vrijdag 17 augustus 2018

Spiegeleikwallen

De kinderen hebben deze vakantie een paar keer een waterfiets gehuurd. Je weet wel zo’n ding waar je jezelf een ongeluk trapt en nauwelijks vooruit komt. Deze waren echter speciaal pap: “want er zit een glijbaan op”. Ja dus.Prima. Als ik maar niet hoef... Vier dames met Mert als passagier, of kapitein. Ik weet niet precies hoe de rollen waren verdeeld. Feit is wel dat ze bij terugkomst grote verhalen hadden over reuzenkwallen en ze lieten me de foto’s zien. En inderdaad, zo’n grote blubbermassa kom je niet graag tegen. Mert is in ieder geval genezen van het zwemmen in het kristalheldere water hier waar hij speciaal zijn onderwatercamera voor mee had genomen en een duikbril met snorkel voor had gekocht. Toch jammer.

Vandaag zaten we in het plaatsje Umag op een terrasje wat te drinken. Een terrasje uit duizenden: pal aan het water. Het was net een aquarium waar je in keek. En daar verscheen hij dan live en in vol formaat: de spiegeleikwal. De WiFi op de camping laat geen uploaden van foto’s toe, maar ik heb op FB een filmpje gezet. Prachtig toch.

Voorlopig was dit ook wel het laatste uitje. Morgen inpakdag. Wel zwemmen natuurlijk en ik moet met Mert nog de finale spelen van het midgetgolfen wat we een paar keer hebben gedaan samen.
De camping loopt aardig leeg. Het leuke van deze camping is dat het een echt internationaal gezelschap is hier. Het merendeel zijn Slovenen die vaak een seizoensplaats hebben. Een speciaal stuk van de camping is hiervoor ingericht. De (voornamelijk Adria) caravans zijn oud, versleten en aangekleed met koelkasten, laminaatvloeren onder de luifel, schotelantennes, enorme stukken zeil tussen de bomen voor de schaduw en alle andere zaken die het geheel een beetje nomade-achtig laten lijken.

Verder erg veel Italianen en Duitsers. De laatste categorie zie je overigens overal. Oostenrijkers, Belgen en een verdwaalde Tsjech. En natuurlijk de Nederlanders. Ook behoorlijk veel, maar een Nederlandse enclave zoals je dat in Frankrijk noga eens tegenkomt is het gelukkig niet.

Op de hele camping slechts een piramide-tent gespot. Jawel ook nog een echte DeWaard. Een Albatros. De eigenaars pasten er precies bij. Dure sandalen uit de buitensportwinkel met verantwoorde sokken. En hij en zij dragen ze allebei. Verder Nomad, Tenson, kleine visserskrukjes en een degelijke Volvo.

De tunneltent is in, de vouwwagen is uit. En helemaal hot zijn de campers. Zeker een kwart van de plaatsen hier wordt in beslag genomen door campers. En echt geen oude cavaljes. Het merendeel is nieuw. Vooral Duitsers reizen hier mee, maar ook nogal wat Nederlanders. Het lijkt ons ook wel wat, alleen de prijzen van die dingen zijn natuurlijk idioot hoog.

Gelukkig hoeven we nog niet in een identiteitscrisis te geraken, want het merendeel van de bezoekers heeft gewoon een caravan met een stationcar. Pa, die altijd rijdt, moe met de tassen voorin en twee of drie kinderen in de leeftijd van een tot 20 op de achterbank. En in dat beeld passen wij precies. En daar voelen we ons zeer happy bij.



donderdag 16 augustus 2018

Het zal ook eens niet...

We hadden het natuurlijk wel een beetje na kunnen gaan na de enorme oorontsteking van Mert vorig jaar in Turkije. Een paar dagen geleden begon hij al een beetje te klagen over pijn bij het slikken en we zagen dat als hij wilde liggen dat hij dan snel weer rechtop ging zitten. Voortekenen die hij niet wilde en wij natuurlijk ook niet, maar die je niet kunt negeren. Gisteren de eerste kleine huilbui en toen toch maar weer een dokter opgezocht. En die was eigenlijk onder handbereik op een naburige camping zo vertelde de alleraardigste receptiemedewerkster ons desgevraagd.

Twee kilometer verder op, ‘go right at the roundabout sir and then after a few kilomters on your right hand’. Camping Park Umag, een nog grotere en luxere camping dan deze, Kroatie kent geen kleine campings volgens mij, lag inderdaad om de hoek. Een alleraardigste recptiemedewerker liep met ons mee naar de huisartsenpost die inderdaad een eigen spreekkamer had op deze camping. Wachtkamer vol met vrouwen en kinderen. De kinderen kampten allemaal met oorontsteking, en bij de vrouwen weet je het nooit. Twee deuren. Een voor de ‘nurse’ die ook voor de bonnetjes was en de andere voor herr Doktor. Pasje afgeven, natuurijk een verlopen zorgpas zodat dit even cash moest worden afgehandeld volgens de nurse. Ook goed als hij maar antibiotica kreeg.

Mert heeft een zeer hoge pijngrens. Gelukkig maar, want we moesten een uur in die wachtkamer wachten. Ik ben met Ebru maar even een ijsje gaan scoren. Geen schepijs want het water was eraf op de camping.... Dat is natuurlijk rampzalig voor zo’n mega-camping... Al die droogstaande toiletten....

Na een uurtje mochten we naar binnen bij een echte local Doktor. Hij was zeker twintig jaar jonger dan ik en volgens mij was het een boerenzoon uit de buurt die door heeft mogen leren. Reuze aardig dat wel. Mert werd beschenen in zijn oor, bekeken in zijn keel en moest AAA zeggen en de dokter zei: ”Not so bad. I give you spray for the nose en drips for the ears. Three times a day and you may swim if you want, but not dive. And only in the sea, not in the pool. Pools are bad for your ears”

Even 300 kuna’s aan de nurse geven, toch weer 41 hele euro’s voor een consultje, snel verdiend toch.
Daarna in Novigrad naar de Farmacie en weer 100 kuna’s dokken, 13,60 euro.

En toen was het al weer twee uur, dus snel naar de camping. Zwemmen en beseffen dat heel langzaam, maar o zo zeker, het einde van de vakantie in zicht komt. Morgen de laatste echte dag. Zaterdag wordt zo’n dag van alles opruimen en inpakken.

