Deze auto had een noviteit, wel gejat van de opel GT, namelijk wegklapbare koplampen. Als je het licht aandeed dan 'floepten' de koplampen tevoorschijn. En verder hoorde een dergelijke auto rood te zijn. Ferrarirood. En dat was hij. Het exemplaar bij Kolenaar. En hij stond op mij te wachten. Maar eerst moest ik van die zwarte Scoupe af. Die wilde Kolenaar eigenlijk niet hebben. Natuurlijk niet. Die verkoper zag wel aan mij hoe laat het was en hij bood een prijs waar ik een paar dagen later knarsetandend mee akkoord ging.
En die auto maakte de verwachtingen waar. Vijf deuren, sportief en apart. Hij reed heerlijk en ik liet hem keurig onderhouden bij dezelfde dealer. En dat wierp zijn vruchten af. Eigenlijk zijn er nooit problemen geweest met deze auto.
Toen kwam er gezinsuitbreiding. Sjoerd werd geboren. En dat ging nog wel. Maar de kinderwagen paste er eigenlijk niet in. Alleen bij een deel achterbank neergeklapt en de kinderwagen gedemonteerd. Ook kwam er een ander huis, dus de 323 moest nog even mee.
Toen kwam Anouk. 1997. En twee kinderzitjes en rollend materieel in de vorm van een buggy en een kinderwagen dat ging dus niet. Tijd voor wat anders. In de verte lonkte ook de belofte van een caravan die we graag wilden, dus er moest iets in een heel ander segment komen naar mijn idee.
Samengevat was de 323-F een van de toppers van mijn toch niet bescheiden lijstje met auto's. Later heb ik er nog eens een gekocht als tweede auto. De koplamp-unit hiervan was kapot, zodat ik altijd met een lamp omhoog en een lamp omlaag rondreed. Dat was het ook niet echt...
Eigenlijk geen gezicht als die lampen omhoog stonden. Het mechaniek kon ook kapot dus... |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten