zaterdag 31 juli 2021

Camping-life

 Natuurlijk zijn er 1001 dingen die maken dat kamperen voor de een een jaarlijks terugkerend feestje is en voor de ander een terugkeer naar een primitief bestaan waar je toch nooit vrijwillig voor gaat kiezen.

En inderdaad. Dat klopt. Mocht je van 5-sterren vakanties houden met elke dag een lopend buffet waar je van 's morgens vroeg tot 's avonds laat jezelf kunt bedienen inclusief vijf zwembaden met waterglijbanen en elke avond vertier, dan is de kans groot dat je op een camping minder kunt aarden. 

Ik zelf  heb vroeger wel gekampeerd op natuurcampings waar niet eens een toilet aanwezig was. Je ging met een schepje het bos in en dat was dat. Een boer zette een watertank bij de ingang, dus water was voorhanden, maar dat was dan ook dat. 

Deze camping echter wordt gekwalificeerd met vier hele sterren. Dat wil zeggen dat er een mooi laag gebouw dienst doet als receptie welke je slechts kunt bereiken na het passeren van een slagboom. Jouw kenteken staat ergens geregistreerd dus de paal gaat vanzelf omhoog. Hoe welkom wil je je voelen. Je parkeert dan je combinatie en gaat je aanmelden. Fruitige jongedames in een lichtgroen polootje voorzien van het Aminess Maravea logo heten je welkom en wijzen je plaats. Je krijgt een pakket reclamefolders mee van bezienswaardigheden in de omgeving en een viertal groene armbandjes welke je via elektronische leesogen toegang bieden tot zwembad en douche. Ook kun je met die armband betalingen doen op de terrassen aan het zwembad, de restaurants, de winkel en de ijstentjes. Hoe verneukeratief. De rekening betaal je dan bij het uitchecken. Ik begin er maar niet aan, maar de kinderen hebben al een paar keer een ijsje weten te scoren op deze manier. 

De camping is groot. Heel groot. De plaatsen zijn gerangschikt naar duurte via een kleurenschaal op de plattegrond. Ondefinieerbare plaatsen in een soort dennenbos zijn het goedkoopst. De Comfort-zone heet dat op de plattegrond. Niet online te boeken. Er staan vooral mensen uit Kroatië en Slovenië met een seizoen plek en ik denk ook dat er meerjarenplekjes bij zijn gezien de leeftijd van een groot aantal van de caravans die daar staan. Geweldig oude Adria's en Tabberts nog uit de jaren 70. Of ze nog mobiel zijn weet ik niet, maar ze doen dienst en beiden onderdak aan hele families die er enorme bouwwerken omheen hebben gemaakt zodat iedereen kan zitten, eten en slapen. De dagen worden dan aan zee doorgebracht.

Daarna komen de Standard, Comfort, Premium, Premium Mare en Luxury Mare. Allemaal omheind met een heggetje, met een kraantje en een stroompaal. De mooiste plekken liggen allemaal direct aan zee. Je loopt van je caravan zo het strand of zwembad in. Die plekken hebben ook een eigen douche zodat je het vuil van het plebs direct van je af kunt spoelen. Vooral exorbitant grote campers met trailers met scooters of motorfietsen staan hier. Duitsers vooral. Het zal niet verbazen.

Tenslotte zijn er op het park nog drie area's met mobile homes. Eigenlijk een soort enclaves, want ze hebben eigen zwembaden en de toegangswegen zijn met aparte slagbomen afgegrendeld. 

Echt onvervalst massatoerisme dus hier. Goed geregeld. Schoon. Diverse sanitairgebouwen die meerdere keren per dag worden schoongemaakt. 

Er is een kampwinkel voor de dagelijkse boodschappen en veel horeca aan het strand.

 - wordt weer vervolgd - 




donderdag 29 juli 2021

Niet vanzelf

 Natuurlijk is de laatste zin uit het vorige blogje een beetje gechargeerd. Pootjes uitdraaien en klaar. Hahahaha. Ging het maar zo. En als ik zo rondkijk hier dan is dat gelukkig bij niemand het geval. In de eerste plaats moet je met een caravan beslissen of hij links, rechts, achter of andersom op de plaats moet. De volgende factoren spelen hierbij een rol: in de eerste plaats de zon natuurlijk. Waar komt hij op en waar gaat hij onder. In Nederland van belang, maar in een warm land nog meer aangezien je die zon juist zoveel mogelijk niet wilt daar waar je zit en eet. En daarmee de tweede factor die je mee moet nemen waar je de caravan neerzet: de schaduw. Want als je boft heb je een boom op je plek, of misschien wel twee. En als je geen boom hebt moet je het doen met de schaduw van de caravan zelf. En die schaduw wil je wel daar waar je zit en eet. 