En Mert... gaat van paracetamol naar paracetamol. In de tussenliggende tijd heeft hij praatjes voor tien, en ik hoop dat we er op tijd bij zijn geweest. Want een echte oorontsteking doet wel zo verschrikkelijk pijn. En dat met de terugreis van twee dagen voor de boeg.... We zullen zien hoe de zaken gaan lopen.

woensdag 15 augustus 2018

Donder en geweld

Gisteren moest oudste dochter Anouk al terug naar Nederland. Ze heeft dispuutsverplichtingen die het voor haar niet mogelijk maakten om gelijk met ons terug te gaan. Ze had een vlucht in twee gedeelten geboekt, eerst van Pula naar Zadar en vandaaruit naar Dusseldorf. Zoals het zo vaak gaat met die goedkope vakantievluchten moet je daarvoor erg vroeg ter plekke zijn.

Ze vloog om zes uur ‘s morgens en moest twee-en-een-half uur van tevoren inchecken. Dat betekende dus om half vier aanwezig en, met een ruime marge, om twee uur van de camping wegrijden. De poort van de camping sluit om twaalf uur, dus ik zou mijn auto buiten de poort moeten parkeren en dat vond ik maar niks. Er zwerft hier nogal wat rond...
Gelukkig kon ik het regelen met de alleraardigste jongedame van de receptie. Ze zou de poort speciaal voor ons open doen.

Wat me nog meer dwars zat waren de weerberichten. We hebben prachtig weer, maar uitgerekend in de nacht van maandag op dinsdag stonden er al dagen van de bliksemtekentjes. En op maandag was het gewoon prachtig weer, maar bij het vallen van de avond begon het toch een beetje te flitsen in de verte boven zee. Geen gerommel, geen zwarte wolken, gewoon weerlichten. En de intensiteit nam met het uur toe. Ebru kwam half in paniek van een vriendinnetje aangerend en zei dat iedereen de stormbanden aan het vastmaken was aan de caravan en Anouk is van de lounge-bar weggestuurd omdat het te gevaarlijk was. En het weerlichtte alleen nog maar... Toen toch ook maar wat extra scheerlijntjes gespannen en de haringen vastgetikt.

Rond tien uur begoin het te regenen. Wat heet: gieten is een beter woord en de bliksem gaf een doorlopende voorstelling. Nu begon het ook te donderen. Nou ja, onweersbuitje dacht ik... We zijn maar even gaan liggen, want om twee uur zouden we vertrekken en dat zag ik helemaal niet zitten met dat weer. In het donker, noodweer en op een weg die je niet kent. Geen comfortzone...

Om twaalf uur werd het rustig. De regen hield op, de donder was weg alleen het bliksemen hield aan in de verte. De weer-app gaf steeds wisselende berichten dus we besloten om maar te gaan rijden. Het was droog tenslotte en er waren alweer een paar pinkelende sterren te zien.

Zo gezegd zo gedaan. Geloof me dat het geen leuk gevoel was om de rest achter te laten zo midden in de nacht. Onderweg echter was het droog en het bleef droog de hele 80 kilometer prachtige snelweg lang. Wel was de horizon doorlopend verlicht van de bliksems en eigenlijk was het een prachtig stukje natuurgeweld wat je gratis en voor niks mocht aanschouwen.

Om twee uur arriveerden we bij een uitgestorven vliegveld. Een vertekhal die gelukkig open was, maar waar verder geen voorzieningen waren. Een afgesloten coffee-corner, 25 pinautomaten en een paar banken om te zitten of te liggen. Een paar securitymensen zaten bij elkaar en er lagen een paar verdwaalde backpackers te slapen. En dat deden wij dus ook maar. Op een bankje. En dat lukte ook nog. Om vijf uur pas gingen de incheck-balies open. Het bleek dat je voor een binnenlandse vlucht slechts een uur inchecktijd nodig had.... Maar goed. Om vijf uur checkte mevrouwtje in en ben ik terug gaan rijden. Bij de eerste tankstelle gestopt voor een broodje en een kop koffie en toen, het was net licht, rustig teruggereden. Onweer weg, bliksem weg, regen weg. Om zeven uur reed ik de camping op en om tien over zeven deed ik mijn ogen dicht om ze rond twaalven weer te openen. Buiten was het stralend weer en door de regenbuien van die nacht was alles lekker opgefrist.

Anouk moest ik Zadar weer een halve dag wachten in een soortgelijke vertrekhal en die is ‘s avonds veilig in Dusseldorf geland.


zondag 12 augustus 2018

Kroatie

Het is de eerste keer dat ik een land uit het voormalige Joegoslavie bezoek. Niet op doorreis, maar echt als vakantieland. Van vroeger, de periode voor de Balkanoorlogen, weet ik dat veel mensen er altijd wildenthousiast over waren. Verhalen over Istrie, de Plivic-meren, de grotten van Postanja, Bled en Ljubjana. Het was dan altijd Joegaslavie, en het is nog niet zo heel lang geleden dat hier een verschrikkelijke oorlog aan de gang was. Daar zie je overigens helemaal niets meer van.

Kroatie bestaat sinds  1991 in zijn huidige vorm en kent een bloedige geschiedenis van onderdrukking en overheersing door de Ottomanen en de Serviers. Het land is zoals we dat hier vooral zien een keurig aangeharkt park helemaal gericht op het toerisme.

Waar je in andere Zuidelijke landen nog wel eens een rotzooitje ziet buiten de toeristische straten, is dat hier echt niet het geval. Alles is netjes. Alles is mooi opgeknapt. Alles heeft een vrij luxe uitstraling. Het plaveisel in een toeristenstadje als Porec is geheel van prachtig glimmend natuursteen.

Er is heel veel horeca. Met kerels die een stuk stoep hebben om klanten naar juist hun terras te lokken. Toch doen ze dit niet op een opdringerige manier. Eerder behulpzaam. In de toeristenplaatsen hoef je je ook geen zorgen te maken of je de menukaart wel begrijpt. Alles wordt met foto’s verduidelijkt en in minstens vier talen omschreven.

De enige omissie is misschien dat je in de winkels niet altijd kunt pinnen. Gisteren zijn we uit eten geweest in Porec en de rekening diende cash voldaan te moeten worden. Hetgeen we niet op zak hadden in die hoeveelheid. geen probleem. De pinautomaat zat op de hoek. Toen ik er op ging letten zat er echt om de twintig meter een flappentap. En blijkbaar moet je ook even op de koers letten, want vorige week werd er 121 euro afgeschreven voor 800 Kuna en gisteren 114 euro voor dezelfde 800 Kuna’s. Gedoe waar ik helemaal geen zin in heb.

De winkeltjes zijn allemaal uit hetzelfde blik met dezelfde spullen: kleding, schoeisel, parfumerie, souverniers en zo nog het een en ander. Na 200 meter straat begint alles opnieuw. De topper is de zogenaamde “ 50Kuna shop” Alles kost daar 50 Kuna, ofwel 7 euro. De eerste zagen we in Novigrad en we vonden het een leuk concept. In het wat grotere Porec zaten er echter wel zes of zeven....
En dan begint het te irriteren.

