zondag 28 juli 2019

Dag 14 - Adana slot

Terwijl ik typ: ”Dag 14” realiseer ik me dat er al twee weken voorbij zijn. Het is al weer zondag. Een week geleden liepen we op de kalkplateau's van Pamukkale en twee weken geleden reden we door Duitsland en was het de eerste vakantiedag. Over twee weken... Nee daar denken we nu nog maar even niet aan. 

Dag 14 was dus gisteren. We zouden gisteren al doorreizen naar Mersin, maar vanwege het feit dat oma erg ziek is wilde Fatma graag nog een dagje in Adana blijven. Prima, we hadden toch nog wat dingen op het lijstje staan.
Mert was het hiermee niet eens, die had zich erg verheugd op Arpacbahsis, het plaatsje bij Mersin waar we elk jaar het zomerappartement bezoeken. Er is een zwembad en en het ligt aan zee. De kinderen zijn hier graag. De dagen hebben een vast ritme en hier heb je het echte vakantiegevoel.

Maar nog niet dus. Een dagje wachten nog. Konden we mooi nog even de stad in, want ik wilde een koffer kopen en Ebru wilde haar favoriete T-shirt shop bezoeken op de bazaar. Zonder voorraad nep-merkjes is de vakantie niet compleet.

Maar eerst eten. Fatma’s vader nam ons mee naar een klein eettentje en bestelde daar voor ons de echte Adana-kebab. Een streng gekruid gehakt geregen aan een grote platte spies wat gegrilled wordt opgediend op stukken plat brood. Hierbij krijg je verschillende soorten sla en natuurlijk de bekende gegrillde pepers. Een fles drinken erbij en eet smakelijk. Mert had liever Lahmacun, de bekende Turkse Pizza zoals we dat in Nederland noemen. 
Eerlijk: beter dan het fastfood van gisteren. 

Na afloop weer in de Dolmus en nu naar het centrum. Bij aankomst eerst pinnen. Dat lukte niet zo best, pas bij de vierde geldautomaat kregen we onze Lira’s. Ik was even bang voor gedoe, een crisis of zo, maar gelukkig was dat niet het geval. Niet dat ik weet tenminste. Of we moeten iets gemist hebben.

In de T-shirt-shop was de eigenaar blij ons te zien. ‘Hosgeldiniz, welcome abi’ . Het is een vage kennis en hij herinnerde zich waarschijnlijk het kapitaal wat we er twee jaar gelden uit hebben gegeven. Ik kreeg meteen een stoel aangeboden en er werd een six-pack koude frisdrank aangerukt. 

Mert en Ebru gingen hun gang en maakten hun keuze uit de de honderden beschikbare kleurtjes en merkjes en na een half uurtje verlieten we de zaak met een paar tassen zwaarder en een paar lira’s lichter. 

Een koffer vond ik ook in een van de shops. Ik wilde hem voor al mijn snoeren, laders, adapters, apparaten, boeken en noem maar op wat ik nu in drie verschillende tassen heb zitten. Er is ruimte in de auto, want we hebben wat zaken in Adana achter gelaten. 
Dus missie geslaagd. Alleen nog even lopen door de vleesstraat in Adana. Een gang waarin geslacht wordt. Mert en ik vinden dat altijd weer een belevenis. Over de spiegelgladde tegelvoer loop je tussen vitrines door met bakken vol gespoelde darmen, gespoelde magen, bakken met koppen van koeien en schapen, bakken met poten en noem maar op. Dit heeft niks te maken met de steriele witte piepschuimen schaaltjes waarin je bij de Jumbo je stukje vlees koopt. De lucht is niet te beschrijven, want alles vindt plaats in de buitenlucht waar het gewoon warm is. Alles wordt voortdurend bevochtigd met water en ijs. Na honderd meter vlug er weer uit. Mert spoelde zijn mond. Ik weet niet of hij een volgende keer weer wil. 

In de Dolmus en op naar huis. Morgen echt naar het strand. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...