dinsdag 10 augustus 2021

Gedoe en regen

 In navolging van het vorige verhaal moet het staartje van de vakantie nog even worden beschreven.

Het was weer geen kwispelend staartje. Ik vreesde al voor verkeersdrukte en dat kwam ook wel uit. Na een half uurtje rustig over een rustige Kroatische snelweg te hebben gereden begon er een file richting de grens. De grens met Slovenië dus. We hadden al gehoord dat er druk werd gecontroleerd bij de grens, dus we zetten ons maar schrap voor een uurtje of twee 'stockender Verkehr'...

En dat kwam ook wel uit. Veel teruggaand vakantieverkeer gecombineerd met een paar wegversmallingen en een erg nauwe grensovergang op een smalle weg. Gelukkig hadden we alle papieren in orde en we mochten doorrijden.

Het volgende obstakel was de Karawankentunnel. De grens Slovenië met Oostenrijk. Een nauwe tunnel met slechts twee rijstroken. Hier hebben we bijna twee uur in de rij gestaan. Mert ging zich vervelen en begon contact te zoeken met lotgenoten op achterbanken van andere auto's. En zowaar... er ontstond een bijna heuse autobaan romance met een mooie blonde jongedame achterin een auto die lange tijd naast ons reed in de file. Zwaaien, roepen en uiteindelijk wilde hij zijn telefoonnummer uitwisselen, maar dat liep mis. De wegen scheidden... Ze gingen net iets sneller dan wij in de rechterrij. 

Oostenrijk ging vlekkeloos. Ook bij de grens geen gedoe. Bij de Duitse grens wel een enorm strenge controle. Ze hadden een heel kampement ingericht met veel politievolk. Willekeurig werden auto's uit de rij gehaald en in zo'n tent gedirigeerd. Wij mochten doorrijden. 

Richting Munchen werd de lucht inktzwart en het duurde niet lang of het begon te gieten. En niet zo'n beetje, maar een soort wolkbreuk. Je kon niet verder kijken dan de acterlichten van je voorligger. Het verkeer stopte bijna volledig. Best wel eng, ook omdat het behoorlijk druk was. Het is die dag ook niet meer droog geworden. Als overnachtingscamping had ik camping Bauer-Keller uitgekozen bij Greding, na Munchen en voor Nurnberg. Een camping puur gericht op overnachters. Je zet je auto met caravan neer, koppelt niet af, draait de pootjes uit, sluit de stroom aan en gaat lekker eten in het restaurant of wat drinken in de Bierstube. We kwamen er in de stromende regen aan en het was al behoorlijk vol. Ik moest op een stukje gras gaan staan achteraan de rij. Maar door de natte bende draaide ik daar vast. Met de grootst mogelijke moeite en modderfonteinen kwam ik weer los en besloot een andere plek op grind te zoeken en dat lukte. Toen lekker eten en slapen. De caravan stond zo scheef als het maar kon en dat was wel een bijzondere gewaarwording.

Om zes uur was ik wakker en we besloten maar op te breken. De zon scheen en het was droog. En buiten  was  iedereen in de weer om  te vertrekken. Keurige geregeld op die camping hoor. Mooi sanitair en er waren zelfs broodjes te koop. Voor 23 euro was die overnachting een koopje.

Verder maar weer richting Hamm. Daar zouden we Ebru afzetten. Zij had nog een extra weekje in het verschiet bij een vriendin en haar ouders op de camping in het Sauerland.. En na een voorspoedige rit troffen we elkaar daar bij een tankstation en een dik uur later draaiden we hier in Enschede de straat in.

We kijken terug op een heerlijke, zonnige en relaxte vakantie.  Inmiddels staat de caravan alweer op stal bij de boer. Fris gewassen en gepoetst.

En volgend jaar... We zien wel. Het zijn tenslotte rare tijden. Niet te ver vooruitkijken dus. 


Weer thuis.



maandag 9 augustus 2021

Toch wel... even schrikken

Vrijdagavond 6 augustus. Zeven uur. Het eten is net op en we maken plannen voor de volgende dag. Omdat het de laatste dag is gaan we nog een keer lekker uit eten en de kinderen mogen kiezen waar. Hier komen ze nog niet zo een twee drie uit. Ze willen ook nog wat dingen kopen. Flauwekuldingen. Een groot popit drukding en een omdraaibare inktvisknuffel. Helemaal in. De shops hangen er mee vol.

Zelf wil ik nog een jaarvoorraad olijfolie kopen en Mert wil eigenlijk nog wel een tattoo. Zo'n airbrush. Hij heeft er al een, maar eigenlijk moet die opnieuw vindt hij. 

We zien het het wel morgen. Het wordt Umag waarschijnlijk. Zo spreken we af en we willen nu nog een keer minigolfen.

Opeens vraagt Mert:" Papa wat is eigenlijk de datum vandaag." "5 Augustus denk ik" zeg ik, en het boeit me eigenlijk niet zo. Op vakantie sta je er eigenlijk niet eens zo bij stil welke dag het is, laat staan de datum.

"Nee zegt hij... ik zie dat het 6 augustus is. We hebben toch tot 7 augustus geboekt?" Er begint iets door te dringen... Als het nu 6 augustus is dan moeten we morgen... Het zal toch niet. We hadden toch tot zondag geboekt... Ik duik de auto en en zoek de boekingspapieren. En... ja hoor. Tot 7 augustus en dat is morgen.