Voor de rest is het natuurlijk vakantie zoals vakante hoort te zijn. Slenteren, ijsje eten, toch weer veel geld uitgeven aan petjes, shirtjes en hoedjes, terrasje met een werkelijk overheerlijke halve lier lokaal bier die precies op de goede temperatuur, met de juiste schuimkraag en in het juiste beslagen glas wordt geserveerd. Bijna nooit smaakt zo’n glas bier lekkerder dan hier in dit klimaat, op een verzorgd lommerrijk terras en bij de juiste mate van oververhitting en navenante dorst....

Mert heeft een voetbalshirt gekocht van het succesvolle Kroatische elftal van het afgelopen WK met de naam van Modric voor een veel te dure 18 euro. Volgens een Nederlandse jongen die we hier spraken kon dat voordeel opleveren op terrasjes en restaurants. Ik ben benieuwd...

Kroatie: tot nu toe bevalt het me prima.

zaterdag 11 augustus 2018

Over stokken en de voortent

Bij een caravan hoort een voortent. Vind ik. Eigenlijk van de zotte, want het wezen van de caravan, namelijk snel een plekje om te wonen, eten en slapen en vaak van alle gemakken voorzien, ga je onderuit halen door er weer een lappen toestand aan vast te maken met stangen, lijnen en haringen.

Hier in Kroatie zie je heel veel caravans zonder voortent, maar met een luifel. Zo’n ding hebben wij ook. Vaak maken we die weer aan de voortent vast, zodat je bij een klein beetje regen toch droog zit en je niet meteen alles naar binnen hoeft te verhuizen. En alles is veel met een gezin. Een grote klaptafel en vijf stoelen. Natuurlijk ligt er ook van alles op en onder die tafel. Een luifel is dus handig. In Nederland waar het nogal eens regent. Of in Frankrijk waar de hemel soms echt naar beneden komt zo las ik vandaag in de nieuws-apps.

Wij hebben de voortent toch maar opgezet en de luifel ligt nog in de bak. En de voortent is nu een beetje luifel, want de zij- en voorflappen kunnen eruit of helemaal open.

Terug naar het begin. Voortent dus. De caravan staat op zijn poten, de stroom is aangesloten, de stoelen staan en de tafel ook. Dan moet het gaan gebeuren. Eerst de tent zelf. Die moet met een pees door een rail worden getrokken. Van de ene kant van de caravan naar de andere kant. Een bevredigend klusje. Het glijdt er lekker door en als het zwaarder gaat ben je er bijna. Dan wordt de enorme stokkenzak leeggeschud en het eerste meningsverschil ontstaat:” Moeten de stokken met een kruis met de korte kant naar buiten of met de korte kant naar binnen...???” Nu weet ik dat de korte kant naar binnen moet, maar wat ik ook zeker weet is dat ik het volgend jaar niet meer weet. Ik heb het ook al een paar keer opgeschreven, maar dat briefje kun je dan natuurlijk weer niet zo snel vinden.

Dan volgt een mooi samenspel. De een zet de eerste stok op hoogte en de ander haakt de stokken met een haak in het daartoe aan de caravan aangebrachte oogje van plastic. Een hachelijke onderneming, want dat oog kan knappen zodat er weer vertraging ontstaat. Reserve-oog zoeken, niet kunnen vinden, toch gevonden etc etc... Gelukkig worden we steeds handiger zodat we al jaren zonder brokken de haak-stokken vastmaken. En dat zijn er vier. En die span je weer aan met een stok met een draaiknop die dus verstelbaar is zodat je de tent mooi strak kunt aanspannen. Andere voortenten van andere mensen staan altijd heel mooi strak... Die van ons ook wel meestal.

Dan moeten de wanden erin worden geritst. Vier stuks, twee aan de voorkant en een aan beide zijkanten. In de wanden zitten ramen zodat je naar buiten kunt kijken als het regent. Of naar binnen kunt kijken als het mooi weer is. Maar dat willen we niet want dan kunnen andere mensen ook naar binnen kijken en dus hangen er voor die ramen gordijnen. Aan een speciaal in de flap aangebracht railtje met speciaal in de gordijnen aangebrachte klemmetjes. Zodat het gordijn ook open kan. Heel ingenieus bedacht door de firma Dorema. Die gordijnen horen bij de voortent en de fabrikant Dorema doet er ook een bijpassend tafelkleedje bij zodat alles een geheel is.

Rest dan nog het vast timmeren van het geheel. Haringen slaan. Naarmate ik ouder word krijg ik er steeds meer pijn van in mijn rug. Toch is het een lekker werkje. Vooral als je de rotspennen flink de grond in kunt rammen. Over een paar weken zien we wel weer hoe ze eruit moeten, want sommigen zitten echt klemvast. Overigens is mijn moraal in deze weinig waard, want als ik er een niet los krijg timmer ik hem zo helemaal de grond in en mag een archeoloog in het jaar 5000 vaststellen dat er hier vroeger een camping was. Zo in het tweede of derde millenium na Christus. Zodat hij aan kan tonen dat mensen in West Europa ‘s zomers huis en haard verlieten om een waar nomadenbestaan te gaan leiden voor enkele weken.

Morgen verder...





vrijdag 10 augustus 2018

Nog even over dag 2

Ik zou het bijna vergeten. Het stroom-verhaal waar ik op de eerste dag bijna van uit mijn plaat ging.
Rustig redenerend (later pas hoor) had ik me er al bij neergelegd dat het misschien niet op te lossen was. En dan maar zonder stroom. Wat heet: de kabelhaspel kreeg wel stroom. Dus alle apparaten konden gevoed worden. Het toilet zou niet doorspoelen, maar dat euvel zou op te lossen zijn met de aloude waterfles. Ze mogen toch niet poepen in de caravan. Een koelkast hebben we dubbel. Ook in de voortent een exemplaar. Alleen met het licht zou het even gedoe zijn, maar in Kroatie was het toch mooi weer zodat het licht alleen belangrijk zou zijn bij het ter bedde gaan en daar heb ik een tas vol zaklantaarns voor in de kast liggen. Dus het probleem werd hanteerbaar en ik kon rustig slapen.

Natuurlijk bleek in Kroatie, toen de caravan op zijn pootjes stond en het nog te warm was voor de voortent-heisa, dat het probleem wel heel eenvoudig op te lossen was. In de CEE-stekker aan de kabelhaspel, dat ding wat je in een gat in de caravan steekt, zat het spreekwoordelijke draadje dit keer echt los.... Klusje van een paar minuten. Rampenplan overboord. We hebben stroom.

donderdag 9 augustus 2018

Camping Mareda

Zoals gezegd hou ik van kleinschalige campings. Dit is wat anders. Wel een ANWB-camping. Dat dan weer wel, zodat er toch een zekere garantie wat betreft de kwaliteit  is. Maar van kleinschaligheid kun je niet spreken op een camping met 1150 plaatsen.

