1998. Anouk was een forse baby. Sjoerd een peuter uit een boekje. Maar daarover heb ik reeds vaak geschreven. Er moest een andere auto komen. In die tijd was het 'huisje, boompje, stationcar...'. In de wijk waar we toen woonden stond op elke oprit wel een grote familiewagen. En elk merk sprong in op die rage. Ik ben niet van twee keer achter elkaar hetzelfde merk rijden, en dus keek ik wat verder dan Mazda. Rood was wel een kleur die me aanstond. En zo liep ik op een dag tegen een prachtige rode Ford Mondeo aan. Een 1.8 liter, trekhaak, airo (voor het eerst), sportvelgen en verder voorzien van alle opties. En die moest het worden. Bij de proefrit verwonderde ik me over de ruimte in de auto. Als je in de binnenspigel keek dan leek het achterruitje meters ver weg. En in die zin precies wat we in de gedachten hadden. De buggy en kinderwagen konden moeiteloos in de gapende achtermuil worden geschoven en dan was er ook nog ruimte voor heel veel andere dingen. Ik kocht hem bij auto Fischer, Ford-dealer in Enschede. Hij kostte een vermogen, ik geloof 28 duizend gulden.
Hij was mooi, hij was ruim, hij was luxe, maar de motor liep wat rauw vond ik. 'Een echte Ford' sprak mijn toenmalige zwager toen hij hem even probeerde. Veel later, na mijn echtscheiding, zag ik hem nog eens rijden. In ... een Ford Mondeo.
De auto vergezelde ons op twee autovakanties naar Frankrijk en maakte zijn verwachtingen waar. En als de motor warm was dan was hij ook wel wat rustiger.
En toen, ik schreef het al, belandden we in een echtscheiding. De auto was te groot en te duur om zomaar over te nemen en auto Fischer nam hem terug. Er was net iemand die op zoek was naar iets dergelijks. De dealer maakte een mooie deal: voor mij een andere auto en voor mijn ex een geldbedrag. Dat was in 1999. Exit Ford Mondeo.
|
Plaatje van het web. Iets dergelijks was het. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten