maandag 31 juli 2017

Dag 7 - Balaban

Aangezien we midden in de abrikozenoogst zitten staan de meeste werkers al om vijf uur op. Bij het krieken van de dag. Het is dan nog niet zo warm en er kan behoorlijk wat werk verzet worden in de tijd tot het ontbijt. Natuurlijk zijn wij niet van die vroege vogels. Echter rond een uur of negen verzamelt iedereen zich om te ontbijten. Ook dit gaat hier van dik hout zaagt men planken. Eigenlijk is het een soort scoutingkamp hier. Thee wordt gezet in een met brandhout gestookte ketel met een echt schoorsteenpijpje. In een reservoir zit kokend water en bovenop een kannetje zeer sterke thee. Niks geen zakjes of earl grey of andere westerse flauwekul, gewoon thee die je op de markt koopt voor weinig. Het wordt geschonken in kleine glaasjes die voor een kwart worden gevuld en worden aangelengd met heet water. Suiker erbij en drinken maar. Liters en liters gaan er door op een dag. Bij ontbijt, lunch, en tussendoor en voor het slapen gaan. Wij hebben een koffiecultuur. Hier een theecultuur. Mijn koffiebehoefte dien ik te bevredigen met Nescafe en als de gastheer of gastvrouw tijd en zin heeft met de echte Turkse koffie. Een klein zeer sterk kopje koffie met prut en al geserveerd.

De rest van het ontbijt: vers brood van de bakker om de hoek, of brood van gisteren. Dat brood is ovenvers. Platte schijven, warm en geurig. Als je wilt pak je een stuk, breekt er een stuk af en eet het op. Vaak is er wel een schaal met roerei of, maar dat zie ik hier niet zo snel gebeuren, frietjes met gebakken groene pepers. Verder schaaltjes jam, kaas, komkommer en tomaat, olijven, pepertjes en nog het een en ander. Onder een boom worden kleden uitgespreid en iedereen gaat eromheen zitten. Voor mij wel even wennen, maar de rest is het gewend en Mert en Ebru vinden het geweldig. Kleine kinderen scharrelen er tussendoor. Kinderen in Turkije zijn de nationale schat. Iedereen is stapelgek met ze. En ze leven boven en onder de wet. Ook hier moet je echt je Nederlandse bril afzetten. Want er rijdt ook een tractor rond, er staan glaasjes hete thee en de de theeketel staat gewoon op een plankje naast de plek waar wordt gegeten. En iedereen houdt toezicht op de kleintjes. Zelfs Mert en Ebru pakken dat al snel op, want ze zijn de hele dag in de weer met een neefje van nog geen twee jaar. Spelen met hem, zorgen dat hij zich geen pijn doet en tonen zich opmerkelijk verantwoordelijk. 




zondag 30 juli 2017

Dag 6 Ankara - Balaban

Dag zes, dat betekent Vrijdag. Ik schrijf de blogjes met terugwerkende kracht en soms ben ik even de draad kwijt wat de tijd betreft. Het is nu zondag, dus ik heb een achterstand. Who cares...

De reis van Ankara naar Balaban is een andere. Geen snelweg, maar een redelijke vierbaansweg. Wel met gaten en kuilen. We reden naar het oosten dus. Balaban is een dorp bij de plaats Darende. Op een uur afstand van Malatya, een grotere stad in de buurt. Fatma's vader komt hier vandaan en wezijn daar als gezin nog nooit geweest. Het is een ander klimaat. Landklimaat of steppeklimaat. In ieder geval heet, heet, heet. En droog. En stoffig. Ik heb een zwarte auto, dat is niet meer te zien... Toch weer 450 kilometer te gaan...

Fatma had voortdurend contact met haar neef die op afstand aanwijzingen gaf hoe de Tom tom in te stellen. En dat was niet overbodig, want Tom kent wel tien Balabans. De weg werd steeds slechter. Geen strepen meer en voortdurend een laag steenslag. Met slechts een koplamp viel het niet mee zodat ik veelvuldig met groot licht reed tot irritatie van de tegenliggers natuurlijk. Gelukkig arriveerden we rond negen uur op de goede plek. En werden we verwelkomd door de familie.

