Natuurlijk wilde Mert ook een hengel en een woest bebaarde visser bood hem er eentje aan. Voor weinig. Hij had een zuster in Apeldoorn vertelde hij. Die had hij al 30 jaar niet gezien en had daar zichtbaar verdriet van. We hadden de indruk dat er een familiedrama achter zat. Mert blij, want hij had een hengel. Nu nog iets zoeken waar we het kunnnen gebruiken. Hij heeft er de hele verdere dag trots als een pauw mee rondgelopen.
Toen stond een bezoek aan de grote Bazar van Istanbul op het programma, want Ebru wilde natuurlijk shirtjes en andere dingen scoren voor weinig. Hiervoor had ze speciaal gespaard.
De grote Bazar is een belevenis op zich. Misschien wel duizend winkeltjes die vooral huisraad, schoenen, kleding, kruiden en souvernirs verkopen. En natuurlijk tapijten. En niet te vergeten de juweliers. Tientallen. En de verkopers willen graag hun spullen kwijt. Als je ook maar even treuzelt wordt je meteen aangesproken en wordt ingeschat wat voor vlees ze in de kuip hebben. Waar komt hij vandaan en is hij koopkrachtig. Dat zijn de twee inschattingen die ze maken. En ik werd aangezien voor een Amerikaan, Australier en, helaas, Duitser... Zelf heb ik niks gekocht, maar Ebru scoorde twee mooie shirtjes en Mert, natuurlijk, een telefoonhoesje.
Intussen waren we het wel behoorlijk zat. Dat geslenter op het eiland en nu op de bazaar maakt je hongerig en dorstig. Dus tegen sluitingstijd stapten we weer in de tram en zochten een leuk restaurantje. Nu naast de Blauwe Moskee. Buiten, in de schaduw en vergezeld van een paar muzikanten.
En toen naar het hotel en beddtijd. De volgende dag stond Ankara op het programma. Dus weer vroeg op en klaar maken voor de volgende 450 kilometer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten