. In 1951 of zo en dat wilde hij perse zien. Dus, ondanks de plensbuien maar weer Leeuwarden in. En uiteindelijk het Zaailand gevonden. En daar staarden we naar het Friese hoofdstedelijke gemeentehuis, het standbeeld van Anne Vondeling en voor het overige naar glimmende zwarte trottoirtegels. Mijn vader was echter bevredigd en maakte geen bezwaar om terug te gaan naar het hotel.

Zaailand. Leeuwarden. Bij het standbeeld
van Anne Vondeling

De volgende dag eerst naar Bolsward. Ook een mooie Friese stad. Met dezelfde trap, klok, lijst en halsgevels als in de andere Friese plaatsjes. En die je ook ziet in andere plaatsten waar de saneringshamer nog niet heeft toegeslagen. Het is het straatbeeld waar je sinterklaas op zijn paard over het dak ziet rijden in de oude negentiende-eeuwse prenten. En het deed mij weer eens beseffen dat Friesland een gouden tijd heeft gekend die zijn oorsprong al in de veertiende eeuw heeft. Wat dat betreft steekt een stad als Enschede daar wel heel karig bij af. Alles wat hier nog een beetje oorspronkelijk is wordt gesloopt.

Tot slot een bezoek aan Lemmer. Het geboortedorp van mijn vader. Eerst naar het kerkhof waar zijn beide ouders liggen en vervolgens het dorpje in. Even kijken bij zijn geboortehuis en het huis waar hij is opgegroeid. Dit laatste is inmiddels verworden tot een snacktent. Maar toch nog heel herkenbaar. Ook ikzelf heb aan dit dorp veel herinneringen, want we bezochten mijn grootouders natuurlijk met enige regelmaat.

Vergankelijkheid in beeld

Kortestreek 26 Lemmer
Om zeven uur waren we weer in Enschede. Moe en toch ook voldaan. Want zoals mijn vader in de auto sprak:" Voor mij is dit een groot feest..." En dat is precies wat de bedoeling was...


donderdag 16 oktober 2014

16 oktober

En weer een jaar verder. Weer 16 oktober. Sjoerd zou vandaag 19 jaar geworden zijn. Vaak valt deze dag in de herfstvakantie. Zo ook nu. Dus we gaan vanmiddag een bloemetje brengen en mijn ouders komen eten.
Het is de vijfde verjaardag op rij dat hij er niet meer bij is. Zou hij meekijken van boven? Zou hij denken: "Eens kijken of ze er wel aan denken?" Misschien. Misschien ook niet.
In ieder geval zal 16 oktober altijd een speciale dag blijven. Op de foto een verjaardag in betere tijden. 16 oktober 2007 om precies te zijn....

In de aanslag voor de taart...

zondag 12 oktober 2014

Over vroeger en zo: SIMCA 1000

In 1972 zat ik in de tweede klas (nu groep 4) van de Christelijke Groen van Prinsterenschool. Genoemd naar een polioticus uit de negentiende eeuw waar wij als tweede klassertjes totaal geen weet van hadden. En niemand vroeg ooit "Waarom heet onze school eigenlijk zo?"

Het waren wel de jaren zeventig inmiddels. De revolutionaire zestiger jaren waren al voorbij en zochten hun bestendiging in de jaren zeventig. Met mijn vriendjes filosofeerden we wat over het jaar 2000. Dan zijn we al 36 zeiden we. En dat leek nog heel ver weg voor ons als zevenjarigen.

