Met zoveel paarden zou je verwachten dat de straat bezaaid ligt met paardevijgen, maar dat is niet zo. Er hangt voor de koetsier een soort strontzeil wat de boel opvangt. En dat ruik je dan weer wel...
Na een uurtje waren we weer terug en liepen we door de straatjes een beetje te dwalen. de dames kochten een bloemkransje wat nu alweer vergeten in een hoekje van de auto ligt natuurlijk. En... we hebbben gegeten in een visrestaurant aan het water. Tafeltje naast het water, uitzicht op de zee en de visjes die daar bij massa's rondzwemmen. Mert genoot. En wij ook. Van de dorade en de zeebaars. Je kunt ze uitzoeken in een vitrine. Ebru waagde zich aan twee gamba's en Mert aan een garnalenschotel. Opgediend door drie obers die misschien wel wat te opdringerig waren en ook wel wat teleurgesteld dat we niet meer wilden besteden. Het zij zo.
Toen met de boot terug. Nu in de schaduw. Op het achterdek. En de vier plekjes die we hadden heb ik verdedigd als een leeuw dit keer. Want het duurde maar even of er kwamen weer vier verschrikkelijke vrouwen die hun achterwerken er wel even bij zouden proppen. Of ik op wilde schuiven. Mijn schoolmeesters "No, enough place everywhere" schrok blijkbaar voldoende af, want ze dropen af. Heerlijk.
Wordt vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten