Gejat van een collega op Facebook. Neem even de moeite...
WEEFSNITJE EN DE DWEVEN ZERGEN
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje en da scheel hoon meisje heette Weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand: de biefstoeder, de moze
biefstoeder van Weefsnitje. En iedere dag trok zij haar kloenste
scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en dan zei ze:
"Wiegeltje, Wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?"
En dan antwoordde dat Wiegeltje: "Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij."
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zij vrorgen smoeg naar de joze bager. "Joze
bager" zei ze, "jij gaat Weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het
wonkere doud."
En de joze bager, de leersmap, die had een klare
zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren
op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk
staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij
Weefsnitje in het wuikgstras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te
schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven. Maar toen
kwamen daar uit het heupelkrout de dweve zergjes die ergens wiep in het
doud in een harig kutje woonden. Zij zagen Weefsnitje liggen en, met
verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen
puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al
pezeten op een perk staard, eigenlijk een pimmelschaard. Hij zag
Weefsnitje liggen, want zij lag daar in een klazen gist. Zij had zich
immers verslikt in een fut struik van de houte steks. en de prone schins
werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje; hij streek haar kak in de
ogen en muste haar recht op haar kont. Hij nam haar mee, zij trouwden
veel en hadden lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest.
EINDE
Ik kreeg dit vroeger voorgelezen door mijn leerkracht in groep 8 (een iets nettere versie dan). Maar ik geef hem hiervoor niets dan lof, want ik krijg dit niet hardop voorgelezen zonder keihard te lachen of over de woorden te struikelen. En dan te bedenken dat veel van onze leerlingen altijd hun letters omwisselen en dat het lezen hun altijd zoveel concentratie en energie kost. Knap dat ze t nog altijd blijven proberen.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Marlinde
veinig hervaaltje.
BeantwoordenVerwijderen