Dat is even een koude douche. Zeker vanwege het mislopen van de laatste dag hier, maar ook dat we de volgende dag voor tien uur van de camping af moeten. En dat we nog niets, maar dan ook helemaal nog niets hebben ingepakt, afgebroken etc etc. Dat wordt een uitdaging. Het verwerken van een nieuwe werkelijkheid en met spoed de zaak afbreken en inpakken. Luifel afbreken, grondtapijten schoonmaken en opvouwen, alles afkoppelen, en ... Nou ja een hoop werk. Gelukkig is het droog en er dreigt ook geen onweer, en dat vergemakkelijkt zaak wel. Binnen een twee uur hebben we alles aan kant en ingepakt wat ingepakt moet worden. We besluiten om na het uitchecken om zeven uur uur te gaan rijden. Dus de wekker gaat om zes uur. Eigenlijk moeten er nog wel wat broodjes en andere dingen voor onderweg worden gekocht. Dat kan. Het winkeltje is om zeven uur open en ik moet toch nog uitchecken en betalen. Gelukkig had ik die middag al getankt en een autobaanvignet voor Slovenië gescoord. 

En het lukt. We zijn op tijd wakker. Koffie zetten, haspel oprollen, pootjes indraaien,  aankoppelen en weg. Parkeren bij de receptie. Ik ga betalen en Fatma maakt de laatste Kuna's op aan een voorraad broodjes en drinken. En om tien voor acht rijden we de camping af. 

Een beetje weemoedig dat wel. En ik vrees voor het verkeer. Zaterdag is wisseldag op veel campings en volgens de ANBW zou het druk worden. 

- wordt vervolgd - 




donderdag 5 augustus 2021

Nee, nog niet naar Nederland

In elke vakantie is er een moment waarop hardop iemand te kennen geeft dat hij of zij bezig is met de terugreis. Vaak is dat een huishoudelijke mededeling, zo van: "We moeten wel even de koelkast leegmaken voor we terug gaan", of "Voor we naar Nederland gaan moeten we wel alle Kuna's opmaken", of "Ik denk dat ik alle opblaasattributen vandaag maar vast in ga pakken, ze doen er toch niets mee" of "Voor wie moeten we allemaal iets meenemen?", of "Ik ga vandaag de laatste keer wassen", of ...

En ik wil dat niet dit jaar. Andere jaren vind ik het altijd wel weer fijn om naar Nederland te gaan, maar dit jaar eigenlijk niet. Ik hou van de zee en het strand. Het geluid van de branding. De reuring hier op de camping met het komen en gaan van kampeerders. Het dikke boek wat nog lang niet uit is en wat in Nederland, ik weet het nu al, gewoon weer in de kast komt en gaat liggen wachten op de volgende caravanvakantie. Het tot 's avonds laat gewoon in je shirtje en zwembroek voor de caravan zitten of op het terras van de camping omdat het nooit zodanig afkoelt dat je iets aan wilt trekken. Het slapen in de caravan met alle ramen wijd open en het dan nog warm hebben. En dan 's nachts de zee horen. En krekels ook. Heel veel krekels.

De midgetgolf-competitie die ik doe met Mert. Bijna elke dag een potje doen en om en om winnen we. Heerlijk. Als we klaar zijn gaan we op het terras zitten en krijgt hij een grote cola en ik een grote iets anders. 's Avonds aan zee op de camping genieten van de optredende bands. Hopen dat je een plekje kunt veroveren op het terras zodat je lekker een drankje kunt nemen. En anders teleurgesteld op een muurtje moeten zitten, omdat het te druk is. 

De hagedissen die op de hele camping onder je voeten vandaan schieten, maar zich bijna niet laten fotograferen. Behalve vandaag toen er eentje uit de boom op de luifel viel.

De ritjes met de auto voor de boodschappen of een tochtje ergens naar toe als Ebru steevast keihard Jannes opzet met Zweven naar het geluk. 

Maar ook de onweersbuien die bijna elke dag wel dreigen en soms losgaan. En de rustige ochtenden met je kopje koffie als het nog niet zo warm is en de pubers nog levenloos in hun bed liggen, hetgeen soms wel tot half een duurt. 

De campinglunches met vers brood wat je aan tafel snijdt, met altijd wat lekkers. Soms gewoon gezonde tomaten of komkommers, maar ook een blikje tonijn of  een  blikje sardientjes wat je met zo'n sleuteltje open moet draaien en waar je voor moet oppassen dat je jezelf niet in de vingers snijdt. 

Het eten in de geweldige stadjes. De inktvis en de scampi's. Het koele bier daarbij. De ijsjes bij de ijscotenten met heerlijk ijs in duizend smaken. 

Nee, ik wil nog niet terug naar Nederland. Maar de buitenkoelkast heeft Fatma vanmiddag al schoon gemaakt en eigenlijk mocht daar niks meer in.... En het luchtbed en de grote zwemband zijn al opgeruimd. En ik heb ook al cadeautjes ingeslagen voor deze en gene in Nederland. En de Kuna's... Geen idee. Het is net monopolygeld. Ik koop er wel olijfolie voor, want op elke straathoek en langs de weg staan om de paar honderd meter kraampjes waar je dit kunt kopen. De streek hier is bekend om de olijventeelt. 

Gelukkig hebben we nog twee hele dagen voordat we gaan. What the f*ck... 



woensdag 4 augustus 2021

Naar Istralandia

 Drie jaar gelden hebben we het nog kunnen voorkomen, maar dit jaar moest het echt: een dagje naar aquapark Istralandia. Volgens de reclame het een na grootste waterpark van Kroatië en wervende folders maken je lekker met superglijbanen, zwembaden, whirlpools en wat niet al.

Op de camping bij de receptie koop je je ticket alvast. 'Skip the que'. En dat sprak mij wel aan. Ik haat wachtrijen en al helemaal voor dingen waar ik eigenlijk helemaal niet naar toe wil. Zoals Istralandia.

's Morgens om tien uur gaat het spektakel open en dan mag je met een full-ticket de hele dag tot zes uur blijven. Vooruit maar dan, ware het niet dat om half tien de lucht op de camping inktzwart werd, gepaard gaand met een onheilspellend gerommel. Toch nog maar even wachten dus, maar het bleek, zoals zo vaak hier, loos alarm. Het dreef over en we stapten om half elf in de auto.

Je komt aan bij een enorm parkeerterrein, met ruimte voor vele touringcars. Oh jee. Geelgeheste jongens wijzen je een parkeerplek. En oh wonder: dat kost nu eens niets extra's.

Je voucher wissel je in bij een aparte kassa zodat je inderdaad de rij skipt en in ruil daar voor krijg je vier tickets en je kunt meteen ligstoelen reserveren met een parasol. Of een overdekte partytent, of een overdekte picknickbank. Natuurlijk kun je ook coldturkey op je badlaken op het gras. Maar daar was geen denken aan. Ik heb graag een beetje comfort.

Het moet gezegd: het was een belevenis. Echt een prachtig aangelegd park met drie of vier enorme glijbaanstellages van het kaliber die mij meteen deden besluiten: nu niet en nooit niet. Maar de kids natuurlijk wel. Die hadden in een oogopslag door waar ze moesten zijn en waren verdwenen. Ikzelf installeerde me met boekje op een ligbed. Parasol open en de hele dag voor me aan een heerlijk koel zwembad. Het enige was dat de inktzwarte lucht nog steeds dreigend aanwezig was en maar heel langzaam verdween. In de loop van de dag zagen we ook wat lichtflitsen en hoorden we gerommel. Maar ik denk dat de goden ons gunstig gezind waren. Het bleef droog. En zonnig ook nog. 

Voor de innerlijke mens was voldoende aandacht. Kraampjes met hamburgers, kraampjes met fish'n chips, kraampjes met complete menu's enz enz. Ik waagde het om een kopje koffie te gaan halen. Een cappuccino please. Large or small sir? Large please. En toen kreeg ik een minikartonnetje koffie. Ik vroeg wat verbouwereerd  wat dan de size was van een small one. The same cup sir, but half... Tja het moet uit de lengte of uit de breedte dus.

Het was wel druk, maar niet overdreven druk. Heel veel Nederlanders. Het stereotype beeld. Vader met een rugzak en een buikje, moeder met  een grote jumbotas en haar hippe jurkje en dito slippers en twee tieners op kekke badslippers, want dat is, hoe is het mogelijk,  helemaal in. De tieners worden ingesmeerd, tenminste de jongens. De meiden doen het zelf. En dan verdwijnen ze in het park.

Na een uurtje waren die van ons weer terug. Ze hadden al wel een attractie gehad... Ja zo gaat dat. Wachttijden van een half uur of langer. Maar daar hoorde ik ze niet over mopperen. Het is natuurlijk wel geweldig voor ze. Normaal gesproken zijn wij geen pretpark liefhebbers dus in dat opzicht komen ze ook wel wat tekort bij ons. Dus dit was wel het ultieme uitje voor ze. In de uren die volgden las ik mijn boek, zwom verkoelende baantjes in het zwembad en verschenen de kids soms even om hun enthousiaste verhalen te vertellen..

Tussen de middag ook nog eten daar. Hamburgers en cola  met friet. De friet was hard en droog en de hamburgers vet en de cola lauw. Dat was wel weer jammer. Maar vooruit maar. Je kunt ook geen haute cuisine verwachten natuurlijk.

Om vijf uur hadden we het wel gezien. En wij niet alleen. Het park liep langzaam leeg. Ik denk dat we het allemaal op onze eigen manier een geslaagde dag vonden. 






dinsdag 3 augustus 2021

Proteus Anguinius Laurenti

Als we op vakantie gaan naar een nieuw gebied koop ik altijd een boekje. Een gidsje. Vaak bij de ANWB. In mijn kast staan er een stuk of 20. De oudsten zijn nog van mijn ouders. De gidsjes bieden je veel informatie. Natuurlijk is ook alles wel op het internet te vinden, maar zo'n gidsje bladert lekker weg en stuurt je soms richtingen op die je zelf niet zo snel bedenkt.

Dit jaar ontdekte ik in de gids 'De Kroatische kust' dat er in Kroatië heel veel grotten te vinden zijn. En als er op mijn vakantieadres ergens een grot is die toegankelijk is dan wil ik daar wel heen. Ik hou van de geheimzinnigheid en ben altijd benieuwd hoe diep en hoe groot en hoe... enz.