Ook van belang is het gemak waarmee je de caravan op de gewenste plek kunt krijgen en tenslotte met de vooruitziende blik bekijken hoe je over twee of drie weken weer van de plek afdraait. 

Met vier personen die allemaal iets vinden voorwaar geen sinecure, maar we zijn er zoals altijd uit gekomen. Ik reed de caravan op de plek zover als het mogelijk was. Achteruit manoeuvreren met zo'n ding  kan ik niet en ga ik ook nooit leren. Hij schaart altijd de verkeerde kant op bij mij. En toen had ik mezelf bijna vastgereden tussen een heg, een boom en een muur. Hahaha. Uiteindelijk kwam dit ook weer goed en Mert en Ebru konden gaan draaien aan de pootjes.

Nadat de caravan waterpas is gezet uiteraard, want met een scheve caravan valt overdag wel te leven, maar 's nachts niet. De een rolt dan naar de ander toe of je hoofd ligt lager dan je voeten. Jaja het valt allemaal niet mee. Het is en blijft een hele kunst dat kamperen. Misschien ga ik wel eens cursussen geven. 

Toen de caravan stond, waterpas en al, en de stoelen en tafels eruit waren gehaald en in een idyllisch zitje onder de boom waren gegroepeerd, ja de boom die schaduw gaf, en we wat te drinken hadden gepakt begon het er op te lijken. Na ampel beraad besloten we de voortent slechts in gestripte vorm op te zetten. Dat wil zeggen alleen het frame met het dak. Zodat we een luifel hadden. In dit klimaat kan dat wel, want we hadden de caravan met de achterkant in de wind gezet. Bij onweersgeweld wat hier altijd van zee komt staan we dan mooi uit de wind. Als de wind van de andere kant komt dan wordt het anders, maar dat zien we dan wel weer. Ik heb ook stormbanden bij me. En bovendien vangt de idioot grote camper van de buurman het meeste dan wel op. Hoop ik...

Luifeltje opzetten dus. Spijkerharingen met een vette klauwhamer in de rotsgrond slaan. Kastje voor de proviand in elkaar zetten (een ingewikkeld ding, lichtgewicht,  met buizen, in een draagtas, ideaal voor het insectenvrij opbergen, met een rits, van de chips, pindakaas, brood en alle aanverwante vreterij wat je meeneemt en aanschaft ter plekke), tafeltje voor mijn Nesressoapparaat en waterkoker (een iets minder ingewikkeld ding met een scharend buizensysteem met aluminium latten, ook lichtgwicht), het neerleggen van het blauwe gaatjestapijt om ook op blote voeten de caravan uit te kunnen lopen zonder je een fakir te voelen op al dat grind hier, het neerleggen van het tweede blauwe gaatjestapijt, onlangs gescoord bij de Action voor 9,95 euro, waar die andere bij Obelink 80 euro moest kosten een paar jaar geleden, onder de eethoek onder de boom.

Watertank vullen, viersterren camping, dus watertappunt bij de plek, de stroomkabel aansluiten zodat de koelkasten gaan draaien en... het vullen van het chemische toilet. Belangrijk. Overdag verboden, 's nachts beschikbaar voor de kleine bah. 

Om het af te maken de feestverlichting van de Action ophangen om de stemming er helemaal in te brengen. Helaas witte lampjes, geen gekleurde.

En dit is nog niet alles, maar voor nu even genoeg.

- wordt dus vervolgd - 

De feestverlichting in werking




woensdag 28 juli 2021

Hrvatska

Hoe vriendelijk ook het Oostenrijkse campinkje was, de eindbestemming was nog niet bereikt op die zonnige donderdagochtend 22 juli om half acht toen we door het reiswekkertje werden gewekt. Er stond nog 390 kilometer op de planning, waaronder de beruchte Karawankentunnel, de grensovergang tussen Oostenrijk en Slovenië. De Tauernautostrasse is prachtig aangelegd en je moet er ook tol voor betalen, los van het Oostenrijkse tolvignet. De route kenmerkt zich door vele tunnels, ik geloof wel een stuk of twintig in totaal. Sommige maar een paar honderd meter, anderen enkele kilometers en de langsten zijn de Tauerntunnel, de Katchbergtunnel en de Karawankentunnel. 