Eerst een slagboom met een vent in een hokje. Dan opstellen in een rij. Dan inschrijven bij de receptie. En dan krijg je een ingestudeerde riedel in het Engels wat er allemaal kan en waar je een plekje mag uitzoeken. ‘In the green premium area.’ Als we gesetteld waren konden we terugkomen om het nummer door te geven en onze al ingenomen paspoorten terug te krijgen. Welk een voortvarendheid. We zouden dan tevens de douchepassen in ontvangst kunnen nemen.

De Premium plekken zijn plaatsen van 10x10 meter door middel van een heggetje afgescheiden van je buren. Geen gras maar grind met een verdwaalde grasspriet ertussen die zich aan de droogte heeft wten te ontworstelen. Een eigen waterkraan en afvoer complementeren het geheel.
Op zich keurig conform de verwachtingen. En er staan ook bomen zodat je ook nog een beetje schaduw hebt. En die is wel nodig, want het is hier snikheet. En alles op looopafstand van de zee en het zwembad. Keurige sanitaire voorzieningen en eigenlijk niks te klagen dus. En dat doen we dan ook niet, want klagen over de hitte is natuurlijk ridicuul. Dan hadden we maar naar Lapland of Drente moeten gaan.

Vermaak is er ook. Bij het zwembad, een mooi bad met zeewater, zijn voorzieningen zoals een bar en wat andere toestanden. ‘s Avonds is er voor de jeugd een en ander te doen en ‘s morgens is er een workout. Een zeer snelle slanke animeerdame laat vele badgasten hupsen en spingen in het zwembad.  Ik heb er met verwondering naar zitten kijken. Dikke dames en dito heren die precies doen wat ze in haar headsetje roept en voordoet. Het hele bad vol.

De zee is zoals de zee moet zijn. Blauw, oneindig en genadeloos beschenen door de Kroatische zon. Heel erg helder water, zodat veel kinderen zich vermaken met een schepnetje op zoek naar visjes en krabbetjes die er volop rondzwemmen. Een strand is er niet. Wel wat platte rotsen en een betonplaat waar strandstoelen staan. Bij het zwembad gelukkig wel een keurig terrras.

En als je het te warm krijgt in je ligstoel dan neem je een duik in het zwembad, als er geen dansende massa bezig is tenminste, of je trekt je waterschoenen aan en gaat lekker de zee in. Het zeewater is een stuk koeler dan vorig jaar in Turkije. Daar had ik het gevoel dat je in bad stapte soms. En het water is hier schoner.

Wel is het warm. Erg warm. En vochtig. Zelfs de badhanddoeken drogen nauwelijks in de zon en ‘s avonds beslaat de campingtafel van het vocht. ‘s Nachts koelt het wel lekker af, zodat de frisse lucht heerlijk de caravan in stroomt.

Tot zover maar weer even

woensdag 8 augustus 2018

Dag 2: Op de bestemming

Om negen uur ‘s morgens vertrokken we vanaf camping Maltatal voor de laatste paar 100 kilometer naar Kroatie. Meteen maar de radio aangezet, want we waren wel benieuwd naar de drukte bij de Karawankentunnel. Niets te melden en er stonden welgeteld drie auto’s voor ons. Wel even 11,70 euro afrekenen. De Sloveense staatskas moet gespekt worden. Eigenlijk verwacht je dan een vriendelijke dame in zo’n tolhokje de je bedankt en een goede reis wenst. Maar nee, het was er een waar geen glimlachje af kon. Zo een die een rol had kunnen hebben in een film over WOII en dan met een uniform aan de meest verschrikkelijke dingen uithaalt.

 En dan de tunnel door. Kilometers en kilometers tweebaansweg door een grauwe tunnelbuis. Ik heb het al niet zo op al die tunnels, maar deze was echt de minste.

Slovenie. Ik was er nog nooit geweest en het moet gezegd: keurige snelwegen door een mooi landschap. Het enige wat ze niet kunnen is fatsoenlijke parkeerplaatsen aanleggen voor als je even wilt verpozen.

De grens bij Koper was nog wel een dingetje. Je moet dan een bergpasje over en dat is niet zo erg, maar bij de afdaling stonden we toch wel een half uurtje in de file. Ik was allang blij dat het niet bergopwaarts was, want dat is niet bevorderlijk voor je koppelingsplaten met een combinatie  zoals de onze van ruim 3000 kilo.

En dan Kroatie in. Na een bocht in de weg zie je de Adriatische zee helblauw en schitterend liggen. Een voorproefje van het ultieme vakantiegevoel. Nog even zoeken en toen waren we al op de camping.

Waarover de volgende keer.

dinsdag 7 augustus 2018

Ook dag 1: toch nog een beetje stress....

Voor vertrek had ik de caravan een beurtje laten geven. Nieuwe bandjes, even de remmen checken en andere zaken die af en toe inspectie behoeven. Het kostte me 450 hele euro’s en eigenlijk vind ik dat best veel. Maar sommige dingen moeten nu eenmaal.

Aangekomen op camping Maltatal draaiden we zoals gezegd de pootjes uit en daarna sluit je altijd de stroom aan. Zonder elektriciteit kan een mens niet leven in deze tijd. Vijf telefoons moeten aan de lader, de iPad was leeg en zo zijn er meer dingen nodig. Koelkast, toilet, noem maar op.

Groot was dan ook de irritatie toen de stroom niet bleek te werken. Zoek dan maar eens uit waar het probleem zit. In de stroomkast, in de haspel, in de caravan... En dat bij een temperatuur van 36 graden of iets dergelijks. Mijn reactie was blijkbaar overtrokken, dat zie ik nu ook wel, maar op dat moment kon ik er even niet tegen. @#$@#$ heb ik een beurt van 450 euro laten geven en dan nu dit. Het duurde echt even voor ik me had neergelegd bij gaslicht en geen toilet gebruiken. En bij “dat zoeken we morgen wel even uit als we op de plaats van bestemming zijn”. Ik ben dan een echte stress-kip.
Scenario’s van blijvend niet werkende stroom gaan dan door mijn hoofd en dat is dan even te veel.

Na soep met broodjes en restanten van de reis-proviand vonden we het allemaal wel tijd om te gaan slapen. Ramen van de caravan wijd open en klaarmaken voor de zoveelste plak-nacht in 2018.
En dan merk je dat je toch wat hoger zit: ‘s nachts werden we wakker en moesten zowaar onder de slaapzak. Heerlijk.