Vlakbij de camping zijn dus de Grottes Baredine. Niet bijzonder groot, maar vlakbij. Dus we reden er naar toe rond een uurtje of twee. Het heetst van de dag weliswaar, maar ik weet dat het diep onder de grond, grotdiepte, goed toeven is. Bij de parkeerplaats bleek ook een heus tractormuseum te zijn. Maar daar kreeg ik niemand mee naar toe. Bij de kassa van de grot stond een rij. Mensen met mondkapjes. Het bleek dat je kaartjes kon kopen, maar dat de wachttijd anderhalf uur zou zijn. Ik liet me niet kennen en betoogde dat het heus 'echt de moeite waard zou zijn jongens'. Natuurlijk was er naast de kassa een buffet met friet en worst en andere dingen die de wachttijd zouden helpen te overleven. En het tractormuseum natuurlijk, maar nee, nog steeds niet. "Papa! Ik ga toch niet in een f**king tractormuseum..." Ok ok dan niet.

Toen we aan de beurt waren, de rondleiding in het Duits, gingen we dan eindelijk naar beneden. Nee, niet met een lift, maar met een trap. En, het moet gezegd: ze luisterden vol overgave en het waren echt mooie grotten. Vier plateau's, steeds dieper naar beneden. Over steeds steilere trappetjes. Vochtig en kil en glad. Mooie stalagtieten en stalagmieten in alle denkbare groottes. Mooi uitgelicht natuurlijk. Zoals het hoort te zijn in een druipsteengrot.

Beneden aangekomen was er een bassin en daar zwommen twee  Proteus Anguinius Laurenti, olmen kortom. Een soort salamander van ongeveer 30 cm die duizenden jaren in de grotten heeft geleefd en zich heeft geëvolueerd tot een wit beest zonder pigment en zonder ogen. Want die heeft hij niet nodig in het donker. Heel bijzonder. Er waren er nog meer, maar die liepen los zei de gids. 

En toen was het afgelopen en moesten we weer helemaal naar boven. Geen lift. Dat was wel even afzien.

Natuurlijk nog even langs de ook hier aanwezige souvenir-kraampjes en nee, nog steeds niet naar het tractormuseum. Daar ga ik dan misschien wel een keer alleen naar toe. Of misschien ook wel niet.

Een geslaagd dagje uit. 

De olm




maandag 2 augustus 2021

Met het treintje

Meestal doen we de ene dag een dagje camping-life en de andere dag een tochtje. Vaak een bezoek aan een van de prachtige stadjes aan de kust van Istrië. Vlak bij de camping ligt het stadje Novigrad. Natuurlijk goed te doen met de auto, maar... er rijdt ook een treintje. Een soort toeristische Thomas de Trein van de camping naar het centrum van Novigrad. Bij de receptie hangt een heuse dienstregeling en hoe later op de dag hoe frequenter het treintje rijdt. Vanaf vijf uur elke half uur, en ook elk half uur weer terug naar de camping. 

De voordelen? Niet of nauwelijks. Je bespaart parkeergeld, maar dat valt hier nog wel mee. Verder kan ik ze niet bedenken. Je betaalt heen en weer 16 euro en het is maar afwachten of je een plekje krijgt. Het is dringen bij de halte. En het slechtste in de mens komt dan boven. Een beetje gedrag van de bekende handdoek op de stoel bij het zwembad 's morgens om zeven uur. Ikzelf krijg dan bijna een hekel aan mijn medemens. Eenmaal gezeten op een houten bank, vijfde klasse of zoiets, komt er een bevallige jongedame kaartjes verkopen en haar vader of opa rijdt de trein de camping af. En schommelend en hotsend kom je na een minuut of twintig in Novpirad aan.

Novigrad is een leuke kustplaats. Met een oude vestingmuur  en een mooi opgeknapt centrum. Veel van die stadjes in Istrië hebben onmiskenbare Italiaanse invloeden. De streek is lang in handen geweest van Venetiaanse vorsten. Verder een haventje. Vuurtoren. Kerkje. Parkje. Marktplein. Veel horeca en heel veel toeristenwinkels. Dat wil zeggen de bekende  shops met sportshirtjes, parfums, olijfolie (plaatselijke specialiteit), souvenirs etc etc. Kraampjes waar je jezelf kunt laten tekenen, kraampjes waar je een henna-tattoo kunt laten zetten en veel snoepkramen en winkels. Iedere toerist kent het. Om te beginnen trek je maar eens duizend Kuna's uit de muur. Want als je in zo'n plaatsje bent kost dat ijsjes, flesjes water, souvenirs, terrasjes en natuurlijk lekker uit eten op een mooie plek op een mooi terras. Waar je heerlijk kunt zitten en om je heen kunt kijken. Van dat geslenter wordt je immers moe en dorstig.

Je eet hier heel lekker voor een acceptabele prijs. Vooral de visgerechten zijn heel populair. Veel garnalen, scampi's, inktvis in diverse bereidingsvormen, sardines, kreeften, dorades enzovoort. Vaak gebakken of gegrilled. Maar ook voor de pizza's en pasta's kun je hier prima terecht. Met een beetje geluk krijg je van de ober als je afgerekend hebt een slokje van het huis aangeboden. Vaak de zelfgestookte slivovitsj. 

Het hoogtepunt (niet voor mij) van een bezoek aan Novigrad is de 50 Kuna-shop. Voor dit bedrag is dan alles te koop. Zonnebrillen, shirts, zwemkleding en heel veel rommel wat je anders nooit zou kopen. Nep-earpods, nep-JBLs, laserpennen en zelfs nep schietpistolen. 

Gelukkig moesten we de trein halen, dus we hadden niet al te veel tijd voor deze mini-bazaar Turkse stijl.