In het verleden zijn er nogal eens wat ongelukken gebeurd in die tunnels, en met name Ebru is er niet zo'n liefhebber van. Mij maakt het niet zoveel uit. Ik kan wel genieten van die technische hoogstandjes wat die tunnels eigenlijk zijn. 

De Karawankentunnel is een verhaal apart, want twee-baans. En dat is wel wat slikken. Je moet er niet aan denken dat er wat gebeurd in zo'n tunnelbuis. Je hebt dan meteen een ramp. Maar de mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest en ook nu verliep alles gladjes. Geen wachttijden dus we konden meteen door. En dat kan ook anders daar. Vooral in de weekenden kan de wachttijd soms oplopen tot een halve dag. 

En als je dan Slovenië binnen rijdt dan heb je na een tijdje het gevoel dat je er bijna bent. De borden verwijzen naar Koper en HR, en dat is de grens met Kroatië. HR staat ook op de autokentekens en het betekent Hrvatska. Hetgeen Kroatisch is voor Kroatië. 

Bij Koper moet je dan een klimmetje maken. Een vervelend pasje met een haarspeldachtig traject wat vrij steil naar boven gaat. Al met al een kilometer of tien. Normaal gesproken geniet ik hier van, hoe hoger hoe mooier, maar met een caravan aan de haak is het anders. Ik ben altijd bang dat je in de file komt daar en die kans is niet denkbeeldig, want bovenop die pas is de grens. Vanuit stilstand dan op een helling filerijden is geen pretje. 

Gelukkig viel ook dit mee. En na de grens zagen we al snel de zee. De Adriatische zee. Het moment waarop we allemaal hadden gewacht. Het kippenvelmoment. Na alle ellende met Corona, lockdowns, codes rood en donkerrood, vaccinatie- en testperikelen nu dan eindelijk het gevoel dat het echt was gelukt. Wir haben es geschaft. We zijn er. En voorlopig gaan we niet meer weg. 

De camping was er nog. Uiteraard. Ik had nogal wat contact gehad, want ook hier moest er uitgebreid worden geregistreerd van tevoren. Ook had ik de vakantie een halve week vervroegd en de avond ervoor had ik nog digitaal ingecheckt. En dat wierp zijn vruchten af. We konden meteen doorrijden. De slagboom ging al open en we bleken een prachtig plekje te hebben geboekt. Ruim. Met twee heerlijk schaduwgevende bomen. En op 50 meter van het strand en zwembad. 

Pootjes uitdraaien. En klaar... Vakantie. Nu echt.

- Wordt vervolgd maar weer - 






Over de reis

 Zoals gezegd vertrokken we dus om 4:07 uur. Het was net niet meer helemaal donker en ik denk dat iedereen die wel eens zo vroeg op pad gaat wel weet hoe dat is. De laatste dingen inpakken: apparaten met laders, toiletspullen en kussens. De caravan stond al klaar. Aangekoppeld en wel. Spiegels erop. Wat mij betreft kun je dan binnen een half
wegrijden. Als je geen puberdochter hebt van 17... Want die moet nog snel een tiende paar schoenen ergens wegdrukken en nog een tas met kleren bovenop de 25 setjes die al ingepakt waren.

Nog een keer de sloten controleren, nog een keer langs alle ramen en nog een keer langs alle stekkers. 

En natuurlijk vergeet je dan toch weer een heel krat met etenswaren en kruiden. Maar goed daar kwamen we pas achter op het punt van niet meer terug rijden. En alles is te koop denk ik dan.

Ons reisdoel de eerste dag lag 1000 kilometer verderop. Camping Maltatal in Malta. Vlak voor de grens met Slovenie, aan de wondermooie Tauern Autobahn met zijn vele tunnels. Flink ver op weg dus. Zodat we de volgende dag niet meer zo heel ver hoefden.

De reis verliep uitermate voorspoedig. Weinig vakantieverkeer, wel heel veel vrachtverkeer. En waar je tot voor kort twee of drie kinderen achterin moest vermaken, lees: voeren en ruzies sussen, is dat bij twee pubers geen issue meer. Die zakken onderuit met oordoppen in en komen aan het eind van de dag weer overeind. (Echt waar, niet eens even plassen of de benen strekken)

De overnachtingscamping had ik gereserveerd. Herzlich wilkommen Herr Vaartjes. Wie geht's? Sind Sie allen vacciniert? Gut. Wir haben ein wunderschone Platz fur sie. 