Dag 1: Zwarte Zaterdag

Eigenlijk wel een beetje roekeloos. Alle nieuwsberichten geven aan dat je juist niet op Zwarte Zaterdag moet gaan rijden, maar het dan toch doen. Eigenwijs misschien, maar ik had in mijn hoofd dat Zwarte Zaterdag vooral betrekking zou hebben op Frankrijk en dan de weg naar het Zuiden. Dus besloten we om de gok te wagen. Wel vroeg weg dan...

En de geplande 03.00 uur vertrek werd natuurlijk 03.30 uur. Nou ja, met een gezin met drie kinderen is dat nog alleszins acceptabel toch? De caravan was al aangehaakt, de spiegels bevestigd en eigenlijk hoefden we aleen maar de nodige proviand uit de koelkast over te hevelen naar de auto en de zaak af te sluiten.

En om half vier vertrokken we dan. In het donker. Drie kids in de leeftijdsrange van 12 tot 20 op de achterbank, de op de avond daarvoor geupdate TomTom ingesteld en een kan koffie bij de hand. Op naar Kroatie, naar de Dalmatische kust in het prachtige Istrie waar we een camping aan het strand hebben geboekt.

De eerste kilometers is altijd even wennen met een caravan. De auto voelt anders, stuurt anders en beweegt anders. Maar het went snel en na een tijdje weet je niet beter.

Ik had drie bestemmingen in mijn hoofd voor de eerste dag. De verste, en die had mijn voorkeur, lag diep in Oostenrijk, niet zo ver van de grens met Slovenie. En dat was dan 988 kilometer voor de boeg en ik nam aan dat we dat niet zouden halen. Vanwege Zwarte Zaterdag.

Maar, Zwart of niet, we hebben geen file gezien. Wel steeds berichten op de radio over lange, lange wachttijden bij de grens met Slovenie. Maar die deerden ons niet, want dat was pas een dag later immers.

En zo arriveerden we om 5 uur in de middag op camping Maltatal in het Oostenrijkse Gmund. En daar konden we wel overnachten. Voor 65 euro op een camping met alleen maar Nederlanders. Inclusief geitenboerderij.

Afkoppelen, pootjes uitdraaien, stoeltjes naar buiten en zitten gaan voor het echte vakantiegevoel.
Echt? Mwah...

Wordt vervolgd.

vrijdag 3 augustus 2018

Klaar voor vertrek

Het is vrijdagavond 5 augustus. Al een paar dagen heerst hier een soort vakantiekoorts in huis. Vakantiegangers weten wel wat dat is. Maar nu is alles zo goed als klaar. De vloer is weer droog nadat Mert en een gigantische emmer water overheen schopte vanmiddag. Natuurlijk per ongeluk:" want hoe kan ik nou weten dat die bak vol water zit" etc etc... Nou ja meteen dweilbeurtje voor de tegels.
De bestemming wordt Kroatië. Istrië om precies te zijn. Een tweedaagse rit. Te beginnen met zwarte zaterdag. Ik hoop dat die vooral in Frankrijk zwart is. We hebben een camping aan het strand geboekt. Ik ben benieuwd. Eigenlijk hou ik meer van Franse campinkjes in een wijngaard bij een boer of zo. Voor weinig. Of een camping bij een kabbelende beek tussen de lavendelvelden... Maar met pubers moet je soms wat schipperen. We zullen zien. We hebben er allemaal zin in en dat is het voornaamste. En de weerberichten zijn geweldig...

Morgen maar weer een Update.


Nog een nachtje...


dinsdag 31 juli 2018

Zomervakantie 1978 - 1980 Oostenrijk Karinthie

Na vijf jaar Zwitserland vonden mijn ouders het tijd voor iets anders. Misschien speelde ook mee dat Zwitserland wel een erg duur vakantieonderkomen was geworden.Ik zal het nog eens vragen aan mijn moeder, maar ik vrees dat ze dat niet meer weet.
Ons reisgezelschap was inmiddels uitgebreid met kennissen met kinderen van onze leeftijd die we al kenden vanaf de kleuterschool. Dat was dus wel leuk. We gingen dus op stap met drie gezinnen.

Een camping werd uitgezocht in Karintie. In Hermagor. Maar daar aangekomen bleek het toch niet je van het. De Alpenkreuzers werden weer ingeklapt en ondanks het slechte weer werd er verkast naar een camping verderop. Een terrascamping op 800 meter hoogte in het schilderachtige dal van de rivier de Gail.
Kleinschalig met zwembad, wat het natuurlijk niet haalde bij het prachtige zwembad in Aigle. Voor ons kon het ook alleen maar tegenvallen.

De camping werd gerund door een echte Oostenrijker met kniebroek en hoedje. Herr Schultz...Samen met zijn vrouw of moeder, dat weet ik niet meer. Deze vrouw kreeg van ons al snel de bijnaam ‘ De Majoor’ aangezien ze met een haast militaire precisie waakte over de voorgeschreven Mittagsruhe van twaalf tot half twee. Zelfs het zwembad was dan dicht en wij moesten ons anders vermaken.

De camping beschikte over een blokhut met daarin tafels en stoelen, een voetbaltafel en een kast met spelletjes. En... een reusachtige open haard. Nou die bleek ook wel nodig. In die hut hebben we heel uurtjes doorgebracht. Kaarten en en andere spelletjes doen met de ook hier toch wel opgedane vriendenschare. Want het regende hier veel. Erg veel. Zelf zoveel dat het zwembad soms gewoon leeg werd gepompt. En zoveel dat het water in mijn bijzettent meende te moeten stromen zodat alles dreef.  Daar bracht de open haard dan uitkomst. Het leek wel een zigeunerkamp met al die lijntjes met wasgoed.


zaterdag 28 juli 2018

Aigle - slot

Nog een klein stukje over de vakanties naar Aigle. We gingen altijd drie weken, langer kon niet in verband met mijn vaders werk, en ik nam me dan ook heilig voor om later in het onderwijs te gaan werken, dan kon je in ieder geval een week of vier en misschien wel vijf op stap zomers.

Een vast uitstapje in die vakanties was een bezoek aan de wijnmarkt in Vevey, een stadje aan het schitterende meer van Geneven, Lac Leman. We reden dan naar het dichtsbijzijnde plaatsje aan het meer vanuit Aigle, dat was Saint Gingolph, en daar namen we de boot naar Vevey. Een werkelijk schitterende vaartocht. De schepen die af en aan voeren waren van het type radarboot. Mooie witte sierlijke schepen en ze boden een prachtig zicht op de steden langs het meer: Montreux met het schilderachtige kasteel Cillon in het water, de grote stad Lausanne en tenslotte Vevey. Een stadje aan het meer waar Charlie Chaplin had verkozen te gaan wonen en waar hij ook is overleden. Een standbeeldje valt nog te bewonderen.

De vaartocht was voor mij altijd een hoogtepunt. Het zal wel een duur grapje zijn geweest denk ik, maar in die jaren was dat voor mij geen issue gelukkig.

