woensdag 2 augustus 2017

Dag 8 Balaban de tweede dag

Na het ontbijt maakten we een klein uitstapje naar een in de omgeving zeer bekende waterbron. Het verhaal gaat dat dit water zeer gezond is en je beschermt tegen allerlei onheil. Je moet het drinken, of, en dat doen ook velen, het water aanlengen met zand en de zo verkregen modder gebruiken om je lichaam mee in te smeren. Een modderbad dus. 

Het was een autoritje van niks en Fatma vetelde dat ze vroeger gewoon met de trekker gingen of gingen lopen. Lang leve de vooruitgang denk ik dan maar. De bron is niks anders dan een muurtje met een wateruitloop en een putje daaronder. Het water.... ruikt naar put. Het zit waarschijnlijk boordevol zwavel en de kinderen reageerden vol afgrijzen. "Dat drink je toch niet..." Ik liet me niet kennen en nam een paar slokjes. Koel. Dat wel, maar verder... Neef Fehze had het water ooit laten onderzoeken op de universiteit en die beweerde dat het echt gezond was en dronk een hele fles leeg. Ik nam me voor om er maar eens wat over op te zoeken. Natuurlijk was er ook hier weer een terras en zelf overnachtingsaccomodatie. Fehze vertelde dat mensen hier naar toe komen en er soms dagen lang verblijven, veel sporten, dus veel transpireren zodat ze veel moeten drinken. Ik weet niet goed wat er van te denken. 

In de middag bezochten we een plaats in de bergen waar in verboden tijden een moskee was neergezet, verscholen tussen de rotsen en voorzien van een waarschuwingssysteem in de vorm van nep-minaretten die in verbinding stonden met uitkijkposten hoog in de omliggende bergen. Met vuur-signalen werd dan gewaarschuwd dat de vijand in zicht was. Het verhaal lijkt op de film Lord of the rings waarin een dergelijk systeem werd gehanteerd toen Gondor werd bedreigd door Saruman en zijn orks. 

De moskee is nu een ontmoetingsplaats en herdenkingsplaats voor de oprichter. Het wordt beheerd door een stichting en het geheel is omringd door winkeltjes en horeca. In de ook hier aanwezige kloof zijn wandelpaden en trappen aangelegd zoals we dat ook kennen uit Frankrijk. Koel en fris. Helaas was het dicht vanwege gevaarlijke situaties. Dan moet er echt wel wat aan de hand zijn dacht ik meteen....

Een looppad leidde naar een cafeetje waar het terras was aangelegd in het water. Heel apart. Je zit aan tafel, drinkt de onvermijdelijke 'cay' of koffie en je voeten staan in het koude water. Toch wel een beetje te koud, want na tien minuten is het niet meer lekker. Vond ik tenminste. Ik ben op een steen gaan zitten onder de bomen en ben maar even gaan bellen met het thuisfront in Nederland. Hoe diep ook in de bergen, hoe hoog ook, meestal is er wel bereik. 
Op de wandeling terug kwamen we langs de eerder genoemde winkeltjes en daar snuffelden we nog even rond. Zonder iets te kopen, want het meeste wordt in alle winkeltjes verkocht waar je ook komt in Turkije. Echte souvernir-prullaria, theepotten, kruiden en dergelijke. 

De avond werd besteed aan het uitsorteren van de inhoud van de abrikozen-pit. Als je een abrikoos eet hou je de pit over. Als je die kraakt dan zit er een amandel-achtige noot in. Die wordt als versnapering gegeten. Fatma's ouders haden ongeveer drie vierkante meter gekraakte pitten op een kleed liggen en de schillen moesten worden gescheiden van het nootje. Een klusje waar we met man en macht tot twee uur 's nachts mee bezig zijn geweest. Heel gezellig, met liters en liters thee. Maar nu ben ik wel helemaal klaar met de abrikozen in welke vorm dan ook. De arbeid leverde een paar kilo nootjes op. Welke in een grote zak meegaat naar Nederland. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Rijen…

 … Bij de Bulgaarse grens 2 uren in de rij, bij de Servische grens twee uren en bij de Hongaarse grens 4,5 uur. Orban wil geen vreemdelingen...