woensdag 5 oktober 2011

Dag van de leraar

Vandaag is het de dag van de leraar. Zo is er ook de dag van het kind, dierendag, vaderdag, moederdag, de dag van de secretaresse en natuurlijk koninginnedag.

Van onze hoogste baas krijgen we naar rato 100 euro, van onze eigen baas een compliment, taart en een present.

Het is maar dat u het weet.

En verder moet u weten dat er in het onderwijs, in tegenstelling tot wat wel eens wordt gedacht vaak knetterhard wordt gewerkt. Dat er vaak lange dagen worden gemaakt. Dat leraren vaak erg betrokken zijn op hun werk en voor de kinderen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd vaak alles uit de kast halen.

Onderwijsbehoeften heet dat tegenwoordig. En die stel je per leerling vast. In een vergadering. En ook wat je met die leerling gaat doen en wat hij over een vastgestelde tijd moet kunnen en kennen. En dat wordt dan als het even kan getoetst middels een volledig doorontwikkelde toetsbatterij. Die moet voldoen aan gestandaardiseerde eisen die door een commissie worden vastgesteld. Anders tellen de toetsen niet mee.

Zo bekijken we wat een kind heeft geleerd op het gebied van taal, spelling, rekenen en lezen. En zelfs stellen we vast wat een kind scoort op het gebied van zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. En dat houden we allemaal bij op formulieren en in centrale databases. Leerlingvolgsystemen noemen we dat.
Daarnaast bereiden we onze lessen zodanig voor deze ook daadwerkelijk al die diverse onderwijsbehoeften van al die verschillende leerlingen bevredigd. Want behoeften kun je bevredigen.
Dat heb ik vroeger geleerd tijdens de economielessen en tijdens sexuele voorlichting...

Natuurlijk moeten we heel veel praten om dit alles zo goed mogelijk te doen. Daarvoor zijn er vergaderingen. Veel vergaderingen. En om dat vergaderen zo goed mogelijk te doen hebben we een coach. Die kijkt of we wel efficiënt vergaderen en helpt ons met het zoeken naar oplossingen om het beter te doen waar het niet zo goed gaat in die vergaderingen. Met de coach heb je weer besprekingen om te praten over de vergaderingen.

Waar kinderen zijn, zijn ook ouders te vinden. Die hebben hun kind aan jou uitgeleend om dat stukje van de opvoeding over te nemen wat zij volgens ons allemaal zelf niet kunnen: leren lezen, rekenen, spellen, stellen, oriënteren op de wereld wat betreft de historie, de geografie en de natuur. En verder Engels, het leren omgaan met jezelf en de ander, het leren bewegen, het leren samenspelen, het leren tekenen, knutselen, muziek maken, mondeling en schriftelijk te communiceren en niet te vergeten, en dat is nieuw: het leren leren.

Daarover moet je natuurlijk wel verantwoording afleggen aan de ouders. Want de kinderen zijn vaak al om acht uur de deur uit, en komen soms pas acht a negen uur later weer thuis. Dat is lang. Dus heb je oudergesprekken. Huisbezoeken. Ouderavonden. Rapportbesprekingen. En nog een batterij besprekingen die daaromheen zijn gegroepeerd. Natuurlijk kunnen we dat niet allemaal zelf. Dus zijn er orthopedagogen, psychologen en maatschappelijk deskundigen op de school. Die ons daarbij ondersteunen. Het spreekt vanzelf dat we ook met deze deskundigen weer besprekingen hebben. Over de kinderen met hun behoeften. En soms ook over hun ouders. En vaak met hun ouders.

Waarvan we dan weer dingen op gaan schrijven om dit vast te leggen. In het systeem.

Ook vinden we dat ook wijzelf moeten leren. Natuurlijk moeten wij leren. Anders leerden we de kinderen nog lezen met "aap noot mies". En straften we met de plak of het Spaanse riet. En gingen we op zaterdag nog naar school. En schreven we nog op de lei en met kroontjespen. En moesten vrouwen de dag na hun huwelijk ontslag nemen of kregen ze ontslag. Dus leren wij ook. Nascholing heet dat. Of professionaliteitsbevordering. Officieel moet je daar tien procent van je normjaartaak aan besteden. Das best veel. En eigenlijk moet dat ook na schooltijd. Voor mij geldt dat ik ongeveer 165 uur per jaar moet besteden aan deskundigheidsbevordering. Elke week drie uur ongeveer. Daarom hebben wij studiedagen. Met lessen, besprekingen en huiswerk. Natuurlijk. Anders krijg je die 165 uur niet op.