Het huis heeft een grote abrikozenboomgaard en dat is ook het hoofdmiddel van bestaan in Balaban. Het huis wordt in de zomer bewoond door de familie en in de winter woont er een nicht met haar man. Je kunt zien dat het oud is. Op het terrein dus veel vruchtbomen, abrikozen natuurlijk, maar ook noten, appels en verder voor mij onbekend fruit. In het donker was er niet zoveel van te zien.Dat kwam pas de volgende dag. Nu dronken we thee onder een uitbouw. Op een paar bij elkaar gezette oude banken. Kratten met houten platen erop en een grote lamp erboven. Daarna warm eten. We zijn hier met ogeveer 20 mensen. De helft werkt in de abrikozenoogst. Dat duurt een paar weken. In die tijd is het bivakkeren en half kamperen. En niemand doet moeilijk. Grote pan rijst. Grote pan prut met aubergine, tomaten en wat verder voorhanden is. Heerlijk vers brood en thee. Heel veel thee. En natuurlijk watermeloen. En niet te vergeten abrikozen. Die kun je de hele dag eten en je moet oppassen dat je er niet te veel van eet. De reden moge duidelijk zijn.

Moe van de reis en erg benieuwd naar wat de volgende dag voor ons in petto zou hebben vielen we in slaap. We slapen bij elkaar in een goed uitgerust appartement op de bovenverdieping van het huis. Keurig sanitair en lekkere slaapbanken. En wie wil kan buiten slapen op het balkon. Het is hier 's nachts nog wel een graadje of 25... 

Morgen verder. We gaan zo eten. Barbecue. Ik laat me verrassen. Het zal vast heerlijk zijn. 

Politie

Even een paar dagen terug. De tweede dag. Servie. We waren een kilometer of twintig de grens gepasseerd. Wegafzetting. Veel politie. Echte politie zoals je dat in films ziet. Dus petten met zonnebrillen. Grote kerels. Halt. Natuurlijk wij. Ik dacht niet dat ik te hard gereden had, maar dus wel. 124 kilometer waar je slechts 120 mag. "You have to pay sir. In Servian money..." En natuurlijk had ik dat niet. Papierencontrole. Uitstappen. En toen werd ons verteld dat we terug moesten rijden naar de grens. Geld wisselen, terugkomen en dan boete betalen...

En bij die grens is het druk. Aan weerskanten. Dat zou een tijdsverlies zijn van een halve dag. En Servie en Bulgarije wilde ik in een dag doorkruisen. Niet overnachten. Ik bood aan om de boete te betalen in euro's of met de pin. Het mocht niet baten. Ik werd aan een tafel gezet en de agent begon met het invullen van een lijvig formulier. 

Toen werd hij gebeld. Er was een touringcar aangehouden waar hij naar toe moest. Hij sommeerde een collega om het even van hem over te nemen en die had schijnbaar geen zin in gedoe. Hij wuifde ons vriendelijk gedag en zei dat we ons aan de snelheid moesten houden. Nou. Maar al te graag. Toch maar de cruise-control vast gezet op 119 kilometer per uur. En het ging goed.

Op de snelweg tenminste. Vlak voor de grens met Bulgarije een soortgelijke situatie. Weer politieafzettingen en natuurlijk moesten wij weer aan de kant. Ik maakte me niet zoveel zorgen, want ik had echt niet te snel gereden. Oom agent boog zich naar binnen en vroeg dit keer om mijn rijbewijs. Vroeg hoe ik heette en hoe de kinderen heetten. En waar de reis naar toe ging. En toen draaide hij de verlichting aan. In Servie moet je ook overdag met dimlicht rijden. Wist ik veel. En hij zwaaide ons weer vriendelijk gedag. Pfff. 

