zaterdag 20 juli 2019

Dag 4 - vervolg

Inmiddels is het al dag zeven. Dus ik loop achter. En inmiddels al weer zoveel meegemaakt. Op dit moment is het half vijf Turkse tijd. Dus dat is half vier in Nederland.
Ik schrijf dit blog aan een tafeltje naast het zwembad van een hotelletje wat we gisteravond nog even snel hebben geboekt. Een familiekamer van het Anatolia Hotel in Pamukkale. Met ‘ siwinmingpool’... Voor 36 hele euro’s. Daar wordt ik blij van. De beroemde kalkplateau’s op loopafstand.

Maar ik was gebleven bij dag vier. Na het ontbijt pakten we de tram en lieten ons transporteren naar de Galatabrug. Daar vertrekken de veerboten naar de Prinseneilanden. En de grootste: Buyukada, was onze bestemming. Daar kom je met een pontje die er ongeveer anderhalf uur over doet. En dat koste dan 5,20 lira per persoon. Hetgeen iets van 90 cent is. De tram kwam daar nog bij voor ongeveer 50 cent per persoon.

Voorzieningen die nodig zijn, dus openbaar vervoer en veerponten die echt nodig zijn, kosten bijna niks naar onze maatstaven. En aan boord koop je een blikje CocaCola voor 40 cent en een kopje koffie voor 35 cent. Een rol koekjes kost een stuiver...

We hadden dit jaar geluk, want de temperatuur in Istanbul was rond de 30 graden en niet zo klef als twee jaar geleden. Dus heerlijk toeristenweer.

Aangekomen op Buyukada eerst een beetje slenteren. Voor Ebru kocht ik een bloemenkrans. Die dragen alle meisjes daar en koop je op letterlijk elke straathoek. Inmiddels is dit de derde. Thuis hangen er nog twee. En daarna eten. Want honger. Vooral Mert natuurlijk aangezien die zijn otbijt heeft verslapen. Als calvinistische vader zeg je dan natuurlijk:” Nee je krijgt niks. Had je maar moeten eten vanmorgen...” Maar dan ken je Mert niet. Als zijn bloedsuikerspiegel niet goed is hebben we een probleem. En dan helpt niks meer. Dus vooruit maar. Op een terras aan de vis. Want dat hoort daar echt vind ik. Een gefrituurde baarsachtige vis met heel veel graag en patat. Als je honger hebt smaakt het wel, maar echte haute cuisine was het niet. De prijs maakt veel goed.

Natuurlijk hoor je op het grootste prinseneiland een ritje met de koets te maken. Dat doet iedereen. Bonte rijtuigjes met twee paarden die best wel een behoorlijke geur verspreiden. Dat komt door het strontzeil wat voor de koetsier hangt. Als ze dat niet doen wordt het eiland een open riool voor paardenmest. En dan zit je twee aan twee in een rijtuigie... Heerlijk schommelen en kijken naar de omgeving. Veel rijken uit Istanbul hebben of hadden hier een zomerverblijf. Met uitzicht op de zee. En bedienden denk ik, want het eiland is autovrij, dus er moet wel voor je gezorgd worden. Toch stond er veel leeg. Mooie panden in diverse stadia van verval.

Na een uurtje was er een paardenwissel. Bij de stoeterij, of hoe dat heet in het Turks, spannen ze de paarden uit en spannen twee nieuwe voor. Letterlijke ontspanning voor de paarden. Ze krijgen een tik op het gat en draven naar hun stal. Per koets zijn er een achttal paarden die in een eigen stal leven. Dat het om een enorme hoeveelheid gaat is voor te stellen. Ze worden, met mijn lekenoog beschouwd, redelijk goed behandeld.

Mert zat als een echte prins in de koets, groette iedereen en deelde zo nu en dan High-Fives uit aan passanten die dat geweldig vonden. Hij genoot er van.

Bij terugkomst wordt je uitgeladen in een winkelstraat voor de deur van een shop met shirts en dergelijke. Waarschijnlijk de broer van de koetsier bedachten wij ons. En natuurlijk wisten ze ons het geld uit de zak te kloppen. Uiteraard.

Tijd voor de terugvaart. Mert en Ebru zorgen altijd voor mooie plekjes op de boot, want ze dringen zich naar voren bij het hek. En als dat open gaat vliegen ze als eerste de boot op en houden vier plekjes op het bovendek voor ons bezet. Handig toch die grote kinderen.

Wordt vervolgd maar weer. We gaan zo eten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...