De boot meerde tenslotte aan bij de halte Vevey-Marche en daar ging je dan aan wal. Er was een soort boulevard met een aangrenzend parkje en vandaaruit liep je dan het centrum in. Daar was dan de markt. En voor de volwassenen, later heb ik het zelf ook een keer mee mogen maken, was er de mogelijkheid om wijn te proeven. Je kocht een glaasje en dat kon je naar hartelust laten vullen met de lokale wijnen. Natuurlijk was dit folkloristisch van opzet. Er liepen boeren rond in klederdracht en je kon natuurlijk de wijn die je het beste beviel in literflessen kopen.
Uiteraard werd er te veel en te vaak en te diep in de die bijna gratis wijnglaasjes gekeken...

Aigle, Zwitserland. Mooie vakanties. In een prachtige omgeving. Het nadeel was toch wel de onbestendigheid van het klimaat. Als je drie weken op vakantie ging zat er minimaal een week slecht weer bij. Ook in latere jaren heb ik dat meegemaakt. Vandaar dat mijn huidige vakantievoorkeuren toch wat zuidelijker zijn gelegen.

donderdag 26 juli 2018

Aigle deel 2

Zoals ik eerder schreef gingen we dus in 1973 voor het eerst naar Aigle. Steeds met familie. Een oom en tante en een, daarna twee en nog weer later drie nichtjes. We reden ook altijd samen.
Doordat we er vijf jaar geweest zijn ontmoette je ook elk jaar weer dezelfde mensen. Er stonden veel Nederlanders op de camping en zo ontstond een groepje vakantievrienden en -vriendinnen. Gedurende het jaar schreven we wel eens, maar het hoogtepunt was toch elk jaar de vakantie.

De laatste jaren gingen de hormonen ook meedoen. Zomaar ongevraagd opeens gebeurt dat en mijn eerste vakantieliefdes beleefde ik hier. Ik denk dat ik alle brieven die we eenmaal in Nederland terug schreven nog wel ergens heb.

We hadden het dus leuk. Leuk genoeg voor mijn ouders om er vijf keer naar toe te gaan. De zesde keer zat er echter niet meer in. Toen moesten we naar Oostenrijk. Ook bergen, maar het haalde het niet bij Aigle.

Ik vraag me af of deze camping ook nu nog zo attractief zou zijn voor bijvoorbeeld mijn eigen kinderen. Een disco was er niet. Ook geen animatieteam en geen bingoavonden. Rond het zwembad gebeurde ‘s avonds wel van alles. We hebben het tenslotte over de jaren zeventig... Maar ik denk dat ik daar nog net te jong voor was. Wij hingen overdag bij het zwembad, ‘s avonds gingen we van de camping af, maar ik weet echt niet meer wat we dan uitspookten. Er was een riviertje waar we wel eens rondhingen geloof ik. En verder gingen we overdag veel op stap. In de prachtige omgeving was zoveel te beleven. Ook al zag je het elk jaar voor de zoveelste keer.

Namen van toen: Piet uit Eindhoven en zijn zuster waarvan ik de naam ben vergeten, Herbert en Irjan uit Arnhem of Ede, Marlous en Nicole uit Arnhem, Erna uit Alblasserdam met haar ‘ broertie’ , Luc uit Oosterbeek, en natuurlijk Edwin en Bianca uit Enschede.

En dan vergeet ik er vast een paar.


Zomervakantie 1973-1977 Zwitserland - Aigle 1

Eigenlijk hebben deze vijf zomervakanties op rij de meeste indruk op mij gemaakt en ik kan me ook nog heel veel herinneren.

In 1973 gingen we voor de eerste keer naar camping Les Glariers in Aigle. Een stadje temidden van de wijngaarden niet zo gek ver van het schitterende meer van Geneve.
De camping was niet groot, er waren primitieve saniaire voorzieningen en er was een winkeltje annex receptie voor de baquettes en de ijsjes. Je had een schitterend uitzicht op de bergen. Ik zie de hellingen met wijngaarden nog zo voor me.

Het mooiste van die camping was dat het was gelegen naast het gemeentelijke zwembad waar wij dan als campinggasten gratis in mochten. Een zwembad zoals een zwembad hoort te zijn. Blauw, koel en kraakhelder water met een duikplank. Een niervormig peuterbassin en groene ligweides. Bovendien een kantine voor ijsjes, drankjes en er stonden twee voetbaltafels. Minder was dat je verplicht een badmuts op moest. Maar dat deed je gewoon.

Er stond een juke-box waar een muntje van een halve Franc het plaatje van je keuze draaide en dat klonk dan via de luidsprekers op het dak over het hele terrein. 100 Keer per dag hoorde je Joe Dassin met de toenmalige
tophit “l’ete indien”... Om Aigle te herbeleven zet ik even dat plaatje op en echt alles komt weer boven.

Bij het zwembad verkochten ze de allerlekkerste frietjes. Echte Franse friet in een vierkant kartonnen bakje. Twee bakjes waren genoeg voor ons gezin. Mijn moeder maakte er sla bij en iets van vlees denk ik. Om het op te halen was ik altijd de klos. “ Deux pommes frites s’il vous plait. Sans sel...” Want anders waren ze niet te eten zo zout. En duur was het niet. Een Franc per bakje geloof ik.

IJsjes mochten we altijd wel eten. Lekkere ijsjes. Anders dan thuis, andere namen. Niet met een houten stokje, maar met een elke keer anders gekleurd plastic exemplaar. We spaarden ze. Geen idee waarom maar dat doen kinderen.

Ook bijzonder was als we op een terrasje neerstreken. Zwitserland, het land van de chocolade natuurlijk. We bestelden dan ‘Ovolmatine’. Instantchocoladepoeder wat je op moest lossen in een kop hete melk. Heerlijk. Laatst zag ik het nog ergens staan, maar niet in Nederland.

Ook lekker was appelsap: ‘ Jus de pommes’. In Zwitserland zat daar prik in. Sinas heette Sinalco en natuurlijk was er Coca-Cola. Ik ben nog nooit ergens geweest waar ze dat niet hadden.
Als we gingen wandelen had mijn moeder een buisje met limonade bruistabletten. Tablet in een beker en dan de beker even onder een openbare waterfontein die je in elk dorpje wel tegenkwam. De smaak was vooral zuur, maar het hielp wel tegen de dorst.

Tot zover maar even.





woensdag 25 juli 2018

Zomervakantie 1972

Dit was een vakantiejaar met een donker randje. We gingen niet zo ver weg. Mijn grootvader van vaders kant was ernstig ziek en mijn ouders besloten om in de buurt te blijven en op die manier snel ter plekke te kunnen zijn.