Tot zover. Laten we hopen dat het hierbij blijft. 

zaterdag 29 juli 2017

Dag 5 - Ankara

Na het ontbijt reden we Istanbul uit. Dat zijn maar zes woorden, maar dat kostte behoorlijk wat tijd. We dachten dat we over de grote brug de Bosporus over zouden steken, maar TomTom besliste anders en na een paar rondjes dwalen kwamen we in de tunnel die onder de Bosporus doorloopt. We hadden het niet eens in de gaten, maar opeens waren we dus in Azie, en dan is het een kwestie van de borden volgen richting Ankara. Prachtig mooie snelweg met goede voorzieningen. Complete winkelcentra bij de tankstations, inclusief vele Burger Kings en zelfs Ikea. Na een paar uur doemt dan Ankara op. De hoofdstad van Turkije. Groot. Erg groot. Weer ontelbare wolkenkrabbers en enorm uitgestrekt. We hadden afgespoken bij een nicht van Fatma, daar zouden we overnachten en daar arriveerden we zonder problemen. TomTom was weer onovertroffen. 

Fatma had deze nicht, ze heeft er vele, al heel lang niet gezien, dus dat was een goed weerzien. Zoals gebruikelijk in de Turkse gastvrije cultuur, stond de tafel binnen de korste keren afgeladen vol met heerlijk eten. En men is niet tevreden alvorens je echt niet meer opkan. De middag besteedden we om een garage te bezoeken, want een van mijn koplampen deed het niet meer. Vroeger een fluitje van een cent wat je zelf op kon lossen, in deze tijd heeft iedereen Xenon-lampen en dat is gedoe. Zo'n lamp kost veel en het vervangen hielp ook niet, want de lamp bleef dood. Er is dus wat anders aan de hand, iets met een elektronisch ding wat waarschijnlijk vervangen moet worden. Het zal wel in de papieren gaan lopen, en we gaan maar naar de BMW-garage in Adana of Mersin volgende week. Tot die tijd behelpen met een koplamp of groot licht. Dat doet het nog wel.  

De avond bezochten we een tante van Fatma die ernstig ziek is. En daarna even sightseeing centrum Ankara. 

Daar waar je in Istanbul heel veel verschillende culturen samen ziet, met de arabieren in de verre meerderheid, is Ankara mondainer. Heel veel horeca, cafe's en discotheken. Heel druk, heel bruisend. En een compleet ander publiek. Echt uitgaanspubliek zoals de dat in elke grote stad ziet. 

Tot slot gingen we nog even wat eten. Een typisch Turks gerecht wat ik nog niet kende. Kokorec. Men houdt er van of men gruwt er van. Het zijn schone schamendarmen, gevuld met staartvet. Deze worden gegrild en net als shoarma van de spies gesneden en daarna fijngehakt en nog wat verder gebakken met kruiden. Het geheel gaat tussen een broodje. Heerlijk. We aten dit in een overdekte tuin met veel terrassen en een fontein. Heerlijk koel en heel gezellig. En heel druk. Mert vond het minder geslaagd, want inmiddels was het half twee en wilde hij gewoon naar bed. Ook hier moet je de Nederlandse bril even afzetten, want kinderbedtijd in Turkije is beduidend anders dan bij ons in Nederland. Eigenlijk bestaat het niet. Kleine kinderen zijn overal bij en als ze slaap hebben vallen ze om en slapen waar het kan. Mert heeft daar wat moeite mee en werd lichtelijk opstandig. 

Na de Kocorec naar ons logeeradres, bedden opmaken en slapen maar. Bij 28 graden. Warm dus. Maar als je moe bent slaap je overal.

Dag 4 - Istanbul vervolg

Zeer bekend in Istanbul is natuurlijk de Galatabrug. Geert Mak schreef er een boek over. Het overheersende beeld wat je ziet is een grote hoeveelheid visrestaurants en bovenop staan vissers. Tientallen. Mert wilde er graag even kijken en dat deden we. Mert kan een zeer innemend ventje zijn, dus het duurde maar even of hij werd gevraagd door een visserman om aan het molentje te draaien om de vangst binnen te halen. Er wordt gevist op een visje wat in de Zwarte Zee thuishoort. En bij elke worp, stukjes kipfilet als aas aan vier of vijf haakjes, wordt er wel iets gevangen. De visjes gaan in een doorgesneden PET-fles of een piepschuimen doos. Zeer vermakelijk om naar te kijken.

Natuurlijk wilde Mert ook een hengel en een woest bebaarde visser bood hem er eentje aan. Voor weinig. Hij had een zuster in Apeldoorn vertelde hij. Die had hij al 30 jaar niet gezien en had daar zichtbaar verdriet van. We hadden de indruk dat er een familiedrama achter zat. Mert blij, want hij had een hengel. Nu nog iets zoeken waar we het kunnnen gebruiken. Hij heeft er de hele verdere dag trots als een pauw mee rondgelopen. 

Toen stond een bezoek aan de grote Bazar van Istanbul op het programma, want Ebru wilde natuurlijk shirtjes en andere dingen scoren voor weinig. Hiervoor had ze speciaal gespaard.
De grote Bazar is een belevenis op zich. Misschien wel duizend winkeltjes die vooral huisraad, schoenen, kleding, kruiden en souvernirs verkopen. En natuurlijk tapijten. En niet te vergeten de juweliers. Tientallen. En de verkopers willen graag hun spullen kwijt. Als je ook maar even treuzelt wordt je meteen aangesproken en wordt ingeschat wat voor vlees ze in de kuip hebben. Waar komt hij vandaan en is hij koopkrachtig. Dat zijn de twee inschattingen die ze maken. En ik werd aangezien voor een Amerikaan, Australier en, helaas, Duitser... Zelf heb ik niks gekocht, maar Ebru scoorde twee mooie shirtjes en Mert, natuurlijk, een telefoonhoesje. 

Intussen waren we het wel behoorlijk zat. Dat geslenter op het eiland en nu op de bazaar maakt je hongerig en dorstig. Dus tegen sluitingstijd stapten we weer in de tram en zochten een leuk restaurantje. Nu naast de Blauwe Moskee. Buiten, in de schaduw en vergezeld van een paar muzikanten. 

En toen naar het hotel en beddtijd. De volgende dag stond Ankara op het programma. Dus weer vroeg op en klaar maken voor de volgende 450 kilometer.

vrijdag 28 juli 2017

Dag 4 Istanbul - vervolg

Het eiland Buyukada is autovrij. Alleen de lokale ondernemers hebben gemotoriseerd vervoer. De rest gaat met fietsen of koetsjes. Voor 90 Lira laat je jezelf in een overdekt koetsje zakken en de koetsier begint een rondritje over het eiland. langs huizen, door bossen en met schitterende uitzichten over de zee van Marmaris. Er zijn honderden koetsen beschikbaar. Je hoeft dus niet te wachten. Als de Nederlandse dierenbescherming hier een kijkje zou nemen dan vrees ik het ergste. De paarden staan de hele dag in de brandende zon te wachten en zien er voor een deel echt ondervoed en schooierig uit. Maar ik heb geleerd om de Nederlandse bril in Turkije af te zetten. Natuurlijk stopt de koetsier bij een tentje langs de kant van de weg om je de gelegenheid te geven om foto's te maken. De eigenaar spint daar garen bij, want natuurlijk koop je daar weer een versnapering of simpelweg een flesje water. Want warm is en blijft het. 

Met zoveel paarden zou je verwachten dat de straat bezaaid ligt met paardevijgen, maar dat is niet zo. Er hangt voor de koetsier een soort strontzeil wat de boel opvangt. En dat ruik je dan weer wel... 

Na een uurtje waren we weer terug en liepen we door de straatjes een beetje te dwalen. de dames kochten een bloemkransje wat nu alweer vergeten in een hoekje van de auto ligt natuurlijk. En... we hebbben gegeten in een visrestaurant aan het water. Tafeltje naast het water, uitzicht op de zee en de visjes die daar bij massa's rondzwemmen. Mert genoot. En wij ook. Van de dorade en de zeebaars. Je kunt ze uitzoeken in een vitrine. Ebru waagde zich aan twee gamba's en Mert aan een garnalenschotel. Opgediend door drie obers die misschien wel wat te opdringerig waren en ook wel wat teleurgesteld dat we niet meer wilden besteden. Het zij zo. 