Onze meneer (nieuwbouwwijk, moderne school, je mocht 'meneer' zeggen in plaats van ' meester') deed aan nieuwerwetsigheden. Soms kwam er een televisie in de klas of een diaprojector en we werkten al in niveaugroepjes met rekenen. Ook mocht je je eigen sommen nakijken. Hetgeen altijd resulteerde in nul fout natuurlijk. Die groepjes stigmaiseerden als de hel. Want ik zat in het rode groepje, had altijd nul fout, en ben tot en met de vijfde klas altijd in dat rottige lage rode groepje blijven hangen. Met als gevolg dat ik toch zeker een achterstand had van een half jaar of zo, want toen we naar Boekelo verhuisden en ik op een ouderwetse dorpsschool kwam met een echte 'meester', waren de klasgenoten al aan de tiendelige breuken, daar waar ik nog moest beginnen aan de gewone breuken. Het gevolg was een jaar lang huiswerk en dus na het avondeten rotsommen maken. Waar mijn vader me bij assisteerde. Want rekenen kon hij wel. Het was trouwens ook dezelfde lesstof als hij veertig jaar eerder toegediend had gekregen op zijn dorpsschool. Met ook een 'meester'. Het verschil was dat de meesters van mijn vader handtastelijk waren. Ze sloegen erop. Of trokken aan je oor. Helemaal gevrijwaard van die handtastelijkheden waren wij echter ook niet, want ik herinner me menig 'draai om de oren' van zowel de moderen meneren in Enschede als de ouderwetse meesters in Boekelo. Een zo'n moderne meneer nam je altijd "Over de knie" als je wat had uitgehaald.

In die tijd was het dat er weer een andere auto moest komen. En een DAF... dat kon echt niet meer. "Elke maf rijdt in een DAF op een draf naar zijn graf" zo luidde een populair kinderrijmpje.

Het werd een Simca 1000. Gekocht bij de firma Christenhuis in Enschede. Voor 4000 hele guldens.
De kleur was turquoise, de motor zat achterin en het ding maakte een enorm kabaal vanwege die achterin geplaatste motor. De stoelen waren nog steeds van plastic en de uitvoering was rudimentair. Er waren wel luxere uitvoeringen, maar mijn vader vond dat allemaal overbodigheden. Een auto was om in te rijden en de rest was flauwekul. Dus geen hoofdsteunen, toerenteller, stoer pookje of andere toeters en bellen die ik als jongetje nou juist zo leuk vond.
Wel vier deuren. Zonder kindersloten nog. Zo ver waren we nog niet. Wel met een trekhaak. Want we gingen kamperen.
Het autootje mocht blijven tot 1975.


Over vroeger en zo: Daf 2

Toen er een nieuwe auto moest komen, in 1969 dus, gingen mijn ouders dus op een zaterdagochtend naar de plaatselijke DAF-garage in Enschede. Gehuisvest in wat nu in de volksmond het "Volvoflat" heet. Toen heette dat het "DAF-flat". (DAF ging in 1975 op in het Zweedse VOLVO). De reden was dat het betreffende flatgebouw op de begane grond onderdak bood aan de DAF-garage.

Want het moest weer een DAF worden. Door het rijden in een Dafje was mijn vader het schakelen verleerd denk ik nu. En mijn moeder had bij aanschaf nog geen rijbewijs. Dus lag het voor de hand om maar weer op veilig te gaan. Zoals eerder opgemerkt hield mijn vader ook niet van veranderingen...
Er kwam een andere DAF. Een rode. Een Daf 33. Mooier, maar het bleef een DAF. Als jongetje was ik er niet zo kapot van. Maar ik had niks in de melk te brokkelen natuurlijk. Dit exemplaar deed dienst tot 1972. Denk ik. Want in 1973 gingen we verhuizen en toen was de DAF al weg.

Rood. Dat weer wel

Over vroeger en zo: DAF

In de jaren zestig gingen mijn ouders mee in de toenemende welvaart. Steeds meer gezinnen kregen de beschikking over een auto. Zo ook wij. Het leuke was dat ik het allemaal nog precies weet. We woonden op een flatje in Enschede, en mijn moeder zei:" Nico kijk eens naar buiten"... En dat deed ik. Ik zag mijn vader uit een auto stappen. Een witte. Een DAF... Nu weet ik dat het een Daffodil was. Ik vond het geweldig. Want als klein jongetje was ik helemaal verzot op auto's en kende alle merken uit mijn hoofd. Dat was in die tijd nog wel wat overzichtelijker dan nu hoor. Want Japanse en Koreaanse auto's  waren er nog niet. En de gewone man of vrouw was al heel blij met een 2CV, Renault 4, Opel Kadett of Volkswagen Kever. En die bepaalden het straatbeeld. Met Fiatjes 500 en 600 en de voornoemde DAFJES.