Eenmaal in de trein gezeten bleek het de verkeerde te zijn. Vlug eruit en naar de andere. Vloekend en tierend. En natuurlijk stoot je dan je hoofd wat je humeur er niet beter op maakt. Nie wieder.

Buikje vol en schommelend naar de camping terug. En de volgende keer gewoon weer met de auto. 




zondag 1 augustus 2021

Camping life 2

Zoals elke kampwinkel op elke camping wordt je ook hier vakkundig opgelicht door idiote prijzen. In Kroatië hebben we geen euro, maar de lokale munt: de Kuna. Een enkele Kuna is iets meer dan 13 cent. 

Een eenvoudig omrekensommetje is er niet. Tien Kuna is dus 1,30 euro en 100 Kuna enzovoort. Een brood, model stokbrood maar dan heel anders, dikker en korter, kost 6 Kuna in het winkeltje. Hetgeen 80 centen is. Bijna dan. En voor de rest zijn het Nederlandse prijzen en en nog wat meer. Voor de grote boodschappen gaan we naar Umag, daar is een Lidl. Feest. Een Lidl. Exact de Lidls die je in Nederland ook hebt. Met omgerekend dezelfde prijzen. Dus dat is goed te doen. 

Ze hebben daar wel twintig soorten bier. Alles in blik. Ze hebben hier geen krattencultuur. En als het warm is smaakt elk biertje lekker hoor. Bij de kassa staat een koeling en daar koop je de blikjes koud. 

Toch loop ik elke ochtend even naar de kampwinkel. De camping is groot, dus heen en terug precies een ommetje van 20 minuten. En voor je ontbijt is zo'n vers brood wel lekker. Met de lokale jam en een kopje Nespresso. 

Dan pakken degenen die wakker zijn hun zwemspullen en lopen we naar het zwembad. De camping heeft er twee. Eentje aan het strand. Met zout water. En een gewoon zwembad wat gloedjenieuw is. Er staan ligstoelen en daarop kun je je de hele dag installeren. Er komt dan een vent met een kassa en die verkoopt je dan een kaartje waarmee je recht hebt op twee stoelen en een parasol. En die laatste heb je nodig, want het is er warm. Het zwembad geeft wel even verkoeling, maar eigenlijk vind ik het te druk. Ook gezien corona etc. Het is een soort mierenhoop van natte mensen  en kleine kinderen. 

Als we verder geen dingen gaan ondernemen verhuis ik later op de dag na de lunch naar het strand. Het woord strand is wel eufemistisch. Zandstranden kent Istrië eigenlijk niet. Hier is het grind en rotsen zodat je waterschoenen aan moet. Het water is heerlijk koel en glashelder en je kunt er leuk snorkelen. Kinderen zijn de hele dag op jacht naar krabbetjes en visjes. 

Ook hier is het druk. Erg druk. Als je je ogen dicht doet hoor je natuurlijk de branding, maar je hoort vooral geschreeuw van kinderen. En hun moeders. In alle talen, maar vooral Duits en Nederlands.  Je ruikt de zee, maar ook Niveau en l' Oreal. 

Het is massatoerisme. In het water drijft een gigantisch opblaaskussen. Je mag daar op. Na betaling uiteraard. En je krijgt dan een zwemvest aan want het ding is echt groot en je ziet niet wat er aan de achterkant gebeurt. 

Ook kun je waterfietsen huren, supboards, speedboten en je kunt waterskiën. Ook zijn er tennisbanen, tafeltennistafels, beachvolleybalvelden en een midgetgolfbaan.

Echt leuk zijn de elektrische stepjes die je kunt huren. Veel mensen hebben ze trouwens standaard in hun caravan of camper. En ik snap dat wel. Als je even naar het winkeltje wilt ben je zo 20 minuten kwijt. En de achterste delen van de camping zijn behoorlijk ver van het strand verwijderd. 

- morgen verder - 

zaterdag 31 juli 2021

Camping-life

 Natuurlijk zijn er 1001 dingen die maken dat kamperen voor de een een jaarlijks terugkerend feestje is en voor de ander een terugkeer naar een primitief bestaan waar je toch nooit vrijwillig voor gaat kiezen.

En inderdaad. Dat klopt. Mocht je van 5-sterren vakanties houden met elke dag een lopend buffet waar je van 's morgens vroeg tot 's avonds laat jezelf kunt bedienen inclusief vijf zwembaden met waterglijbanen en elke avond vertier, dan is de kans groot dat je op een camping minder kunt aarden. 

Ik zelf  heb vroeger wel gekampeerd op natuurcampings waar niet eens een toilet aanwezig was. Je ging met een schepje het bos in en dat was dat. Een boer zette een watertank bij de ingang, dus water was voorhanden, maar dat was dan ook dat. 

Deze camping echter wordt gekwalificeerd met vier hele sterren. Dat wil zeggen dat er een mooi laag gebouw dienst doet als receptie welke je slechts kunt bereiken na het passeren van een slagboom. Jouw kenteken staat ergens geregistreerd dus de paal gaat vanzelf omhoog. Hoe welkom wil je je voelen. Je parkeert dan je combinatie en gaat je aanmelden. Fruitige jongedames in een lichtgroen polootje voorzien van het Aminess Maravea logo heten je welkom en wijzen je plaats. Je krijgt een pakket reclamefolders mee van bezienswaardigheden in de omgeving en een viertal groene armbandjes welke je via elektronische leesogen toegang bieden tot zwembad en douche. Ook kun je met die armband betalingen doen op de terrassen aan het zwembad, de restaurants, de winkel en de ijstentjes. Hoe verneukeratief. De rekening betaal je dan bij het uitchecken. Ik begin er maar niet aan, maar de kinderen hebben al een paar keer een ijsje weten te scoren op deze manier. 