Toen met de boot terug. Nu in de schaduw. Op het achterdek. En de vier plekjes die we hadden heb ik verdedigd als een leeuw dit keer. Want het duurde maar even of er kwamen weer vier verschrikkelijke vrouwen die hun achterwerken er wel even bij zouden proppen. Of ik op wilde schuiven. Mijn schoolmeesters "No, enough place everywhere" schrok blijkbaar voldoende af, want ze dropen af. Heerlijk.

Wordt vervolgd




donderdag 27 juli 2017

Dag 4 - Istanbul

Om acht uur zo fris als een hoentje aan het ontbijt. Het hotel had een schitterende bovenverdieping, geheel van glas met een fenomenaal uitzicht op aan de ene kant Topkapi en de Hagia Sophia en aan de andere kant keek je zo op de Bosporus. Een toplokatie. En op die bovenverdieping was de ontbijtzaal. Met een glazen tafel vol Turkse lekkernijen. En een zeer gedienstige ober die de stoel nog onder je schuift terwijl je gaat zitten. 

Ebru wist zich dit nog precies te herinneren van de vorige keer. 

Na het ontbijt wist Fatma een kortere weg naar de tramhalte... Mooi niet dus. Na drie kwartier lopen, bergje op, bergje af, hielden we maar een taxi aan. Zo'n gele. En die scheurde ons in minder dan tien minuten naar de boot. Voor tien Lira.
Ook al was het 50 geweest... Ik had betaald. Echt. 
Intussen waren we niet de enigen die op het idee kwamen van een boottochtje naar Buyukada, het mooiste van de zeven prinseneilanden. En ware drom mensen stond als vee opgepakt in een soort vertrekhal. En toen het hek openging stormde iedereen de boot op. Achteraf snappen we ook heel goed waarom. De beste plekken in de schaduw zijn het populairst. Als je daar niet kunt zitten, moet je of in de volle zon, of in het tussendek waar het verschrikkelijk benauwd is. Gelukkig hadden we geluk en bemachtigden een mooi plekje. En dat moet je bewaken als een leeuw, want als je even opstaat en de kinderen zitten nog dan worden die zo weggestuurd door verschrikkelijke vrouwen die menen meer recht te hebben op een schaduwplaats dan wij. Agressie 2.0.... Gelukkig is Fatma zeer kien in dergelijke zaken en alles ging goed. Alleen de wind stond verkeerd zodat het wel heel erg warm was. Ook in de schaduw. 

De boot doet er anderhalf uur over en dan ben je op Buyukada. Wat kan ik er over vertellen... Al je zintuigen worden geprikkeld. Geluid van schreeuwende verkopers en een menenmassa van alle nationaliteiten. Felle kleuren van de huizen in de zon. Veelal gebouwd in Jugendstil en in alle soorten van onderhoud. De eilanden werden gebruikt om in tijden van politieke machtswisselingen tegenstanders te huisvesten. Ook wonen er lokale beroemdheden. De bekendste buitenlander is Leon Trotzky die hier in ballingschap heeft geleefd. 
Ook kleuren van de bloemenkransen die je op eke straathoek kunt kopen en die de vrouwen en meisjes in hun haar doen. De geur van vis en zeewater...

Wordt vervolgd...

Dag 3 - Istanbul

Istanbul is zoals gezegd een enorme stad. Niet alleen door het inwoneraantal maar ook geografisch. Een enorme massa flats en wolkenkrabbers zie je op kilometers afstand al voor je opdoemen. En natuurlijk rij je daar niet zomaar in zonder dat je in de file terechtkomt. Gelukkig niet te lang, maar het verkeer daar is enorm druk en vooral hectisch. Voorrang geef je niet, maar neem je. Het liefst gecombineerd met veelvuldig claxongebruik. Laat ook geen al te groot gat vallen tussen jou en je voorligger, want dan schieten ze van links en rechts het gaatje in. Vooral de gele taxi's kunnen er wat van. 

We hadden hetzelfde hotel gevonden als in 2010. Via internet zagen we dat er kamers vrij waren. Helaas stuurde grote vriend TomTom ons via het centrum wat inmiddels behoorlijk is afgedicht voor particuliere auto's. Een behulpzame agent wees ons de weg en opeens gingen alle paaltjes naar beneden. Speciaal voor ons. Een wonderbaarlijk staaltje gastvrijheid. In het hotel was  nog een kamer vrij welke door de perfect Duits sprekende hotelier voor ons werd klaargemaakt. In de tussentijd konden we alvast even het centrum in lopen. Want de Hagia Sophia en de Blauwe Moskee lagen bijna in de achtertuin. 