In een DAF hoefde je niet te schakelen. De aandrijving bestond uit een zogeheten Variomatic. "Het pientere pookje..." Naar voren was vooruit, naar acheren was achteruit en er was nog zo iets als een bergversnelling geloof ik. En dit alles zonder koppelingspedaal.

Op de foto het lelijke, witte Dafje waarmee mijn ouders meegingen in de vaart der volkeren... Ik spreek over 1966. De stoelen waren van foeilelijk kunstleder. Als het warm was en je had een korte broek aan dan brandde je je benen. Veel mensen lostten dat op door schapevachten over de stoelen te leggen. Mijn vader niet. Die gaf daar niks om. Had nooit een korte broek aan en bovendien hield, en houdt, hij niet van nieuwigheden.

Het ding deed dienst tot 1969. Toen stortte het in elkaar. Als je de vloermat optilde keek je zo op straat. APK, daar deden we nog niet aan in Nederland toen.
Bron: "Het geheugenvannederland.nl"


De eeuw van mijn vader

Bovengenoemde titel verwijst naar het gelijknamige boek van Geert Mak. Hij beschrijft hierin hoe met name zijn vader leefde in de nu voorbije twintigste eeuw.

Op school geef ik een uurtje geschiedenis aan een derde klas. Praktijkjongens en -meiden. En in het curriculum en de kerndoelen  staat dat de leerlingen kennis moeten nemen van de moderne geschiedenis van hun eigen land. Ik gebruik hiervoor (onder andere) een televisiereeks genaamd "Mooi was die tijd". Hierin staat een gezin centraal wat zich elke aflevering verplaatst naar een bepaald decennium in de vorige eeuw. Het begint bij de jaren 10, dan de jaren twintig, dertig en zo voort. Tot aan de huidige tijd. Steeds dezelfde familie. In het begin lopen ze (steeds hetzelfde) huis binnen waar de woninginrichting conform het betreffende decennium is.

Aardig voorbeeld hierbij zijn de jaren twintig en dertig, waar voor het eerst sprake is van slaapkamers. Daarvoor sliepen mensen in een alkoof of bedstede. Mijn eigen vader is een product van 1929 en ik herinner me dat hij vertelde dat ze in de jaren dertig verhuisden en dat dat huis waar ze naar toegingen slaapkamers had. Een noviteit, een luxe... Want ook mijn vader heeft nog in de bedstede geslapen. Hij is er zelfs in geboren.

De serie focust verder op de echte sociale geschiedenis en minder op de politieke. Slechts waar dat iets toevoegt wordt er iets over aangestipt. Zo waren de jaren dertig natuurlijk crisisjaren en de jaren veertig stonden in het teken van de oorlog. Daar waar dit invloed had op het dagelijks leven van de mensen wordt dit van belang geacht om te vermelden.

Naarmate de reeks vordert zie ik de geschiedenis van mijn eigen ouders op het scherm voorbijtrekken. En eerlijk is eerlijk, ook die van mijzelf als product van de jaren zestig... Hetgeen ook al weer vijftig jaar geleden is tenslotte.

De serie is te bekijken via uitzendig gemist. Op tv of computer. Aanradertje...


http://www.npo.nl/mooi-was-die-tijd/POMS_S_NTR_124945
Klik...


Sjoerd

Zo rond deze tijd gaan de herinneringen vaak terug naar oktober 2009. Nu alweer vijf jaar geleden.
Sjoerd was genezen verklaard en sukkelde de tijd een beetje weg met computeren en gamen. Hij moest naar school, maar dat schoot nog niet echt op. Het kostte hem moeite om zijn aandacht weer te richten. Natuurlijk zat er wel een stijgende lijn in. Een leuke bijkomstigheid was een verlaat cadeautje wat hij kreeg van de Stichting Kukelekuusjes van Corne. Een LCD-TV. Op de foto ziet hij er nog patent uit. De leukemie was nog niet teruggekeerd en Sjoerd zat redelijk goed in zijn vel. Pas rond zijn verjaardag op 16 oktober en de weken daarna ging het weer wat minder met hem. Op 18 november kregen we te horen dat de leukemie was teruggekeerd.

