maandag 23 juli 2018

Zomervakantie 1970 - Limburg Sevenum

Dat is wel even graven. Hier begint eigenlijk de kampeercarierre van mijn ouders. Althans met eigen spullen. Op een dag kregen mijn zusje en ik de mededeling dat we gingen kamperen. En ik weet nog dat we met het gezin een tent met toebehoren gingen kopen. Een blauwe bungalowtent. Bij sportzaak het Hoen in Enschede. Ook kochten we vier slaapzakken. Twee blauwe en twee groene. Een tweepersoonsluchtbed en twee enkele luchtbedden. Een blauw luchtbedpompje, een wit gasstelletje met een blauwe gasfles. Een klaptafel, twee tuinstoelen en twee visserskrukjes. Vier borden van Mepal, een oranje, een groene, een rode en een paarse. Met dito campingbestek. Mijn zusje en ik gingen vervolgens jaren ruzie maken wie van het paarse setje mocht eten. Maar dat wisten we toen nog niet.

En ongetwijfeld is er meer gekocht. Toch een hele uitgave voor mijn ouders. Toen. Ze waren ook niet de enigen, want Nederland ging kamperen. Al mijn vriendjes en vriendinnetjes en neefjes en nichtjes deden het. Welvaartstijging heette dat.

Op het dak van de auto kwam een 'imperiaal'. Het woord zat niet in mijn woordenschat als zeven-jarige. Maar je leert elke dag bij. Ook toen al dus. Net als het woord Jerry-can. Een geel plastic ding waar water in moest zei mijn vader. Want een kraan in de tent hadden we niet blijkbaar. Voor mij was het een groot avontuur. De avond voor vertrek kregen mijn zusje en ik van een kennis allebei een zaklantaren. Gloednieuw en glimmend. Met batterijen. "Voor als het donker is 's nachts en je eruit moet om te plassen" zei mijn moeder.

En toen vertrokken we. Met kennissen. Naar Limburg, Sevenum. Twee Dafjes achter elkaar. Van de camping weet ik niet meer zoveel. Wel dat het warm was en dat er een soort recreatieplas bij de camping was. En daar kon je dus zwemmen. En met zand spelen. Ook kon je er pony rijden. Dat weet ik omdat er nog een zwartwitfoto van is. Mijn zusje op een pony, begeleid door een pony-meisje.
Ook stond er een groepje jongeren op het veldje naast ons. Die hadden de hele dag een transistorradio knetterhard aanstaan. Tot ergernis van mijn moeder, die als Amsterdamse niet schuwde om haar beklag te gaan doen.

De rest van deze vakantie is in nevelen gehuld. Behalve dat ik graag een zakmes wilde hebben. Die verkochten ze in het campingwinkeltje. Maar dat mocht niet van mijn vader.

Na de vakantie ging ik naar de tweede klas. Nu groep 4.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...