Mooi om even een beetje rond te lopen. Bij 35 graden. Daarna even de kamer inrichten en gelukkig onder de douche. En daar waren we wel aan toe. 
Na het douchen weer het centrum in en toen wilden we een bezoek brengen aan Topkapi. Een museum wat je natuurlijk moet bezoeken als je in Istanbul bent. Helaas was het om een onverklaarbare reden dicht. Net zoals de Blauwe Moskee met zijn zes minaretten. Maar daar was het net tijd voor het middaggebed. 'Gelukkig' werden we 'opgevangen' door zeer behulpzame verkopers die ons een tapijt, leren kleding en allerlei andere dingen wilden verkopen. 'Beautiful carpets Sir. Do you like carpets? For your wife sir... You're from Holland. Ik like Holland. Wesley Sneijder..." En zo ging het even door. Op het laatst is er wel sprake van enige agressie 2.0...

Op een lommerrijk terras hebben we heerlijk gegeten. Ik wilde nog even aan de waterpijp, want dat kun je overal doen. Kost een paar lira en dan steken ze hem voor je aan. Met houtskool. Een heel ritueel. Maar toch maar niet gedaan.

De volgende dag wilden we met de boot naar een van de zogenaamde Prinseneilanden voor de kust van Istanbul. Zeer geliefd voor korte vakanties van de upperclass en op een afstand van een uurtje varen. We zijn dus met de tram naar de beroemde Galatabrug gereden, en daar meren al die rondvaartboten en veerpontjes af. Even georienteerd op de pijzen en dat is werkelijk niet de moeite. Voor 14 Lira vaar je heen en terug. Dat is 3,50 euro per persoon en dan heb je een prachtige tocht over de Bosporus en zee van Marmaris. Even de vertrektijden gefotografeerd en natuurlijk even kijken bij de vele vissers die het ene visje na het andere uit het water weten te halen. 

Met de tram terug en op hetzelfde terras van 's middags weer heerlijk gegeten. En toen waren we inmiddels meer dan 48 uur in de benen.... Om tien uur kroop ik in mijn Turkse hotelbed met het geluid van razende taxi's en remmende busjes voor de deur. En een loeiende airco die voor geen meter werkte. Maar ik herinner me niets meer. Na een minuut was ik vertrokken en sliep onafgebroken tot 8 uur de volgende dag. 

Wordt vervolgd...



woensdag 26 juli 2017

Dag 3 - Reisdag 3 en aankomst in Istanbul

Zoals je eigenlijk ook wel kunt verwachten kun je in de auto niet goed slapen. Ik niet tenminste. Je legt je hoofd neer en je denkt dat je moe bent, en dat ben je ook wel, maar om je heen staan honderd andere auto's die komen en gaan. Dat leidt af en bovendien is je hoofd niet leeg. Ik denk dat ik alles samen een uurtje echt gedommeld heb. Toen ben ik maar uit de auto gegaan en op het terras gaan zitten met een kopje onvervalste Turkse Nescafé. Niet verkeerd, want er is zo veel te zien.

Twee gezinnen uit Frankrijk parkeerden de auto's naast elkaar en daartusssen zetten ze een tentje op. Action luchtbed erin en dan slapen maar. Een ouder echtpaar spreidde een kleedje uit op de stoep en hebben daarop uren liggen slapen. Het slechts af zijn de gezinnen met hele kleine kinderen. Die gaan jengelen of moeten worden verschoond. Die ouders slapen niet veel. En ook velen die net als wij in de auto een poging doen. 

Ebru kwam naast me zitten en samen hebben we het licht zien worden. Om half zes. de lucht verandert vrij snel van zwart naar donkerblauw en lichtblauw. En toen, na een snel ontbijtje, klaargemaakt op ons meegenomen gasstelletje, zijn we gaan rijden.