Ons leven was weer een beetje tot rust gekomen. We waren allemaal weer aan het werk en we dachten dat we het ergste achter de rug hadden. Mooi niet dus. Maar dat wisten we toen nog niet.

Aanstaande donderdag zou Sjoerd 19 jaar geworden zijn. Ik kan me er niks bij voorstellen. Bijna volwassen. Voor de wet zelfs echt. Wat zou hij gedaan hebben? Diploma gehaald? Of reeds actief op de arbeidsmarkt? Of nog steeds met vallen en opstaan worstelen met zijn handicaps... We zullen het nooit weten. Feit is dat deze prachtige jongen niet meer bij ons is. Behalve in onze gedachten. En daar zal hij ook blijven. Zo lang ik leef.

4 oktober 2010




Leer-werk kachel

Via een van de leer-werkprojecten hier in Twente scoorde ik een terrasverwarmer. Een analoge, dat wel. Want een elektrische spiraal met een snoer kan natuurlijk ook, maar is lang niet zo leuk.

Dit is volgens mij een afgedankt expansievat waar een paar pijpen en poten aan gelast zijn. Gaatje frezen en deurtje plaatsen en je hebt een prachtige buitenkachel. Vanmiddag heb ik het maar eens even uitgeprobeerd. En het ding functioneert boven verwachting. Er zit een enorme trek in en ik veheug me nu al op de wat koelere zomeravonden... Hapje, drankje en vuurtje maken.



zaterdag 11 oktober 2014

Weerzien

Naar aanleiding van het vorige blogje over de Pokemonkaartjes van Mert nam Wessel contact op en meldde dat hij nog veel Pokemonkaarten had liggen. Wessel was de boezemvriend van Sjoerd en is destijds zeer betrokken geweest tijdens de ziekte en het overlijden van Sjoerd in 2009 en 2010. Ze kenden elkaar vanaf groep 1 van de basisschool en trokken heel veel samen op. In het eerste weblog over Sjoerd is Wessel grotendeels aangeduid als "Wee".  Dit paste in de sfeer van het blog. Sjoerd was immers "Quil".

Natuurlijk liet Mert zich dat geen twee keer zeggen en zo stond afgelopen woensdag een lange, bijna volwassen jongeman van nu 18 jaar voor de deur. Ik had hem nog wel eens een paar keer gezien sinds 2010, maar dit was wel heel leuk. En Mert blij natuurlijk. Een hele map met cards en ook nog een stapeltje zeer bijzondere exemplaren. De map ging naast het bed en de volgende morgen moest alles mee naar school natuurlijk. Helaas voor hem ging dat feest niet door... Waarover later een keertje meer. Want dat is een heel verhaal.

Wessel en Mert. Ik denk dat Sjoerd het met genoegen heeft bekeken.

vrijdag 3 oktober 2014

Pokemonkaartjes

Op de een of andere manier is bij Mert het spelen met Pokemonkaartjes weer in de mode. Wellicht op school of ergens anders, maar sinds deze week heeft hij de doos met deze felgekleurde kaartjes weer op tafel staan. En is hij druk bezig met sorteren, dubbelen zoeken, stapelen en al die andere handelingen waarmee hij het bezit van deze dingen doorleeft.

Sjoerd had ze al. Die kaartjes. Ik denk dat het verschijnsel al zeker een jaar of tien of twaalf oud is. Er staan onbegrijpelijke dingen op, er worden ook onbegrijpelijke spelletjes mee gespeeld. Voor ons tenminste. Voor de jongens is het gesneden koek denk ik.
Mert kan dus bogen op een giga-verzameling, want het spul van Sjoerd ligt er nog. Wat hij niet weet is dat de mooiste sets buiten zijn bereik in de herinneringskist van Sjoerd zijn opgeborgen. En dat laten we mooi zo. Daar mag het de tand des tijds doorstaan. En over een jaar of honderd als niemand meer weet wat Pokemonkaartjes zijn kunnen onze nazaten zich erover verwonderen. Want dan ben ik er niet meer, noch Mert, noch de rest van ons gezin. Tenminste... Dat denk ik.

Wat een lol...

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...