Natuurlijk is school ook leuk. Maar soms is het niet leuk. Als er brand is bijvoorbeeld. Of als een kind zich zeer doet of stuk gaat. Daarvoor hebben we enkele collega's die een systeem hebben bedacht om hiermee om te gaan. Om kinderen weer heel te maken met de verbandkist, of om ervoor te zorgen dat we niet verbranden. Die collega's maken vluchtroutes, stellen plannen op wat je moet doen bij dergelijk onheil. En dat doen ze ook na schooltijd. In vergaderingen.

En dan zijn er collega's die zorgen voor de echt leuke dingen. Dat sinterklaas wordt gevierd. Op een school met bijna dertig klassen geen sinecure. Dat moet je goed plannen. En daarover moet je goed nadenken. En dat doe je in vergaderingen natuurlijk. En de kerstbomen, paaseieren, caravalsoptochten, kerstmarkten,  honderd of duizendjarig bestaan van de school enzovoort enzovoort. Want school is ook leuk. Gewoon leuk. En we maken het samen nog leuker. Voor de kinderen. Zonder morren.

Meestal dan zonder morren. Want soms zijn er weken dat alles bij elkaar dreigt te komen. Dat de agenda dicht slibt. En dat bij het horen van een nieuw iets bij sommige mensen iets gaat koken van binnen. In vergaderingen bespreken we dan wat we beter kunnen doen. Of anders. Zoals het plannen van avondvergaderingen.

Soms zijn er dingen die niet afgesproken zijn in een vergadering. Wat we vrijwillig doen. Roeien in een sloep bijvoorbeeld. Op vrijdagavond. En dan voelen we ons verbonden. Andere collega's zetten zich in om ons speciale onderwijs nog specialer te maken. Door geld in te zamelen om een schooltuin te realiseren. En weer anderen hebben oog voor de heel wat basalere behoeften van speciale kinderen in Afrika. In weeshuizen. En zijn daar druk mee. Of organiseren een leuke dominomiddag voor de kinderen. Omdat dat leeft. En weer anderen zitten op het sportveld als er gemeentelijke sporttoernooien zijn. En zorgen dat ook onze speciale kinderen daar een leuke middag hebben. En doen daar enthousiast verslag van. Weer anderen gaan met hun speciale kinderen naar een speciale sportdag voor slechthorende- en dove kinderen in Rotterdam. Even op en neer. En worden nog kampioen ook. En dan zijn er mensen die vrijwillig elk jaar voor de collega's een kerstontbijt verzorgen. En daar voor dag en dauw voor opstaan en de hal omtoveren in een feeëriek geïllumineerd etablissement. Met lekker eten en drinken.

En soms loopt de emmer over. En valt er een traan. Of moet er even afgetapt worden aan de onderkant van die emmer. Dan komt er wel eens wat bezinksel met het tapwater mee. En  wordt er wel eens gemopperd. En soms worden wel eens dingen gezegd die niet gezegd moeten worden. Als de afstemming niet klopt. Als je eens wat hebt gemist of even het overzicht kwijt bent. Of als je door je persoonlijkheid wat te pessimistisch bent. Of te perfectionistisch. Of te optimistisch. Of te emotioneel. Of te koel. En tijdens vergaderingen kunnen we dat ook nog in kaart brengen. Om te leren omgaan met al die verschillende mensen en hun verschillende manier van werken en hun verschillende gedragingen.

Vandaag is het dag van de leraar. Wat mij betreft dag van het onderwijspersoneel. Om anderen niet tekort te doen. En we krijgen taart, een compliment en een present.
En dat is goed. Echt! Want we hebben allemaal wel eens een aai over de bol nodig.

Bij deze.









2 opmerkingen:

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...