De grens over. Een enorm complex. En een complexe gang van zaken. Voor Mert, Ebru en mijzelf moetsten we een visum aanschaffen. Kosten: 75 euro. Loketje. Dan door de paspoortcontrole. Ander loket. Dan doorrijden en de auto registreren. Dat moet, ik weet ook niet waarom. Maar weer een loket dus. Dan weer doorrijden en door de bagagecontrole. We zagen er schijnbaar niet uit als smokkelaars, want na een snelle inspectie van de bagageruimte mochten we doorrijden. En toen waren we echt in Turkije. De snelweg op. Naar Istanbul. Nog twee uurtjes schatte ik in. En dat klopte ook wel. Maar dan ben je nog maar in het begin van deze enorme, gigantische stad. 

Waarover later meer. 

Dag 2 Reisdag 2

Na een welverdiende nachtrust konden we om zes uur al in de eetzaal aanschuiven voor ons ontbijt. Een continentaal ontbijt. Wat dat betekende wisten we niet, maar we lieten ons verrassen. Nou ja. Een schaal met kleinverpakkingen boter en jam, vier broodjes en wat tegen de borst gesneden witbrood. En honing, sap en een schaal gezond. Dus tomaat en dergelijke. 

Voor Mert was het te vroeg. En hij wilde Nutella. Hetgeen ze niet hadden. Helaas voor hem. Soms is het gewoon een zeurpiet. En het geheel kostte ook nog eens 24 euro. Toch wel aan de prijs vonden we. 

Om half acht reden we Szeged uit en even later passeerden we de grens met Servië. Je weet wel. Van Karremans en Srebrenica en dergelijke. De grens was een eitje. Wel een enorme bende in de bermen. Ongelooflijk hoe onze medemens toch met het afval omgaat. Van alle grenspassanten weet je dat ze ook op doorreis zijn naar Turkije. En dat is leuk, want je komt de hele dag dezelfde mensen tegen. In Servië moet je betalen voor het gebruik van de snelwegen. Net als in Oostenrijk, Hongarije en eigenlijk overal. Servië gebruikt tolpoorten. Zoals in Frankrijk. Je hoeft dus geen vignet te kopen. En de prijs stelt niks voor. Een paar euro maar. In Servie viel vooral de grootte van de hoofdstad op. Beograd is enorm. Kolossale woonflats. Vies en grauw. In 2010 stonden we er in de file. Nu stroomde het mooi door. 

Het laatste stukje van Servie, van Nis richting Sofia is een prachtig ritje. Weg van de snelweg. Over een mooie bergpas, kronkelen door dorpjes, langs een woest stromend riviertje en door vele (onverlichtte) tunneltjes. 

Bij de grens van Servië richting Bulgarije ontstond wel een echte opstopping. Massa's auto. Vier of vijf rijen dik. Eerst Servie uit. Dan naar het volgende loketje om Bulgarije in te komen. Van. Niet EU- naar EU land. Druk dus en nauwgezette controles. En als toetje mag je dan nog in de rij gaan staan om een vignet te kopen voor de tolwegen. Ik heb er een uur gestaan. Terwijl het 36 graden was. In de zon. Vijftien euro voor een maandkaart. Je moet je kentekenbewijs tonen en dan wordt alles ingetikt en gecontroleerd. Bureaucratie ten top. En dan krijg je een sticker. En mag je verder. Bulgarije in. 

In 2010 was dat nog een avontuur. Slechte wegen, vol met kuilen en gaten. Slechte dekking van de TomTom waardoor we toen behoorlijk zijn verdwaald. Nu niks van dat al. Een beetje gehobbel soms, maar verder vanaf Sofia in een rechte lijn snelweg naar de grens. Een hele verbetering.