Een kampeervakantie naar Drente was het gevolg. In Meppen, vakantiepark en camping De Bronzen Emmer. Ook die camping bestaat nog. Het was een mooie camping. Met zwembad en in een mooie omgeving. We stonden met familie op een groot veld. En ook hier ontstond rampspoed. Want na een paar hete weken barstte er een enorm onweer los gevolgd door langurige regenval. En het grote veld was niet gedraineerd zodat er een soort binnenmeer onstond op het veld. Voor ons als kinderen geweldig natuurlijk, voor mijn moeder minder. Ze heeft het er nog wel eens over.

Voor de rest heeft het  allemaal niet zo veel indruk gemaakt. En mijn ouders hielden het ook wel voor gezien, want het volgende jaar gingen we weer verder weg.

Ik was negen jaar en ging na de vakantie naar de vierde klas, nu groep zes.

dinsdag 24 juli 2018

Zomervakantie 1971 - Zwitserland Sierre

Het kamperen was mijn ouders blijkbaar goed bevallen, want een jaar later waren we klaar voor het echte werk. Een echte buitenlandvakantie naar Zwitserland dit keer.

Voor ons nieuw. Mijn ouders waren wel wat gewend, maar ook voor hun was het een onderneming natuurlijk. Met een gezin een twee-daagse reis maken naar de plaats van bestemming. Achteraf heb ik er wel bewondering voor, ook omdat mijn vader niet echt avontuurlijk was aangelegd en mijn moeder toch altijd wat zenuwachtig was als het allemaal wat spannender werd.

Ik weet nog dat achter de voorstoelen van de DAF een zelfgemaakte zak was opgehangen met allerlei vakjes en verborgen schatten. Nu koop je dat soort tassen bij elke autoshop, maar mijn moeder maakte dat zelf. En elk uur was er een cadeautje voor ons. Een pakje tweedehands strips van de markt, een spelletje met een balletje die in een gaatje moest, kleurpotloden enz. Een geniaal systeem, want we kregen het alleen als we geen ruzie maakten. Mijn zus en ik...

We overnachtten in een hotel ergens in Zuid Duitsland. Zo hard gingen we natuurlijk niet met de DAF. 110 was wel het maximale denk ik en misschien wel minder. En zo sliep ik dus voor het eerst in mijn leven in een hotel. Op een familiekamer met mijn ouders en zusje in het grote bed en ikzelf op een uitgeklapt bedje ernaast.

De volgende dag zag ik voor het eerst in mijn leven bergen. Ik weet niet wat ik me er van voor had gesteld, maar ik vond het helemaal geweldig. En ook dat je er met de auto dwars door heen ging: tunnels. En het spannendste moest nog komen, want we gingen met een autotrein van Brig naar Kandersteg. En toen waren we er ook bijna.

De camping was prachtig. Hij bestaat nog. Er was een zwem-meertje en er was een snelstromend bergbeekje. Mijn ouders en familie, want we waren met een hele kluit mensen, bewaarden de geknoopte boodschappentasjes uit de supermarkt en deden deze vol met blikjes bier en flessen wijn. En hingen dat in het stromende water. Koelkast inbegrepen dus. Helaas verdween de complete familievoorraad toen er een enorme stortbui losbarstte en het rustige beekje veranderde in een woeste stroom. Als je op vakantie gaat naar de Alpen heb je altijd wel een keer slecht weer.
Mijn zusje en ik sliepen ook voor het eerst in een bijzet-tent.

 We stonden in het Rhonedal. En achter de camping stroomde de rivier de Rhône. Woest en schuimend. Angstaanjagend vond ik. Mijn vader verbood ons ook om hier zelf naar toe te gaan. Veels te gevaarlijk..

En voor de rest leerde ik hier bergwandelen. Ik kreeg echte bergschoenen en we gingen met een bergtreintje naar Zermatt en we bewonderden de Matterhorn. . We liepen over de gletchers in de eeuwige sneeuw, bezochten stuwmeren, zwommen in bergmeertjes vol met forellen en wandelden in prachtige bergdorpjes met als enig geluid het gebengel van de koeienbellen. Ik hoor het nog nu ik dit zit te typen.

Zwitserland: prachtig land in de Alpen. In latere jaren zijn we er heel vaak geweest en ik zou als ik mijn hart zou volgen er morgen zo weer naar toe rijden.
Voor de sfeer, de bergen en natuurlijk de koeien met die prachtige bellen om hun nek.


maandag 23 juli 2018

Zomervakantie 1970 - Limburg Sevenum

Dat is wel even graven. Hier begint eigenlijk de kampeercarierre van mijn ouders. Althans met eigen spullen. Op een dag kregen mijn zusje en ik de mededeling dat we gingen kamperen. En ik weet nog dat we met het gezin een tent met toebehoren gingen kopen. Een blauwe bungalowtent. Bij sportzaak het Hoen in Enschede. Ook kochten we vier slaapzakken. Twee blauwe en twee groene. Een tweepersoonsluchtbed en twee enkele luchtbedden. Een blauw luchtbedpompje, een wit gasstelletje met een blauwe gasfles. Een klaptafel, twee tuinstoelen en twee visserskrukjes. Vier borden van Mepal, een oranje, een groene, een rode en een paarse. Met dito campingbestek. Mijn zusje en ik gingen vervolgens jaren ruzie maken wie van het paarse setje mocht eten. Maar dat wisten we toen nog niet.

En ongetwijfeld is er meer gekocht. Toch een hele uitgave voor mijn ouders. Toen. Ze waren ook niet de enigen, want Nederland ging kamperen. Al mijn vriendjes en vriendinnetjes en neefjes en nichtjes deden het. Welvaartstijging heette dat.

Op het dak van de auto kwam een 'imperiaal'. Het woord zat niet in mijn woordenschat als zeven-jarige. Maar je leert elke dag bij. Ook toen al dus. Net als het woord Jerry-can. Een geel plastic ding waar water in moest zei mijn vader. Want een kraan in de tent hadden we niet blijkbaar. Voor mij was het een groot avontuur. De avond voor vertrek kregen mijn zusje en ik van een kennis allebei een zaklantaren. Gloednieuw en glimmend. Met batterijen. "Voor als het donker is 's nachts en je eruit moet om te plassen" zei mijn moeder.

En toen vertrokken we. Met kennissen. Naar Limburg, Sevenum. Twee Dafjes achter elkaar. Van de camping weet ik niet meer zoveel. Wel dat het warm was en dat er een soort recreatieplas bij de camping was. En daar kon je dus zwemmen. En met zand spelen. Ook kon je er pony rijden. Dat weet ik omdat er nog een zwartwitfoto van is. Mijn zusje op een pony, begeleid door een pony-meisje.
Ook stond er een groepje jongeren op het veldje naast ons. Die hadden de hele dag een transistorradio knetterhard aanstaan. Tot ergernis van mijn moeder, die als Amsterdamse niet schuwde om haar beklag te gaan doen.