De camping is groot. Heel groot. De plaatsen zijn gerangschikt naar duurte via een kleurenschaal op de plattegrond. Ondefinieerbare plaatsen in een soort dennenbos zijn het goedkoopst. De Comfort-zone heet dat op de plattegrond. Niet online te boeken. Er staan vooral mensen uit Kroatië en Slovenië met een seizoen plek en ik denk ook dat er meerjarenplekjes bij zijn gezien de leeftijd van een groot aantal van de caravans die daar staan. Geweldig oude Adria's en Tabberts nog uit de jaren 70. Of ze nog mobiel zijn weet ik niet, maar ze doen dienst en beiden onderdak aan hele families die er enorme bouwwerken omheen hebben gemaakt zodat iedereen kan zitten, eten en slapen. De dagen worden dan aan zee doorgebracht.

Daarna komen de Standard, Comfort, Premium, Premium Mare en Luxury Mare. Allemaal omheind met een heggetje, met een kraantje en een stroompaal. De mooiste plekken liggen allemaal direct aan zee. Je loopt van je caravan zo het strand of zwembad in. Die plekken hebben ook een eigen douche zodat je het vuil van het plebs direct van je af kunt spoelen. Vooral exorbitant grote campers met trailers met scooters of motorfietsen staan hier. Duitsers vooral. Het zal niet verbazen.

Tenslotte zijn er op het park nog drie area's met mobile homes. Eigenlijk een soort enclaves, want ze hebben eigen zwembaden en de toegangswegen zijn met aparte slagbomen afgegrendeld. 

Echt onvervalst massatoerisme dus hier. Goed geregeld. Schoon. Diverse sanitairgebouwen die meerdere keren per dag worden schoongemaakt. 

Er is een kampwinkel voor de dagelijkse boodschappen en veel horeca aan het strand.

 - wordt weer vervolgd - 




donderdag 29 juli 2021

Niet vanzelf

 Natuurlijk is de laatste zin uit het vorige blogje een beetje gechargeerd. Pootjes uitdraaien en klaar. Hahahaha. Ging het maar zo. En als ik zo rondkijk hier dan is dat gelukkig bij niemand het geval. In de eerste plaats moet je met een caravan beslissen of hij links, rechts, achter of andersom op de plaats moet. De volgende factoren spelen hierbij een rol: in de eerste plaats de zon natuurlijk. Waar komt hij op en waar gaat hij onder. In Nederland van belang, maar in een warm land nog meer aangezien je die zon juist zoveel mogelijk niet wilt daar waar je zit en eet. En daarmee de tweede factor die je mee moet nemen waar je de caravan neerzet: de schaduw. Want als je boft heb je een boom op je plek, of misschien wel twee. En als je geen boom hebt moet je het doen met de schaduw van de caravan zelf. En die schaduw wil je wel daar waar je zit en eet. 

Ook van belang is het gemak waarmee je de caravan op de gewenste plek kunt krijgen en tenslotte met de vooruitziende blik bekijken hoe je over twee of drie weken weer van de plek afdraait. 

Met vier personen die allemaal iets vinden voorwaar geen sinecure, maar we zijn er zoals altijd uit gekomen. Ik reed de caravan op de plek zover als het mogelijk was. Achteruit manoeuvreren met zo'n ding  kan ik niet en ga ik ook nooit leren. Hij schaart altijd de verkeerde kant op bij mij. En toen had ik mezelf bijna vastgereden tussen een heg, een boom en een muur. Hahaha. Uiteindelijk kwam dit ook weer goed en Mert en Ebru konden gaan draaien aan de pootjes.

Nadat de caravan waterpas is gezet uiteraard, want met een scheve caravan valt overdag wel te leven, maar 's nachts niet. De een rolt dan naar de ander toe of je hoofd ligt lager dan je voeten. Jaja het valt allemaal niet mee. Het is en blijft een hele kunst dat kamperen. Misschien ga ik wel eens cursussen geven. 

Toen de caravan stond, waterpas en al, en de stoelen en tafels eruit waren gehaald en in een idyllisch zitje onder de boom waren gegroepeerd, ja de boom die schaduw gaf, en we wat te drinken hadden gepakt begon het er op te lijken. Na ampel beraad besloten we de voortent slechts in gestripte vorm op te zetten. Dat wil zeggen alleen het frame met het dak. Zodat we een luifel hadden. In dit klimaat kan dat wel, want we hadden de caravan met de achterkant in de wind gezet. Bij onweersgeweld wat hier altijd van zee komt staan we dan mooi uit de wind. Als de wind van de andere kant komt dan wordt het anders, maar dat zien we dan wel weer. Ik heb ook stormbanden bij me. En bovendien vangt de idioot grote camper van de buurman het meeste dan wel op. Hoop ik...