Na de Bulgaarse grenspost is er hier een soort tussenstuk met een groot voorzieningenniveau. Tax-Free shops, horeca en terrassen. Hier kun je even opfrissen, eten, drinken alvorens je de grens over gaat naar Turkije. En hier zitten we nu op een terras. Heerlijk kijken naar alle mensen die ook verreisd uit de auto komen. Gezinnen, hele families. Babies, oma's en heel veel kinderen. Wij wachten op de zonsopkomst. Slapen even in de auto als dat lukt en rijden dan naar Istanbul. De grenspassage zal nog wel wat tijd kosten. Paspoorten, maar ook visums kopen en de auto moet geloof ik worden geregistreerd. Maar dat zien we morgen wel. Voor nu geniet ik met volle teugen. Het loopt allemaal geweldig, het klimaat is super. Het is nu kwart voor een en gewoon nog warm. Er rijdt hier een sproeiwagen die een of ander gas rondspuit. Ik denk tegen muggen en ander ongedierte. 

Morgen verder. Ik heb geen internet, dus hopelijk is dit morgen te lezen. 

zondag 23 juli 2017

Dag 1. Reisdag 1 - deel 2

Vanmorgen om vier uur zijn we vertrokken. Dat betekent dat je om drie uur uit de veren moet. Want laatste dingetjes en douchen. En stekkers en sleutels en ramen en deuren. En het lukte ook nog. Even voor vier uur reden we weg. Donker en regen. Op naar betere klimaten.

En dat duurde nog wel even. Onderweg was het zeker tot Passau miezerig en grijs. En toen was het al rond de klok van twaalf. Om de twee uurtjes even stoppen natuurlijk om voor de inwendige mens te zorgen en diezelfde inwendige mens de gelegenheid te geven datgene te lozen wat het niet meer nodig heeft.

Alles liep zeer voorspoedig. Een klein oponthoud bij Nurnburg en verder reed het mooi door.

En zo arriveerden we al om half acht bij het geboekte hotelletje onderin Hongarije. Bij Szeged. Vlak voor de grens met Servië. Een redelijke familiekamer met een douche waarvan het water een beetje naar zwavel ruikt. Maar wat geeft het. Als je maar kunt douchen. Bij 32 graden. En de kamer heeft nog airco ook. En er is een terras buiten waar ik nu verkwikt en verfrist dit blogje typ. Want er is zelfs WiFi... Wat wil een mens nog meer. Nou... Slapen eigenlijk. En dat ga ik zo doen. Want morgen om zes uur opstaan, dan ontbijten en dan op naar de volgende 1000 kilometer. Door Servië met Beograd en door Bulgarije met Sofia. En dan de grens over naar Edirne, en dat is al Turkije.  De grens waar je nogal wat moet regelen. Auto aangeven, visums regelen etc etc.

Maar dat is allemaal morgen. Vandaag hebben we bijna 1500 kilometer afgetikt. En geloof me beste critici: ik geniet er van.



Dag 1. Reisdag 1

Zo. We hebben er lang naar uit gekeken, maar vanmorgen was het dan zover. We gaan op vakantie. Naar Turkije. Met de auto. En wel vier weken lang.
Een hele onderneming die slechts enkelen weten te waarderen. het merendeel van de mensen schudt meewarig met het hoofd: " Die zijn gek. 2500 kilometer rijden door enge landen. En dan nog maar in Istanbul zijn. En ook nog Turkije 2017. Straks worden ze opgepakt of erger..." 

Ik weet het wel. En ze hebben geen gelijk. Want vanaf het moment van wegrijden begint de vakantie. Zoals dat hoort. Met broodjes en een koelbox. En gekookte eieren en allemaal lekkere dingen die voor ons zijn klaargemaakt door lieve familie.

En natuurlijk een thermoskan koffie voorin. En muziek en films voor de kinderen. Die prinsheerlijk achterin zitten met alle geneugten en gemakken van vakantie 2.0. Beeldschermen in diverse soorten en gescheiden door een muur van een tas. Zodat ze elkaar niet kunnen slaan... En dat hebben ze dan ook niet gedaan. 

Op de onderstaande foto's een impressie van ons rijdende huisje vandaag. 











Gezamenlijk wachten op betere tijden

En die komen. Niet nu. Want het giet van de regen. Dag Nederland. 23 juli 2017. Tot over vier weken. Of zo...

zaterdag 22 juli 2017

Testbericht

Iyi tatiller.

Dit betekent 'fijne vakantie'.

Vanaf deze plek zijn de komende weken onze vakantiebelevenissen te volgen.

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...