Heerlijk die gedienstige mentaliteit. Het zwembad was al dicht helaas. Abendruhe heet dat in Oostenrijk. En na het uitdraaien van de pootjes, wat ik met graagte overlaat aan beide kinderen, Mert de voorste en Ebru de achterste, om twisten hierover op voorhand  te voorkomen, konden we even relaxen na 1000 kilometer autobaan. Prachtig uitzicht op de Alpen, en genoeg te kijken naar al die vakantievierende mensen. En... prachtig weer. 

In de koelkasten genoeg te eten. Het bekende vakantievoer onderweg. Gekookte eieren, broodjes gehakt, de nodige rauwkost en helaas was ik vergeten om een paar blikjes bier mee te nemen. En de campingwinkel was al dicht. Dus koffie dan maar en een frisje. De eerste nacht begon niet lang daarna, want moe waren we allemaal. 

- wordt vervolgd - 

   


dinsdag 27 juli 2021

Kroatie 2021

Het heeft wat voeten in de aarde gehad: maar uiteindelijk ging de kogel door de kerk. We gaan. Op vakantie. Naar het buitenland. Naar de bergen. Of nee. Naar de zee. Of nee, allebei. Twee weken. Wat? Misschien wel drie of vier.

Half juni leek alles weer mogelijk in Nederland. De besmettingscijfers daalden. En Hugo de Jonge vond dat we moesten gaan dansen met Jansen. En kondigde versoepelingen aan. We mochten weer. En ik haalde mijn prik. De eerste. En Fatma ook. De eerste.

En we gingen nog harder nadenken waar we op vakantie naar toe zouden gaan. Uiteindelijk kozen we voor Kroatië. Het oude Joegoslavië. Want daar is het mooi weer. Altijd. En we hadden allemaal de behoefte aan zon zee en strand. 

In 2018 waren we hier ook. En het was toen een succes, dus boeken maar. De camping bleek volgens de ANWB ook nog 'corona-proof'. Dat heet: er worden maatregelen in acht genomen. En mochten de kleuren van Hugo verschieten naar rood, dan zouden we niets hoeven te betalen. En ik boekte dus. 

Maar... te veel mensen bleken te goed naar Hugo te hebben geluisterd. Vanaf 1 juli gingen hele volksstammen pubers meteen na de eerste prik dansen en sjanzen met Jansen. Er ontstonden halve bevrijdingsfeesten. En dan was teveel van het goede zoals iedereen wel na had kunnen gaan. De besmetting cijfers vlogen omhoog en er werden allerlei maatregelen aangekondigd voor vakantiegangers. En de vakantie reis naar Kroatië werd een logistieke puzzel. We begonnen zelfs te vrezen voor een annulering en we zagen ons al weer zitten op een camping in Pieterburen of Drenthe. 

Want: ikzelf was inmiddels twee keer gevaccineerd met voldoende tijd na de tweede prik. Fatma niet. Wel twee prikken, maar de tweede as slechts een week gezet. En Mert en Ebru hadden allebei een enkele prik gehad.

Daar kwam nog bij dat de weg naar Kroatië door drie buitenlanden gaat. Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en natuurlijk Kroatië. En de inreisbeperkingen waren overal anders. Dus de dag voor vertrek moesten Fatma en de kinderen een snelle allergeentest laten afnemen en een PCR-test. De resultaten moesten we inladen in de bekende corona-app. Plus allemaal een geel vaccinatieboekje en allemaal een geprinte internationaal testbewijs. En een ingevuld formulier voor de inreis in Kroatië. 

En map vol papier, telefoons vol QR-codes en een geprint formulier wat zichtbaar in de auto moet liggen bij het passeren van de Kroatische grens.

Daarbij een doos vol zelftesten. Twee pakken vol mondkapjes en een doos met de befaamde medische mondkapjes die je in Duitsland op moet in de tankstations. 

En Europa zette Nederland op rood, maar we zijn gewoon gegaan. Op woensdagochtend 21 juli 's morgens om vier uur. Eigenlijk 04:07 uur. Want we hadden 1000 kilometer voor de boeg. En in Duitsland was ook nog ellende met wateroverlast zodat ik besloot over Kassel te rijden. Wel wat om en met de nodige hellingen en afdalingen. Normaal geen probleem, maar met een auto bepakt en bezakt met twee volwassenen, twee pubers en een caravan aan de haak vergt dat wel wat schakelwerk. 

Leuk. Jazeker. Ik ben een van die mensen wiens vakantie begint als hij de straat uit rijdt. En de mensen die mijn blogs lezen weten dat we niet bang zijn voor lange afstanden. 

 - wordt vervolgd - 



Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...