Luifeltje opzetten dus. Spijkerharingen met een vette klauwhamer in de rotsgrond slaan. Kastje voor de proviand in elkaar zetten (een ingewikkeld ding, lichtgewicht,  met buizen, in een draagtas, ideaal voor het insectenvrij opbergen, met een rits, van de chips, pindakaas, brood en alle aanverwante vreterij wat je meeneemt en aanschaft ter plekke), tafeltje voor mijn Nesressoapparaat en waterkoker (een iets minder ingewikkeld ding met een scharend buizensysteem met aluminium latten, ook lichtgwicht), het neerleggen van het blauwe gaatjestapijt om ook op blote voeten de caravan uit te kunnen lopen zonder je een fakir te voelen op al dat grind hier, het neerleggen van het tweede blauwe gaatjestapijt, onlangs gescoord bij de Action voor 9,95 euro, waar die andere bij Obelink 80 euro moest kosten een paar jaar geleden, onder de eethoek onder de boom.

Watertank vullen, viersterren camping, dus watertappunt bij de plek, de stroomkabel aansluiten zodat de koelkasten gaan draaien en... het vullen van het chemische toilet. Belangrijk. Overdag verboden, 's nachts beschikbaar voor de kleine bah. 

Om het af te maken de feestverlichting van de Action ophangen om de stemming er helemaal in te brengen. Helaas witte lampjes, geen gekleurde.

En dit is nog niet alles, maar voor nu even genoeg.

- wordt dus vervolgd - 

De feestverlichting in werking




woensdag 28 juli 2021

Hrvatska

Hoe vriendelijk ook het Oostenrijkse campinkje was, de eindbestemming was nog niet bereikt op die zonnige donderdagochtend 22 juli om half acht toen we door het reiswekkertje werden gewekt. Er stond nog 390 kilometer op de planning, waaronder de beruchte Karawankentunnel, de grensovergang tussen Oostenrijk en Slovenië. De Tauernautostrasse is prachtig aangelegd en je moet er ook tol voor betalen, los van het Oostenrijkse tolvignet. De route kenmerkt zich door vele tunnels, ik geloof wel een stuk of twintig in totaal. Sommige maar een paar honderd meter, anderen enkele kilometers en de langsten zijn de Tauerntunnel, de Katchbergtunnel en de Karawankentunnel. 

In het verleden zijn er nogal eens wat ongelukken gebeurd in die tunnels, en met name Ebru is er niet zo'n liefhebber van. Mij maakt het niet zoveel uit. Ik kan wel genieten van die technische hoogstandjes wat die tunnels eigenlijk zijn. 

De Karawankentunnel is een verhaal apart, want twee-baans. En dat is wel wat slikken. Je moet er niet aan denken dat er wat gebeurd in zo'n tunnelbuis. Je hebt dan meteen een ramp. Maar de mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest en ook nu verliep alles gladjes. Geen wachttijden dus we konden meteen door. En dat kan ook anders daar. Vooral in de weekenden kan de wachttijd soms oplopen tot een halve dag. 

En als je dan Slovenië binnen rijdt dan heb je na een tijdje het gevoel dat je er bijna bent. De borden verwijzen naar Koper en HR, en dat is de grens met Kroatië. HR staat ook op de autokentekens en het betekent Hrvatska. Hetgeen Kroatisch is voor Kroatië. 

Bij Koper moet je dan een klimmetje maken. Een vervelend pasje met een haarspeldachtig traject wat vrij steil naar boven gaat. Al met al een kilometer of tien. Normaal gesproken geniet ik hier van, hoe hoger hoe mooier, maar met een caravan aan de haak is het anders. Ik ben altijd bang dat je in de file komt daar en die kans is niet denkbeeldig, want bovenop die pas is de grens. Vanuit stilstand dan op een helling filerijden is geen pretje. 

Gelukkig viel ook dit mee. En na de grens zagen we al snel de zee. De Adriatische zee. Het moment waarop we allemaal hadden gewacht. Het kippenvelmoment. Na alle ellende met Corona, lockdowns, codes rood en donkerrood, vaccinatie- en testperikelen nu dan eindelijk het gevoel dat het echt was gelukt. Wir haben es geschaft. We zijn er. En voorlopig gaan we niet meer weg. 

De camping was er nog. Uiteraard. Ik had nogal wat contact gehad, want ook hier moest er uitgebreid worden geregistreerd van tevoren. Ook had ik de vakantie een halve week vervroegd en de avond ervoor had ik nog digitaal ingecheckt. En dat wierp zijn vruchten af. We konden meteen doorrijden. De slagboom ging al open en we bleken een prachtig plekje te hebben geboekt. Ruim. Met twee heerlijk schaduwgevende bomen. En op 50 meter van het strand en zwembad. 

Pootjes uitdraaien. En klaar... Vakantie. Nu echt.

- Wordt vervolgd maar weer - 






Over de reis

 Zoals gezegd vertrokken we dus om 4:07 uur. Het was net niet meer helemaal donker en ik denk dat iedereen die wel eens zo vroeg op pad gaat wel weet hoe dat is. De laatste dingen inpakken: apparaten met laders, toiletspullen en kussens. De caravan stond al klaar. Aangekoppeld en wel. Spiegels erop. Wat mij betreft kun je dan binnen een half
wegrijden. Als je geen puberdochter hebt van 17... Want die moet nog snel een tiende paar schoenen ergens wegdrukken en nog een tas met kleren bovenop de 25 setjes die al ingepakt waren.

Nog een keer de sloten controleren, nog een keer langs alle ramen en nog een keer langs alle stekkers. 

En natuurlijk vergeet je dan toch weer een heel krat met etenswaren en kruiden. Maar goed daar kwamen we pas achter op het punt van niet meer terug rijden. En alles is te koop denk ik dan.