De rest van deze vakantie is in nevelen gehuld. Behalve dat ik graag een zakmes wilde hebben. Die verkochten ze in het campingwinkeltje. Maar dat mocht niet van mijn vader.

Na de vakantie ging ik naar de tweede klas. Nu groep 4.

Vakantieblog

Ik ben wel weer van plan om deze vakantie een blog bij te gaan houden. We gaan dit jaar met de caravan op stap naar Kroatië. Jammer genoeg duurt het nog twee weken voor we gaan. En aangezien ik weer in de Blog-flow moet komen ga ik proberen om al mijn vakanties vast te leggen. Zoveel meegemaakt, zo veel bestemmingen in zo veel jaren. Ik ga het echt doen. Voor later. Voor het nageslacht. Voor de historici. Voor de annalen van de familie. Voor... Ja ook voor mezelf.

Eigenlijk is op vakantie gaan mijn grootste hobby. Altijd geweest. En volgens F. is mijn geheugen hierover ook niet normaal. We zullen zien of dat klopt. Voor nu begint de zomervakantie 2018 met een hittegolf en een dreigend droogte-record. Ook goed om vast te leggen. Onze voortuin is herfstig. Te laat begonnen met sproeien. Sinds 1976 is het niet zo droog geweest. Toen was ik 13 en zwom met mijn klasgenoten in Bad Boekelo. Waarover later nog wel eens meer.
Mert heeft het spelletje Patience ontdekt. Hij is nu 12 en gaat na de vakantie naar de middelbare school, hetgeen hem soms aanvliegt. Gelukkig duurt dat nog zes weken. Een nieuwe fiets en een agenda heeft hij al. Nu de rest nog

Dochter Ebru is 14 en heeft de overgang naar 4 HAVO met glans doorstaan. Een eindlijst zonder onvoldoendes.
Dochter Anouk is uithuizig. Studeert in Maastricht en heeft de overgang naar haar derde studiejaar ternauwernood doorstaan. Ze gaat nu stage lopen voor haar opleiding Spaans en Engels op een van de Canarische eilanden. Lucky her...

Maandag 23 juli 2018. Zomer. Warm. Droog. Vakantie. Laat maar komen.




Zomer 1977 - Limlollies



We schrijven 1977. Ik weet het: dat is inmiddels 41 jaar geleden. En ik was toen 14 jaar oud. En had een vriendinnetje. En niet zoveel geld. Van mijn ouders kreeg ik elke week vijf gulden. Vrij te besteden. Voor een vakantiebaantje was ik nog te jong en een krantenwijk werd door mijn moeder afgeraden. "Ach jongen dan moet je elke dag om half zes je bed uit voor een paar rotcenten".

Maar toen kreeg ik dus een vriendinnetje. En het was zomer, vrijdagmiddag met zon en we hadden zin in een ijsje. En hier gaat het blog aansluiten op het vorige. Softijsjes waren er wel en schepijsjes ook. IJs is immers van alle tijden. Maar wij kochten een rood gekleurd waterijsje. Een Limlollie. Het bewuste ijsje kochten we bij Jamin en kostte slechts 50 centen. Ik weet nog dat we ze zo lekker vonden dat we er twee kochten.

We aten ze op in een parkje wat inmiddels is verdwenen. Het heeft plaats gemaakt voor huizenbouw. En daar.. woon ik nu.

Hahaha waar een associatie met een simpel waterijsje allemaal niet naar boven kan halen. Want naast het feit dat het bewuste bankje in het park op de plek stond waar ik nu dit blogje zit te schrijven, veel zal het niet schelen in elk geval, houdt me nog meer de vraag bezig waar we die ijsjes hebben gekocht. Jamin was in de stad en naar mijn weten was een Limlollie een typisch Jaminproduct. Ik neem niet aan dat we vanuit de stad op onze groene degelijke Batavussen zonder versnelling naar het bewuste parkje zijn gefietst. Of ik moet er naast zitten en hebben we ze in het snoepwinkeltje uit het vorige blogje gehaald. Maar dan waren het geen Limlollies. En ik weet echt zeker dat enz enz...


Ik moet en zal de waarheid achterhalen. Ik heb het bewuste vriendinnetje al een appje gestuurd. Misschien dat zij het nog weet. Waarvan ik dan acte zal geven...

Op het plaatje de Limlollies. Veel andere afbeeldingen zijn er niet te vinden.

Bron: https://www.myhappykitchen.nl/nostalgie/nostalgie-en-eten-duizenden1dag/
______
Update: Er was dus een Jamin in het nabijgelegen winkelcentrum. Nu valt alles op zijn plaats en kan ik weer rustig slapen.

vrijdag 5 januari 2018

Schuimblokken

Soms wordt je getriggerd door iets wat je dan in een actiestand zet. Zo zag ik vandaag iets op Facebook voorbij komen waarbij ik dacht: "Hee, blogje..."

Nu weet ik wel dat mijn blog alweer een paar maanden in ruste is, maar dat hebben we vaker meegemaakt. Vanaf 2009 blog ik, en dat is tenslotte al negen jaar. Dan mag je best eens pauze's inlassen.

Het betreffende berichtje ging over schuimblokken. Ja schuimblokken. Mensen van mijn generatie weten dan dat het hier gaat over die roze, zoete blokken van 4 centimeter in het vierkant en twee centimeter dik. Misschien wat meer of wat minder. En ze kostten toen ik een jongetje was 5 hele centen in het snoepwinkeltje waar wij altijd onze lekkernijen kochten.

Een keer was ik met een vriendinnetje en ik zat in de eerste klas denk ik. Dat heet nu groep drie. En ik had een kwartje. Dat zijn 25 centen van toen. Ik vroeg aan haar, ze was een jaar ouder, hoeveel schuimblokken ik daar van kon kopen. Na enig nadenken antwoordde ze:" Vijf".

Dat is een heel proces geweest in dat hoofd van die zeven-jarige. 25 Cent delen door vijf. Of misschien wel een stipsom: hoeveel keer 5 is 25.

Maar ik kocht mijn vijf schuimblokken. Ze pasten nauwelijks in mijn kinderhandjes en ik weet nog het gevoel van weelde wat ik toen had. Met de kennis van nu zou je dat natuurlijk nooit doen. Na drie van die zoete dingen heb je eigenlijk wel genoeg waardoor de laatste twee niet meer dat genot geven van de eerste. Misschien heb ik ze niet eens opgegeten. Misschien ook wel.

Feit is dat er over dat snoepwinkeltje nog wel meer te vertellen is. Maar niet nu, want ik ga de auto wassen.


Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...