Ons reisdoel de eerste dag lag 1000 kilometer verderop. Camping Maltatal in Malta. Vlak voor de grens met Slovenie, aan de wondermooie Tauern Autobahn met zijn vele tunnels. Flink ver op weg dus. Zodat we de volgende dag niet meer zo heel ver hoefden.

De reis verliep uitermate voorspoedig. Weinig vakantieverkeer, wel heel veel vrachtverkeer. En waar je tot voor kort twee of drie kinderen achterin moest vermaken, lees: voeren en ruzies sussen, is dat bij twee pubers geen issue meer. Die zakken onderuit met oordoppen in en komen aan het eind van de dag weer overeind. (Echt waar, niet eens even plassen of de benen strekken)

De overnachtingscamping had ik gereserveerd. Herzlich wilkommen Herr Vaartjes. Wie geht's? Sind Sie allen vacciniert? Gut. Wir haben ein wunderschone Platz fur sie. 

Heerlijk die gedienstige mentaliteit. Het zwembad was al dicht helaas. Abendruhe heet dat in Oostenrijk. En na het uitdraaien van de pootjes, wat ik met graagte overlaat aan beide kinderen, Mert de voorste en Ebru de achterste, om twisten hierover op voorhand  te voorkomen, konden we even relaxen na 1000 kilometer autobaan. Prachtig uitzicht op de Alpen, en genoeg te kijken naar al die vakantievierende mensen. En... prachtig weer. 

In de koelkasten genoeg te eten. Het bekende vakantievoer onderweg. Gekookte eieren, broodjes gehakt, de nodige rauwkost en helaas was ik vergeten om een paar blikjes bier mee te nemen. En de campingwinkel was al dicht. Dus koffie dan maar en een frisje. De eerste nacht begon niet lang daarna, want moe waren we allemaal. 

- wordt vervolgd - 

   


dinsdag 27 juli 2021

Kroatie 2021

Het heeft wat voeten in de aarde gehad: maar uiteindelijk ging de kogel door de kerk. We gaan. Op vakantie. Naar het buitenland. Naar de bergen. Of nee. Naar de zee. Of nee, allebei. Twee weken. Wat? Misschien wel drie of vier.

Half juni leek alles weer mogelijk in Nederland. De besmettingscijfers daalden. En Hugo de Jonge vond dat we moesten gaan dansen met Jansen. En kondigde versoepelingen aan. We mochten weer. En ik haalde mijn prik. De eerste. En Fatma ook. De eerste.

En we gingen nog harder nadenken waar we op vakantie naar toe zouden gaan. Uiteindelijk kozen we voor Kroatië. Het oude Joegoslavië. Want daar is het mooi weer. Altijd. En we hadden allemaal de behoefte aan zon zee en strand. 

In 2018 waren we hier ook. En het was toen een succes, dus boeken maar. De camping bleek volgens de ANWB ook nog 'corona-proof'. Dat heet: er worden maatregelen in acht genomen. En mochten de kleuren van Hugo verschieten naar rood, dan zouden we niets hoeven te betalen. En ik boekte dus. 

Maar... te veel mensen bleken te goed naar Hugo te hebben geluisterd. Vanaf 1 juli gingen hele volksstammen pubers meteen na de eerste prik dansen en sjanzen met Jansen. Er ontstonden halve bevrijdingsfeesten. En dan was teveel van het goede zoals iedereen wel na had kunnen gaan. De besmetting cijfers vlogen omhoog en er werden allerlei maatregelen aangekondigd voor vakantiegangers. En de vakantie reis naar Kroatië werd een logistieke puzzel. We begonnen zelfs te vrezen voor een annulering en we zagen ons al weer zitten op een camping in Pieterburen of Drenthe. 

Want: ikzelf was inmiddels twee keer gevaccineerd met voldoende tijd na de tweede prik. Fatma niet. Wel twee prikken, maar de tweede as slechts een week gezet. En Mert en Ebru hadden allebei een enkele prik gehad.

Daar kwam nog bij dat de weg naar Kroatië door drie buitenlanden gaat. Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en natuurlijk Kroatië. En de inreisbeperkingen waren overal anders. Dus de dag voor vertrek moesten Fatma en de kinderen een snelle allergeentest laten afnemen en een PCR-test. De resultaten moesten we inladen in de bekende corona-app. Plus allemaal een geel vaccinatieboekje en allemaal een geprinte internationaal testbewijs. En een ingevuld formulier voor de inreis in Kroatië. 

En map vol papier, telefoons vol QR-codes en een geprint formulier wat zichtbaar in de auto moet liggen bij het passeren van de Kroatische grens.

Daarbij een doos vol zelftesten. Twee pakken vol mondkapjes en een doos met de befaamde medische mondkapjes die je in Duitsland op moet in de tankstations. 

En Europa zette Nederland op rood, maar we zijn gewoon gegaan. Op woensdagochtend 21 juli 's morgens om vier uur. Eigenlijk 04:07 uur. Want we hadden 1000 kilometer voor de boeg. En in Duitsland was ook nog ellende met wateroverlast zodat ik besloot over Kassel te rijden. Wel wat om en met de nodige hellingen en afdalingen. Normaal geen probleem, maar met een auto bepakt en bezakt met twee volwassenen, twee pubers en een caravan aan de haak vergt dat wel wat schakelwerk. 

Leuk. Jazeker. Ik ben een van die mensen wiens vakantie begint als hij de straat uit rijdt. En de mensen die mijn blogs lezen weten dat we niet bang zijn voor lange afstanden. 

 - wordt vervolgd - 



Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...